Pagina 5 van 12
Vervolg van 'Bron: Vegetarisch eten 1':
- Waar mensen werken op veeteeltbedrijven en waar mensen en dieren onder een dak wonen, kunnen gevaarlijke ziektekiemen bij dieren overspringen op mensen en vervolgens van mens op mens worden overgedragen. Hetzelfde gevaar bestaat op markten waar dieren op worden verhandeld, zoals in China. Een voorbeeld hiervan is het coronavirus SARS-CoV-2 dat bij mensen Covid-19 verwekt en dat zich in de loop van 2020 over vrijwel alle landen van de wereld heeft verspreid.
- De productie van één kilo vlees vraagt maar liefst vijf kilo aan plantaardige eiwitten en duizenden liters water terwijl grote gebieden in de wereld te maken hebben met schaarste aan drinkwater. Ook in Nederland speelde dit probleem toen het tijdens de zomermaanden van 2018 en 2019 nauwelijks regende.
- Bij veeteelt komt veel stikstof vrij. Dat zit in urine en mest van boerderijdieren. Door teveel stikstof in de bodem gaat de natuur in kwaliteit achteruit, zeker op korte afstand van plekken waar veel veeteeltbedrijven bij elkaar staan.
- De veehouderij legt wereldwijd beslag op 80% van de landbouwgrond en is verantwoordelijk voor 30% van de mondiale afname in biodiversiteit.
Dit zijn allemaal ('Vegetarisch eten 1 + 2') redenen waarom sommige consumenten besluiten minder vlees te eten of helemaal van vlees af te zien. Niet alleen om het milieu en de natuurgebieden te ontzien, maar ook om een eerlijker verdeling van voedsel in de wereld mogelijk te maken. Naarmate meer mensen min of meer afzien van vlees in hun dagelijks menu, wordt het deel van de totale opbrengst van de akkerbouw dat tot veevoer wordt verwerkt kleiner. Op die manier kan de aarde meer mensen voeden. Bovendien zijn van sommige voedingsgewassen producten te maken die er net zo uitzien en smaken als vleesproducten. De markt voor dergelijke vleesvervangers groeit.