Bleekneusjes te gast - voor de docent: info

 
Tijdens en na de Duitse bezetting van Nederland kregen kinderen in onder andere Schiedam een plek in een gastgezin om er enkele weken of maanden door te brengen. Tijdens de bezetting gingen kinderen altijd naar gastgezinnen elders in Nederland. Tijdens de eerste maanden na de bevrijding van Nederland in mei 1945 gingen er ook stadskinderen naar gastgezinnen in het buitenland, in Zweden of Zwitserland bijvoorbeeld.

In alle gevallen was de reden waarom ze naar een gastgezin werden gestuurd, om te herstellen van ondervoeding en andere ontberingen.

Hoe beviel hen dat verblijf in hun nieuwe omgeving, met mensen die ze eerst helemaal niet kenden? En hoe kijken ze er na meer dan zestig jaar op terug? Dat leren de leerlingen in deze les aan de hand van interviews met enkele van deze voormalige pleegkinderen.

Plan van aanpak
Voor de les trekt u 1-2 lesuren uit.

De opdracht bestaat uit drie delen:

  • individueel lezen van ‘Bron: Aansterken’
  • raadplegen in groepen van de overige bonnen en aan de hand hiervan antwoord geven op de onderzoeksvragen in ‘Opdracht’
  • klassengesprek.

Eerst laat u de leerlingen ‘Bron: Aansterken’ lezen. Daarna deelt u de klas in tien groepen in. Zie erop toe dat de groepen de twintig bronnen met tekst en film als volgt verdelen: Een groep kiest bron 1 en 11, een andere groep bron 2 en 12, een derde groep bron 3 en 13, enzovoort.

Op die manier zorgt u ervoor dat iedere groep een bron neemt over iemand die als kind tijdens de bezetting in een gastgezin werd geplaatst en een bron over iemand die als kind kort na de bezetting in een gastgezin werd geplaatst. 

U begint het klassengesprek door iedere groep te vrgen wat ze als antwoord op de onderzoeksvragen hebben opgeschreven.

Daarna laat u de leerlingen raten over hoe het is als hun ouders en of meer pleegkinderen tijdeljk in huis nemen en hoe ze met die kinderen zouden omgaan.

Uitwerking
De kinderen uit Schiedam die na de bevrijding van Nederland naar een gastgezin werden gestuurd, moesten daar herstellen van ondervoeding en/of een kwaal (astma bijvoorbeeld). Dat gold soms ook voor kinderen die tijdens de Duitse bezetting naar een gastgezin werden gestuurd, vooral als de uitzending naar hun gastgezin plaatsvond tijdens de Hongerwinter. Tijdens de Duitse bezetting werden Schiedamse kinderen soms uitgezonden om ergens anders hun vakantie door te brengen. één van de geïnterviewden, een jongen in een Schiedams weeshuis woonde, ging om die reden twee weken naar een vakantiekamp.

Eindtermen HAVO
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B3: Socialisatie binnen een specifieke context
6. De kandidaat kan in hoofdlijnen maatschappelijke ontwikkelingen beschrijven die van invloed zijn op socialisatieprocessen en op de rol van socialisatoren daarin. Hij kan tevens conclusies trekken over de veranderde socialisatieprocessen.
Domein D: Binding (binnen een specifieke context
Subdomein D1: Sociale cohesie: mate van binding
14. De kandidaat kan typen bindingen onderscheiden en indelen naar niveaus. Hij kan het verband leggen tussen sociale cohesie en sociale controle en voorbeelden geven van kenmerken van sociale instituties.
Subdomein D3: Bedreigingen voor de bindingen in de samenleving binnen een specifieke context
16. De kandidaat kan in hoofdlijnen aangeven welke potentiele bedreigingen binnen een specifieke context zijn afgenomen respectievelijk toegenomen en welke invloed deze bedreigingen hebben op bindingen in de samenleving.

Eindtermen VWO
Domein B: Vorming (binnen een specifieke context)
Subdomein B3: Visies vanuit paradigma’s op socialisatie en politieke socialisatie
6. De kandidaat kan verschillende visies op socialisatie en politieke socialisatie vanuit drie sociaalwetenschappelijke paradigma’s onderscheiden22.
Domein D: Binding (binnen een specifieke context)
Subdomein D1: Sociale cohesie: mate van binding
14. De kandidaat kan onderscheiden welke indicatoren van sociale cohesie, wetenschappers vanuit verschillende paradigma’s onderzoeken.”

 

verwante lessen

Login Form