Omar Hassan Ahmar al-Bashir - voor de docent: info

 
In 2002 werd door de Verenigde Naties krachtens het Statuut van Rome een nieuw strafhof in Den Haag in het leven geroepen naast het al langer bestaande Internationaal Hof van Justitie. Dat is het Internationaal Strafhof of kortweg ICC.

Niet alleen zien de leerlingen wat voor rechtszaken dit hof behandelt, ook zien ze aan de hand van een uitgewerkt voorbeeld waarom het moeilijk kan zijn om mensen naar dit hof te sturen die vanwege door hen gepleegde misdrijven in aanmerking komen voor berechting door dit hof.

Plan van aanpak:
Voor de les trekt u 2 lesuren uit.

Eerst lezen de leerlingen individueel de bronnen ‘Wie is al-Bashir?' en ‘De oorlog in Darfur’. Trek er 15 minuten voor uit.

De rest van de tijd gebruikt u voor een rollenspel waarin leerlingen onderhandelen over de vraag of Omar Hassan al-Bashir alsnog moet worden uitgeleverd aan het Internationaal Strafhof.

Eerst laat u de leerlingen zes groepen vormen. Elke groep bereidt de onderhandelingen voor door de overige bronnen in de les.te lezen. Iedere groep kiest een van de volgende partijen in de zaak al-Bashir uit om te vertegenwoordigen:

  • Arabische Unie;
  • Afrikaanse Unie;
  • Europese Unie;
  • China;
  • Verenigde Staten van Amerika;
  • Hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof.

Voor de voorbereiding van de onderhandelingen ruimt u 30 minuten in. Daarna vaardigt iedere groep iemand af voor de onderhandelingen. Voor de onderhandelingen zelf trekt u 30 minuten uit.

Het is de bedoeling dat de onderhandelaars een gezamenlijke verklaring opstellen over wat er met al-Bashir moet gebeuren. Deze verklaring laten de onderhandelaars aan de klas zien.

De resterende tijd gebruikt u om de klas de verklaring te laten beoordelen. Als er iemand iets aan de tekst van de verklaring wil wijzigen, dan neemt u de wijziging op. De eindversie van de verklaring is bestemd voor de Veiligheidsraad. Die moet de verklaring verwerken in een nieuwe resolutie over de zaak al-Bashir.

Uitwerking:
Kernvraag van deze opdracht is hoe de internationale samenwerking er uit moet zien om evidente criminele regeringsleiders ter verantwoording te roepen. Waarom maken landen wereldwijd geen gezamenlijk front tegen volkerenmoord door regeringsleiders? Wat zijn hun motieven? De leerlingen maken aan de hand van een case studie ‘Omar al-Bashir’ een inventarisatie van de verschillende partijen, hun reactie op het geweld in Soedan en hoe ze denken over de vraag of al-Bashir wel of niet door het Internationaal Strafhof moet worden berecht voor zijn aandeel in het geweld in Darfur in 2003 en 2004.

Eindtermen voor HAVO:
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B4: Overheidsbeleid en standpunten van politieke partijen
7. De kandidaat kan weergeven op welke manieren de overheid invloed trachtte uit te oefenen op het proces van (politieke) socialisatie. Hij kan tevens afleiden welke opvattingen aanhangers van politieke stromingen hebben over de rol van de overheid binnen een specifieke context.
7.3 Regelgeving en acceptatie van andere samenlevingsvormen.

Domein C: Verhouding (binnen een specifieke context)
Subdomein C3: Maatschappelijke en politieke conflicten en samenwerking
10. De kandidaat kan ontleden welke oorzaken ten grondslag liggen aan maatschappelijke en politieke conflicten op de verschillende niveaus en wat de gevolgen ervan zijn. Hij kan tevens modellen onderscheiden gebaseerd op conflict of samenwerking.

Eindtermen voor VWO:
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B3: Visies vanuit paradigma’s op socialisatie en politieke socialisatie
6. De kandidaat kan verschillende visies op socialisatie en politieke socialisatie vanuit drie sociaalwetenschappelijke paradigma’s onderscheiden.

Domein C: Verhouding (binnen een specifieke internationale context)
Subdomein C2: Macht en gezag
10. De kandidaat kan vanuit wetenschappelijke paradigma’s hypothesen formuleren over verschillen in macht en gezag tussen staten en binnen een staat. Ook kan hij wetenschappelijke onderzoeksmethoden onderscheiden, waarmee onderzoekers actoren en hun machtsbronnen in kaart brengen.
Subdomein C3: Internationale conflicten en internationale samenwerking
11. De kandidaat kan vanuit wetenschappelijke paradigma’s maatschappelijke en politieke conflicten en samenwerking verklaren door te ontleden welke oorzaken eraan ten grondslag liggen op de verschillende niveaus en wat de gevolgen ervan zijn.

 

verwante lessen

Login Form