Arbeidsinzet in Duitsland - bron: de oorlogsmachine hapert


Maart 1942 - december 1942
De oorlog loopt niet zo voorspoedig voor de Duitsers als ze gehoopt hadden. Het oostfront komt vast te zitten en slurpt steeds meer manschappen en materieel op. De industrie zit te springen om arbeidskrachten die de opengevallen plekken kunnen overnemen van de in dienst getreden Duitse jongelingen. De gehele Duitse industrie wordt nu ingericht op het produceren van genoeg oorlogsmaterieel. Er wordt besloten de arbeidskrachten nu ook weg te halen uit de bezette gebieden die bewoond worden door mede-Arische volkeren, zoals Nederland.

arbeidsburobuitenland

De wijze waarop de arbeidskrachten gevonden worden wijzigt zich. Alle bedrijven moeten lijsten van werknemers leveren, waarbij per werknemer vermeld staat of deze (on)misbaar is voor het bedrijf. Uitkamcommissies bepalen aan de hand van die lijsten wie er naar Duitsland moet.

Vanuit Duitsland krijgt het Rijksarbeidsbureau in maart 1942 de opdracht om vóór 14 april 30.000 metaalarbeiders te leveren. Onder groot protest van de Nederlandse instellingen die er voor moeten zorgen dat de Nederlandse toeleveranciers voor de Duitse oorlogsindustrie blijven draaien, worden deze arbeiders geleverd.

In augustus 1942 volgt er weer een eis. Dit keer wil men 38.000 krachten voor de bewapeningsindustrie. Deze mensen onttrekt men aan de textiel- en lederindustrie. Industrietakken die ”luxeartikelen” vervaardigen zijn het eerste slachtoffer van de uitkamcommissies.

In november 1942 volgt er weer een eis. Het gaat nu om 35.000 arbeiders. Tweederde van dit aantal weet Nederland te leveren. In december komt er weer een eis. Ditmaal wil men 10.000 man overheidspersoneel, 5.000 studenten en 10.000 overigen. Het wordt een complete mislukking.

 

verwante lessen

Login Form