Kijk naar de YouTube-video ‘Cultuurgebieden’ en maak een rondgang langs deze gebieden met elk een eigen groep culturen die op elkaar lijken.
Een cultuur is het geheel van gedragingen, opvattingen, waarden en normen in een samenleving. Culturen hebben drie verschillende dimensies (aspecten):
- Waarden (bijvoorbeeld ideeën over eerlijkheid, moed of vrijheid);
- Normen en regels (bijvoorbeeld 'zorgen voor je familie');
- Materiële inhoud van de cultuur (bijvoorbeeld communicatiewijze, eetgewoonten, samenstelling van huishoudens, feesten en rituelen, enzovoort).
Elke cultuur heeft drie sociale functies:
- Cultuur zorgt voor houvast, je weet hoe je moet handelen;
- Het geeft je een identiteit;
- Het maakt samenleven mogelijk: mensen begrijpen elkaar.
Elke cultuur wordt overgedragen via het socialisatieproces. Dat gaat op twee manieren:
- Bedoeld, denk aan opvoeding en onderwijs;
- Onbedoeld, denk aan wat je meekrijgt van vriendengroepen. Iedereen waar je mee omgaat, speelt een rol in dit proces.
Door het socialisatieproces wordt de cultuur je uiteindelijk 'eigen'. Deze internalisering zorgt ervoor dat je uit jezelf dingen doet, zonder dat iemand dat tegen jou gezegd lijkt te hebben.
De cultuur die in Nederland door de meeste autochtonen wordt aangehangen, is de dominante cultuur. In die 'Nederlandse' cultuur zijn waarden als gelijkwaardigheid, vrijheid, verdraagzaamheid en respect heel belangrijk. De nadruk ligt op het individu: individuele vrijheid, individuele ontplooiing, enzovoort. In verschillende andere culturen is het individu min of meer ondergeschikt aan de groep. Eerst komt de familie, of de stam, en dan pas het individuele belang.
Naast verschillen tussen culturen zijn er verschillen binnen culturen: subculturen. Die wijken op bepaalde punten af van de dominante cultuur. Zo zijn jongeren anders dan hun ouders. En binnen deze jongerenculturen zijn ook weer verschillende groepen. Dat zie je vaak aan hun kleding en hun muzikale voorkeuren.