Duurzame aarde 2100 - voor de docent: info


In deze les bekijken de leerlingen mogelijkheden om duurzamer met hulpbronnen van de aarde om te gaan, zodat welvaart voor iedereen mogelijk is en tegelijkertijd niet langer roofbouw op de aarde wordt gepleegd, met alle kwalijke gevolgen voor volgende generaties van dien. Ook zien ze dat nieuwe ontwikkelingen in de ruimtevaart uitkomst kunnen bieden als blijkt dat deze twee doelstellingen niet tegelijkertijd kunnen worden behaald.

Plan van aanpak:
Voor de les trekt u 1 uur uit.

Eerst lezen de leerlingen individueel de bron ’Ecologische voetafdruk’. Trek er 10 minuten voor uit.

Daarna laat u de leerlingen in groepen van vier een bladzijde uit een dagboek gemaakt in het jaar 2100 schrijven of een podcast maken met een impressie van het dagelijks leven in dat jaar.

Ze kiezen hiervoor uit twee scenario’s:

  1. We hebben ervoor gezorgd dat iedereen in redelijke tot goede welvaart kan leven zonder roofbouw op de aarde te plegen, ook al delen we de aarde met haar hulpbronnen met 11,2 miljard bewoners.
  2. Gaandeweg is gebleken dat voor ons, wereldbewoners, er te weinig hulpbronnen op de aarde zijn voor iedereen, met alle gevolgen van dien.

Voor het maken van hun eindproduct halen de leerlingen informatie uit de overige bronnen in de les. Trek voor deze activiteit de rest van de tijd uit.

Kijk als iedereen klaar is de pagina’s uit het dagboek van 2100 en de podcasts na.

Eindtermen voor HAVO:
Domein B: Concept schaarste (SE)
De kandidaat kan in contexten analyseren dat beperkte middelen en ongelimiteerde behoeften dwingen tot het maken van keuzes.

Domein H: Concept welvaart en groei
De kandidaat kan in contexten analyseren wat op nationaal en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei en van de verdeling van inkomen en welvaart. Keuzes op microniveau werken door op macroniveau in elke economie die gekenmerkt wordt door wederzijds afhankelijke markten.

H2 Groei
De kandidaat kan in contexten herkennen en toepassen:
2.1 economische structuurontwikkeling en de groei van het BBP door inzet van de productiefactoren;
2.2 het steeds groter wordende belang van menselijk kapitaal en technologische ontwikkeling als determinanten van economische groei en van groei van de arbeidsproductiviteit;
2.3 het bestaan van productiviteitsverschillen tussen landen;
2.4 convergentie en divergentie van ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen aan de hand van de ontwikkeling van en determinanten voor het BBP;

Eindtermen voor VWO:
Domein H: Concept Welvaart en Groei
De kandidaat kan in contexten analyseren wat op nationaal en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei en van de verdeling van inkomen en welvaart. Keuzes op macroniveau in elke economie die gekenmerkt wordt door wederzijds afhankelijke markten.

H3: Groei
De kandidaat kan in contexten herkennen en toepassen:
3.1 structuurontwikkeling en de groei van het BBP door inzet van de productiefactoren arbeid , natuur, kapitaal, ondernemerschap en de relatie tussen de zowel de kwantitatieve als kwalitatieve veranderingen van deze productiefactoren (aanbodfactoren),
3.4 Indicatoren die de kwaliteit van de productiefactor kapitaal en/of productiviteit bepalen, zoals:

  • onderzoek en ontwikkeling
  • internationalisering
  • creatieve destructie en (duurzame) innovatie

3.5 Indicatoren die de kwantiteit van de productiefactor kapitaal bepalen, zoals;

  • investeringen (uitbreiding- en/of vervangingsinvesteringen)
  • investeringsklimaat
  • stimuleringsmaatregelen

 

verwante lessen

Login Form