De verzameling van Harrie Rouvroye - voor de docent: info


Voor deze les trekt u 1 uur uit. U laat de leerlingen de opdracht in de les in tweetallen maken.

Zet de leerlingen aan het werk. Het is de bedoeling dat ieder tweetal een dossier aanlegt over Harrie Rouvroye, over zijn woonplaats Elsloo en over een ander voorbeeld van hoe iemand vastlegde voor toekomstige generaties hoe hij of zij de Duitse bezetting beleefde.

Als iedereen klaar is, haalt u de dossiers op en kijkt ze na. Met deze dossiers is een fraaie tentoonstelling te maken.

De stappen

  1. Als eerste moeten de leerlingen nadenken over wat Harrie’s motieven waren om zo veel materiaal uit de Tweede Wereldoorlog te bewaren en te verzamelen.
  2. Daarna moeten de leerlingen een video bekijken waarin Harrie geïnterviewd wordt. Deze video duurt 6 minuten. Harrie vertelt hoe hij het begin van de oorlog heeft ervaren en hoe hij is begonnen met het verzamelen van materiaal. De nadering van de Duitsers speelt hierbij een belangrijke rol. De leerlingen moeten goed opletten bij het filmpje en kijken naar welke aanwijzingen er waren dat de Duitsers in aantocht waren.
  3. In hetzelfde filmpje vertelt Harrie ook iets over de bruggen. Er was een brug die de Duitsers niet konden veroveren. De leerlingen moeten uitleggen welke dat was en welke brug wel veroverd kon worden en waarom.
  4. Daarna bekijken de leerlingen het tweede filmpje over de distributiestamkaarten. Harrie legt uit waarvoor deze stamkaarten werden gebruikt en welke soorten stamkaarten er waren.
  5. Met groepjes van vier leerlingen tekenen ze een kaart van het Julianakanaal bij Elsloo. Ze dienen op de kaart de bruggen te tekenen die er toen waren. Laat hen ook een huidige kaart maken en vergelijken die met hun eigen kaart. Ze moeten nadenken over waarom sommige bruggen er nog steeds zijn of waarom enkele niet meer zijn herbouwd.


Uitwerking

Antwoorden op vragen over Bron 1:

  • Er kwam een Duitser met een atlas naar Elsloo en hij tekende iets op papier. Een week later kwamen er veel auto’s met daarin Duitsers die het land verkenden. Sommige Duitsers hadden Nederlandse uniformen aan om de mensen te misleiden.
  • De brug van Elsloo (over het Julianakanaal) kon niet ingenomen worden door de Duitsers, omdat deze was opgeblazen door de Nederlanders. Er waren dus meer Nederlanders die al het vermoeden hadden dat de Duitsers in aantocht waren. De brug van Stein (en ook die van Urmond en Berg) kon wel ingenomen worden omdat de Duitsers Nederlandse uniformen droegen en daardoor niemand wantrouwig werd.

Antwoorden op vragen over Bron 2:

  • Er waren verschillende stamkaarten: voor mannen en vrouwen, voor verschillenden leeftijden en voor Nederlanders en buitenlanders.
  • De distributiestamkaarten werden ingevoerd om producten zoals brood, vlees en schoenen te kunnen kopen. Producten werden schaars en hiermee probeerde men te voorkomen dat mensen te veel gingen kopen. Met een bon kon je naar een winkel gaan en het product kopen wat er op de stamkaart stond. Je kon bijvoorbeeld met een bon voor vrouwenkleren geen mannenkleding kopen.

Antwoord op de vraag over beide bronnen:

  • Wellicht legde Rouvroye zijn verzameling aan uit nostalgie. Ook heeft hij mogelijk verwacht dat dit materiaal later grote geschiedkundige waarde zou krijgen voor onderzoekers. Ten slotte kan een reden zijn geweest dat generaties die de oorlog niet hebben meegemaakt zich beter kunnen voorstellen hoe het toen was aan de hand van de spullen die Rouvroye verzamelde en daardoor een beter begrip kunnen krijgen van deze episode uit de Nederlandse geschiedenis en van hoe oorlog te voorkomen.
    Elsloo en vooral bruggen rond deze plaats begin jaren ‘40 en nu: het antwoord kan per groep verschillen.

Afsluitende zoekopdracht
Arnhem, Nijmegen en vele andere gemeenten hebben een museum met collecties uit de Tweede Wereldoorlog die zijn samengesteld vanuit een stedelijk of regionaal perspectief.
Ook zijn er na de bezettingstijd vele romans, verhalen en dagboeken uit en over die episode van de Nederlandse geschiedenis verschenen. Een voorbeeld hiervan is ‘Het verstoorde leven’ van Etty Hillesum.

Eindtermen voor HAVO
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw;

Domein B: Oriëntatiekennis 8.
De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2: - de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;

Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
40. het voeren van twee wereldoorlogen”

Eindtermen voor VWO
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw;
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
- uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.

Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
40. het voeren van twee wereldoorlogen”

 

verwante lessen

Login Form