Voor deze opdracht krijg je 1,5 tot 2 lesuren de tijd.
Lees eerst in je eentje de bronnen ‘Resolutie 1325’, ‘De rol van vrouwen‘ en ‘Wat doen de VN?’. Daar krijg je 20 minuten de tijd voor.
Aan de hand van deze bronnen ga je na of je het helemaal eens of oneens bent met de stelling, of dat je het er enigszins mee eens of oneens bent.
Zoek medeleerlingen die net zo over de stelling denken als jezelf. Samen met je medeleerlingen neem je de overige bronnen in de les door. Daar krijg je 30 minuten de tijd voor.
Daarna wijzen jullie een lid aan om deel te nemen aan het volgende deel van de opdracht in de les, een paneldiscussie. Voor deze discussie trekken jullie zo'n 30 minuten uit.
De panelleden debatteren over de stelling en proberen hierover een gezamenlijk standpunt over in te nemen. Voor de andere leerlingen geldt: als je een vraag hebt voor het panel, stel die dan.
Tot slot houdt je leerkracht een stemming over de stelling. Ditmaal kun je alleen kiezen tussen ‘eens’ en ‘oneens’.
Let op de uitslag van de stemming: maakt het uit of je een jongen of meisje bent, hoe je tegen de stelling aankijkt, of juist niet?