In november 1944 pakten de Duitse bezetters van Nederland in Amsterdam en Rotterdam vele duizenden mannen op tijdens een omgangrijke razzia. Die mannen werden weggevoerd om onder dwang te werken voor Dutsland.
Waarom vond juist toen die razzia laats? En waarom was het soms moeilijk om die dwangarbeiders naar de beoogde werkplekken te brengen?
Dat zoeken de leerlingen in deze les uit aan de hand van interviews met vier van die mannen.
Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit. Eerst laat u alle leerlingen individueel ‘Bron: de razzia van november 194 lezen en de vragen beantwoorden over deze tekst. Ruim hiervoor 10 minuten in.
Daarna deelt u de klas in drietallen in. U geeft elk drietal een exemplaar van de twee blanco landkaarten in ‘Bron: Blanco kaarten’ en twee kleurpotloden in verschillende kleuren.
Elk drietal kiest een van de vier videofragmenten om te bekijken. Let er wel op dat alle vier de framenten tenminsen éénmaal wordt gekozen. Daar gaan ze de rest van de lestijd mee werken.
Aan de hand van het gekozen fragment tekent ieder drietal de route uit die de man die in het fragment aan het woord komt, heeft gevolgd van zijn woonplaats tot de plek waar hij voor de Duitsers dwangarbeid moest verrichten. Daarbij geven de leerlingen zo precies mogelijk aan:
- Langs welke plaatsen de route voerde. Die route tekenen ze op de kaarten in met een potlood.
- welke stukken van de route werden afgelegd met welk soort vervoer;
- waar langs de route noodgedwongen een omweg moest worden gemaakt en waarom,
- hoe de route nu kan worden afgelegd en met welke soorten vervoer. Die route tekenen de leerlingen met behulp van een reisplanner met een ander kleur potlood op de kaarten in.
Het is de bedoeling dat de leerlingen voor beide kaarten samen een legenda maken.
Als iedereen klaar is, kijkt u de landkaarten na.
Daarna bespreekt u kort de ingeleverde landkaarten. Met name gaat samen met de leerlingen na waarom het reizen van Rotterdam naar Duitsland nu anders gaat, en vooral, makkelijker en sneller kan dan in november 1944.
Uitwerking
De inhoud van deze les sluit aan bij de thema’s Tweede Wereldoorlog en verkeer en vervoer en geeft een beeld van de problemen die het transporteren van grote hoeveelheden mensen opleveren in een transportnetwerk waarbij de helft van het netwerk in vijandige handen is gevallen en het overige deel zwaar heeft te lijden onder bombardementen.
- 4 routes
- Route 1: Rotterdam, Waddinxveen, Utrecht, Scherpenzeel, Ede, Arnhem, Oosterbeek
- Route 2: Rotterdam, via Lek en Amsterdam-Rijnkanaal naar Amsterdam, over het IJsselmeer naar Kampen, via Drenthe naar Groningen, Winschoten, Emden.
- Route 3: Rotterdam, Delft, Haarlem, Hilversum, Zwolle, Oldenzaal, Köln, Wuppertal (en eventueel Obladen, staat echter niet op de kaarten vermeld)
- Route 4: Rotterdam, via lek en Amsterdam-Rijnkanaal naar Amsterdam, Over het IJsselmeer naar Kampen, Oldenzaal, Osnabrück, Hannover, Harz
- Op de kaart van Nederland de volgende plaatsen en waterwegen: Amsterdam, Amsterdam-Rijnkanaal, Arnhem, Delft, Ede, Groningen, Haarlem, Hilversum, Kampen, Lek, Oldenzaal, Oosterbeek, Rotterdam, Scherpenzeel, Utrecht, Waddinxveen, Winschoten, IJsselmeer, Zwolle.
- Op de kaart van Duitsland de volgende plaatsen: Emden, Hannover, Harz, Köln, Osnabrück, Wuppertal
Eindtermen voor HAVO
Domein B: Wereld
Subdomein B2: Samenhangen en verschillen in de wereld
4. De kandidaat kan ten aanzien van samenhangen en verschillen in de wereld:
4 b. Het proces van mondialisering beschrijven, herkennen en in hoofdlijnen verklaren. Het betreft:
4b 1. Economische en (sociaal-)culturele mondialisering
In dit verband kan de kandidaat: Het proces van mondialisering/globalisering in economisch en (sociaal-)cultureel opzicht beschrijven en verklaren.
Domein E: Leefomgeving
Subdomein E1: Nationale en regionale vraagstukken
11b. De kandidaat kan zich een beargumenteerde mening vormen over
11b 1. actuele ruimtelijke en sociaaleconomische vraagstukken van stedelijke gebieden in Nederland In dit verband kan de kandidaat:
- Stedelijke vraagstukken analyseren en beoordelen, in het bijzonder rond de stedelijke economie
Eindtermen voor VWO
Domein B: Wereld
Subdomein B1: Samenhang en verscheidenheid in de wereld
3. De kandidaat kan ten aanzien van samenhang en verscheidenheid in de wereld:
3a. de begrippen ‘mondialisering’ en ‘tijdruimtecompressie’ in onderling verband en vanuit een geografisch perspectief analyseren;
Het betreft: De economische, politieke en culturele dimensies van globalisering
In dit verband kan de kandidaat: Aan het proces van mondialisering/globalisering economische, culturele en politieke dimensies onderscheiden en aangeven hoe deze dimensies elkaar beïnvloeden.
Domein E: Leefomgeving
Subdomein E1: Nationale en regionale vraagstukken
9. De kandidaat kan zich een beargumenteerde mening vormen over:
9b. De kandidaat kan zich een beargumenteerde mening vormen over actuele ruimtelijke en sociaaleconomische vraagstukken van stedelijke gebieden in Nederland
Het betreft:
9b.1. vraagstukken van stedelijke ontwikkeling op het niveau van de Randstad en haar invloedssfeer
In dit verband kan de kandidaat:
- Aangeven dat de Randstad concurreert met andere stedelijke gebieden in Europa waar het gaat om het aantrekken van bedrijven, instellingen en bewoners.
- Aangeven dat er een globale ontwikkeling is van demografische krimp in plattelandsgebieden en concentratie van mensen, bedrijven en diensten in de Randstad.
- Het beleid van de overheid ten aanzien van de ruimtelijke vraagstukken in de Randstad beschrijven en kritisch beoordelen.