Op het eerste gezicht lijken de Verenigde Naties weinig werk te maken van datgene wat volgens Resolutie 1325 moet gebeuren. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de strafzaken die bij het Internationaal Strafhof in Den Haag zijn voorgelegd, merk je dat nog maar weinig van die zaken door dit hof zijn behandeld of onder behandeling zijn, laat staan zaken die draaien rond seksueel geweld tegen vrouwen als oorlogswapen. Daar staat tegenover dat het Joegoslaviëtribunaal mensen heeft berecht die tijdens de oorlogen in voormalig Joegoslavië (1991-1995) bewust verkrachting van vrouwen als wapen hadden ingezet (en andere oorlogsmisdaden hebben gepleegd).
Wie zich verdiept in wat de VN doen, ziet dat die organisatie wel degelijk oog heeft voor belangen van vrouwen.
In 1976 werd het Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen van de VN, UNIFEM opgericht. Een onderdeel van deze organisatie was de Divisie voor Ontwikkeling van Vrouwen DAW. Unifem had ook diverse andere afdelingen en een speciale Adviseur voor Genderzaken. In 2010 werd Unifem omgevormd tot UN-WOMEN, of voluit UN Entity for Gender Equality and the Empowerment of Women.
Deze organisatie probeert het proces van meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen op alle gebieden te versnellen. UN-WOMEN werd in januari 2011 operationeel. Voorzitter van UN-WOMEN werd toen voormalig president van Chili, Michelle Bachelet. Die werd in 2013 opgevolgd door Phumzile Mlambo-Ngcuka uit Zuid-Afrika.
Ook is bij de VN vanaf 2010 een Speciale Afgezant tegen seksueel geweld tegen vrouwen tijdens conflicten werkzaam. De eerste was de Zweedse Margot Wallström. Ze stelde zich tot taak de daders van de (massa)verkrachtingen tijdens conflicten die tot dan toe waren gevoerd, ter verantwoording te roepen. “We moeten de straffeloosheid een halt toeroepen”, zei ze na haar aanstelling. Ze vervulde deze taak tot 2012. Toen werd ze opgevolgd door Zainab Hawa Bangura.
Ter ondersteuning van haar werk voerde de VN de actie Stop Rape Now.
Ten slotte heeft de Algemene Vergadering van de VN in 1979 het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van Vrouwen aangenomen. Twee jaar later trad dit verdrag, ook wel VN-Vrouwenverdrag genoemd, in werking. Vrijwel alle lidstaten van de VN, waaronder Nederland, hebben dit verdrag getekend.