Politici worden niet moe te benadrukken, dat eerst de armoede overwonnen moet worden. Dan zou het probleem van kinderarbeid - en daarmee het niet naar school gaan - vanzelf opgelost worden.
Er wordt daarbij over het hoofd gezien, dat kinderarbeid zelf aan armoede bijdraagt. Wie niets geleerd heeft, zal zelden uit de armoede komen. En nog belangrijker: economische groei leidt niet automatisch tot het overwinnen van kinderarbeid. Alleen al omdat lang niet iedereen profiteert van economische groei.
In de Indiase textielindustrie bijvoorbeeld werken veel kinderen. Hier valt het beleid van economische ontwikkeling als wondermiddel gewoon door de mand. De politiek verwacht van de economische groei wonderen, terwijl bestuurders degenen zijn die het probleem van de kinderarbeid moeten oplossen. Op de welvaart van het land zal het geen een negatieve invloed hebben: in India zijn er meer werkzoekenden dan werkende kinderen. Over de overstap moet goed nagedacht worden. Arme families kunnen het zich meestal niet veroorloven, al is het voor enkele maanden, om zonder aanvullend inkomen rond te komen. Kinderarbeid verbieden en de getroffen families vervolgens in de steek laten, leidt tot economische rampspoed en stuit zelfs op weerstand van de kinderen zelf.
Een jongen met zijn zusje in een sloppenwijk in India