Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen. Ook zette het Duitse leger vliegtuigen in om parachutisten te droppen boven bruggen, verkeersknooppunten en andere strategische plekken in Nederland om die te bezetten. Tot Nederland zich op 14 mei 1940 overgaf, vochten Nederlandse vliegeniers tegen de Duitse luchtmacht. Hoewel deze zogenaamde Meivliegers getalsmatig en qua materieel in de minderheid waren, wisten ze de Duitse luchtmacht grote verliezen toe te brengen. Enkele Meivliegers deden later hun verhaal over deze strijd.
Aan de hand van deze verhalen gaan leerlingen na of de Meivliegers werkelijk alles hadden gedaan wat in hun macht lag in hun strijd tegen de Duitse luchtmacht
Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 2 lesuren uit. U laat de leerlingen de opdracht in de les in groepen van vier maken.
Deel I
De leerlingen lezen ‘Hans Vos vertelt'. Daarna bekijken ze het interview met Hans Hellendoorn, met Dick Lewis en met Herman John Vermeulen. Aan de hand van deze bronnen geven ze antwoord op de drie vragen in ‘Opdracht’ en schrijven die voor zichzelf op. Die antwoorden hebben ze nodig in deel II van de opdracht.
Deel II
De leerlingen bekijken het interview met Guus Kiel, met Jan Linzel en met Henk Sitter. Ook lezen ze ‘Bron: Militaire Willemsorde’.
Daarna gaan ze na of deze drie Meivliegers de Militaire Willemsorde moeten krijgen aan de hand van de criteria moed, beleid en trouw.
Aan de hand van de uitkomst van die beoordeling en de antwoorden op de vragen stellen ze hierover een advies op aan koningin Wilhelmina. Die was in mei 1940 en tot 1948 staatshoofd van Nederland en het Nederlandse staatshoofd is bevoegd en heeft tot taak om Nederlandse ingezetenen die ervoor in aanmerking komen, een onderscheiding te geven zoals de Militaire Willemsorde.
Als iedereen klaar is, laat u iedere groep zijn advies aan koningin Wilhelmina presenteren in de klas.
Uitwerking
- Wat konden zij doen?
Naar hun mogelijkheden handelen: de strijd met volle inzet en op een slimme manier aangaan. - Waren ze voorbereid?
Nee, eigenlijk niet. Ze rekenden op neutraliteit, net als in de Eerste Wereldoorlog. De luchtmacht had nog niet alle bij Fokker bestelde vliegtuigen ontvangen en was dus niet op sterkte. - Hoe succesvol was hun strijd tegen de Duitse Luftwaffe?
De eerste dag was desastreus. Ze verloren de helft van hun vliegtuigen, 60 van de 125. Daarna hebben ze steeds op een slimme manier aangevallen, hebben ze de Duitsers veel schade toegebracht en verloren ze eigenlijk géén vliegtuigen meer. De Duitsers op hun beurt verloren 425 van de ongeveer 1000 vliegtuigen.
De Nederlandse luchtmacht heeft de strijd moeten staken, toen het Nederlandse leger zich had overgegeven na het bombardement op Rotterdam.
Eindtermen voor HAVO
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw;
Domein B: Oriëntatiekennis 8.
De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2: - de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
40. het voeren van twee wereldoorlogen”
Eindtermen voor VWO
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) / eerste helft 20e eeuw;
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
- uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
Voor tijdvak 9 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
40. het voeren van twee wereldoorlogen”