Het Sinterklaasfeest kennen we in Nederland al eeuwenlang. Het is vanaf het begin van de 20e eeuw vooral een familiefeest geweest. Ook tijdens de Duitse bezetting, dat begon op 10 mei 1940 en eindigde op 5 mei 1945 werd dit feest in familiekring gevierd. Maar niet zoals we nu gewend zijn.
In deze les ontdekken leerlingen hoe men er ondanks schaarste, gevaar en andere belemmeringen toch het beste van dit familiefeest wist te maken.
Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit.
Eerst laat u de leerlingen in tweetallen de bronnen in de les onderzoeken. Aan de hand van deze bronnen geven ze antwoord op de vragen in Opdracht (zie ook de uitwerking).
Daarna houdt u met de klas een gesprek over wat het waardevol maakt om het Sinterklaasfeest te vieren, of enig ander familiefeest dat erop lijkt ongeacht hoe het is gesteld met de welvaart en bestaanszekerheid in onze samenleving. Noteer tijdens dit gesprek zaken die dit soort familiefeesten van blijvende waarde maken.
Uitwerking
Vraag over overeenkomsten en verschillen tussen het Sinterklaasfeest toen en nu:
Vergeleken met nu was Sinterklaas vieren tijdens de Duitse bezetting een sobere aangelegenheid. Dat zie he al aan het pakpaper. Dat was toen effen en werd ook bijeengehouden met touwtje en niet met plakband want dat was er toen niet. De cadeaus waren naar de huidige maatstaven sober. Dat kwam omdat allerlei artikelen die je toen dagelijks nodig had, op de bon waren en/of schaars of vervangen door surrogaatproducten. Bovendien werden cadeaus en etenswaren vaak in beslag genomen door de autoriteiten.
Winkelen was toen vaak geen pretje omdat de winkels vaak onverwarmd en onverlicht waren en weinig te bieden hadden. Daarom werden kledingstukken die als cadeau werden geschonken vaak zelf door huisgenoten gemaakt, als er al voldoende stof voor te vinden was.
Ook was het toen de gewoonte dat elk cadeau afzonderlijk werd overhandigd en getuigde het van beleefdheid om bij elk cadeau een hand te geven.
Wat toen wel gedaan werd en nu niet meer was tijdens het feest uit een boek voorlezenuit een boek.
Soms was er niemand te vinden die de rol van Zwarte Piet kon spelen want veel mannen waren toen in de Arbeidsinzet beland en dus ver van huis tewerkgesteld.
Soms deden er mensen mee aan het feest die geen deel uitmaakten van de familie omdat het onderduikers waren.
Ten slotte was het schrijven van Sinterklaasgedichten een vorm van verzet tegen de Duitse bezetting. Het diende om de draak te steken met Duitsers in Nederland die het gezag van de bezetter vertegenwoordigden en met distributie, schaarste, avondklok en andere ongemakken van de bezettingstijd Nu dienen Sinterklaasgedichten vooral om op goedmoedige wijze elkaar op de hak te nemen.
Waarom het gevaarlijk kon zijn om Sinterklaas te vieren
Tijdens de Duitse bezetting werden steeds maar mannen opgepakt om in de Arbeidsinzet te werken. Het kwam erop neer dat mannen zich moesten melden en werden weggevoerd naar plekken waar ze dwangarbeid voor Duitsland moesten verrichten. Om mannen op te pakken voor de Arbeidsinzet, voerde de bezetter razzia’s uit. Omdat Sinterklaas een familiefeest was, probeerden mannen dat zoveel mogelijk thuis met hun familie te vieren. Daarom grepen de Duitse autoriteiten in 1944 het Sinterklaasfeest aan om in Haarlem op 6 december een grote razzia te houden waarbij 2.000 mannen onder dwang werden verzameld en weggevoerd.
Vraag over invloed van Geallieerde soldaten op het Sinterklaasfeest
Geallieerde soldaten, vooral die uit de Verenigde Staten die Nederland hielpen bevrijden en daarbij in aanraking kwamen met Nederlanders, zagen het Sinterklaasfeest aan voor het Kerstfeest zoals ze zelf gewend waren het te vieren, met een Santa Claus dus die cadeaus uitdeelt. Ze moeten het wel vreemd gevonden hebben dat dit feest al op 5 of 6 december plaatsvond en niet pas op 25 december. Ze brachten vaak zelf geschenken mee zoals op de afbeelding te zien is.
Uitwerking klassengesprek
Tijdens dit gesprek kunnen in ieder geval de volgende kernbegrippen boven komen drijven:
- saamhorigheid. Samen moreel sterk tegenover machten waar niemand vat op kau krijgen: een door vanuit het buitenland opgelegd autoritair en hardvochtig bewind zoals tijdens de Duitse bezetting, een noodtoestand die alle burgers raakt zoals door een pandemie, grote economische ontwrichting als gevolg van een pandemie of door systematisch falen van het economisch bestel (zoals tijdens de kredietcrisis in 2008 en gedurende enkele jaren daaropvolgend)
- verbinding zoals tussen een huishouden en onderduikers of tussen Geallieerde soldaten en Nederlanders die met deze soldaten in aanraking kwamen. En nu zeker ook tussen mensen in onze pluriforme samenleving die uit verschillende cultuurgebieden komen en toch elkaar opzoeken tijdens familiegeesten.
- het veilige en knusse thuisgevoel, niet altijd en niet voor iedereen vanzelfsprekend.
Eindtermen HAVO
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B1: Socialisatie
4. De kandidaat kan socialisatie binnen een specifieke context herkennen als een proces waarin cultuuroverdracht en cultuurverwerving plaatsvindt en waarin mensen een eigen identiteit ontwikkelen. Hij kan tevens culturen classificeren op basis van verschillende culturele dimensies.
Subdomein B2: Politieke socialisatie 5. De kandidaat kan voorbeelden van politieke socialisatie herkennen binnen een specifieke context. Hij kan tevens standpunten classificeren op basis van ideologieën en politieke dimensies
Domein D: Binding (binnen een specifieke context)
Subdomein D3: Bedreigingen voor de bindingen in de samenleving binnen een specifieke context 16. De kandidaat kan in hoofdlijnen aangeven welke potentiële bedreigingen binnen een specifieke context zijn afgenomen respectievelijk toegenomen en welke invloed deze bedreigingen hebben op bindingen in de samenleving.
Eindtermen VWO
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B1: Socialisatie
4. De kandidaat kan ontleden hoe cultuuroverdracht en cultuurverwerving door socialisatie plaatsvinden. Hij kan tevens verbanden beschrijven tussen persoonlijke identiteit en collectieve identiteit en culturen classificeren op basis van verschillende culturele dimensies.
Domein D: Binding (binnen een specifieke context
Subdomein D4: Voorbeeld binnen een specifieke context dat van invloed is op affectieve bindingen in de samenleving
17. De kandidaat kan binnen een specifieke context beredeneren wat de effecten zijn van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen op de affectieve bindingen in een samenleving.