10 actiepunten

    De Global Movement for Children, een coalitie van honderden kinderrechtenorganisaties in de wereld, heeft een tiental speerpunten of eisen opgesteld die op de top centraal zouden moeten staan. Het Platform VN Kindertop 2002 heeft deze actiepunten voor Nederland overgenomen en vertaald.

    De 10 eisen zijn:

    1. Elk kind telt
      Alle kinderen zijn gelijk. Dat klinkt heel mooi maar in de praktijk worden heel veel kinderen gediscrimineerd. Bijvoorbeeld omdat ze gehandicapt zijn. Of omdat ze per ongeluk als meisje geboren zijn: in veel landen krijgen meisjes geen of maar heel weinig onderwijs omdat zij achtergesteld worden bij jongens. Zij worden geacht later kinderen te krijgen en voor het huishouden te zorgen. Soms worden ze zelfs na hun geboorte vermoord omdat de ouders liever een jongetje hebben.
      Ook in Nederland worden kinderen soms gediscrimineerd. Omdat hun ouders uit een ander land afkomstig zijn, omdat ze een ander geloof hebben dan de meeste andere kinderen of omdat ze een bril dragen of rood haar hebben. Zij worden daarmee gepest of uitgescholden.
      Kinderen die blootstaan aan discriminatie, kunnen zelf vaak niets aan hun situatie veranderen. Anderen kunnen dat wel door niet meer te discrimineren of te pesten en klasgenoten die dat (nog) wel doen erop aan te spreken.

    2. Kinderen eerst
      Kinderen hebben rechten. De wereld heeft de plicht deze te beschermen.
      In 1989 hebben bijna alle landen ter wereld beloofd om goed voor hun kinderen te zorgen. Deze afspraken staan in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Kinderen uit Amerika hebben dezelfde rechten als kinderen uit China. Kinderen uit Amsterdam hebben dezelfde rechten als kinderen uit Maastricht. Meisjes en jongens hebben dezelfde rechten, kinderen die gezond en ziek of gehandicapt zijn hebben dezelfde rechten. Rijk of arm, blank of zwart, meisje of jongen, gehandicapt of niet, dat maakt niets uit. Kinderrechten zijn bestemd voor alle kinderen uit de hele wereld.
      In 1989 en in 1990 hebben we met z'n allen afgesproken dat we er alles aan doen om kinderen hun rechten te geven. Niet alleen regeringen, maar ook ouders, volwassenen, bedrijven, clubs moeten opkomen voor kinderrechten. Dat geldt trouwens ook voor kinderen! Op school kun je daar aandacht aan besteden, in de schoolkrant bijvoorbeeld. Via allerlei kinder- en jongerenclubs kun je je inzetten voor de kinderrechten. Amnesty International bijvoorbeeld heeft een speciaal lidmaatschap en blad (Frontaal) voor jongeren tot 23 jaar. In diverse steden zijn er ook jongerengroepen van Amnesty actief. Defence for Children heeft eeen kinderclub voor 8-12-jarigen: de Kabaalclub

    3. Zorg voor elk kind
      Alle kinderen moeten zo gezond mogelijk kunnen opgroeien. Dat kan met name door inentingen, goede voeding, veilig drinkwater en een gezonde, veilige en zorgzame omgeving. Toch sterven elk jaar 11 miljoen kinderen voordat ze vijf jaar worden. Ze overlijden aan ziektes als de mazelen, longontsteking of drogen uit door diarree. En dat terwijl je deze ziektes eenvoudig kunt bestrijden of zelfs voorkomen.
      Er zijn medicijnen, dokters, ziekenhuizen nodig. Vaccins om kinderen in te enten. Ook moeten kinderen leren hoe ze gezond kunnen blijven. Zoals handen wassen, gezond eten, geen water uit de rivier drinken zonder het te koken.

      In sommige landen is het schande als meisjes zwanger worden voordat ze getrouwd zijn. Deze meisjes durven niet naar een dokter te gaan. "Ik had geen geld en er was niemand die ik in vertrouwen durfde te nemen", zo zegt een 17-jarig meisje uit Ethiopië. "Toen ik merkte dat ik zwanger was, ben ik naar een man gegaan die abortussen uitvoert voor weinig geld. na de abortus bloedde ik hevig en had ik een erg veel pijn. Als mijn familie me niet op tijd gevonden en me naar een ziekenhuis had gebracht, was ik vast en zeker dood gegaan."

    4. Vecht tegen aids


      Kinderen van 12 jaar leren in Thailand welke groepen
      risico lopen om aids te krijgen


      Aids grijpt wereldwijd om zich heen. Niet alleen de persoon ziek is, wordt getroffen. Iedereen die een familielid, vriend of vriendin verliest, heeft veel verdriet. 33 miljoen kinderen zijn wees geworden. Veel wonen nu bij hun opa of oma, maar er is weinig geld. Naar school gaan is er dan vaak niet meer bij. Ze moeten werken om de kost te verdienen en zorgen voor hun kleinere broertjes of zusjes. Ze moeten dan al leven als volwassenen terwijl ze vaak nog niet eens in de pubertijd zijn. In Oeganda en andere Afrikaanse landen is het de gewoonte dat het oudste meisje van het gezin moeder helpt als die ziek wordt. Vaak worden meisjes om die reden van school gehaald. Als beide ouders niet meer leven neemt het oudste meisje de rol van moeder op zich. Door deze gebruiken houdt aids meisjes tegen om naar school te gaan of om hun school af te maken. Maar ook jongens moeten vaak gaan werken: "Toen mijn vader stierf, was ik 14 jaar", zegt Maurice Kibuuka, een jongen uit Oeganda. "We waren met z'n achten en mijn moeder moest toen alleen voor ons zorgen. Ik werd het hoofd van het gezin en was verantwoordelijk voor geld, voedsel, kleren en zelfs voor onderdak. Ik had geen keus en ben van school afgegaan."

      Veel jonge vrouwen raken besmet, juist als ze een gezin stichten. Hun kinderen krijgen de ziekte bij hun geboorte mee (al lukt het soms dat te voorkomen door het gebruiken van bepaalde medicijnen). Deze kinderen hebben daar niets tegen kunnen doen. Toch worden ze gediscrimineerd, omdat gezonde mensen bang zijn de ziekte zelf te krijgen als je ze aanraakt. Ze worden dan als onaanraakbaar behandeld. Veel zieke kinderen worden thuis verzorgd. Maar ook worden er kinderen met aids in de steek gelaten. Die zijn, als niemand ze wil adopteren, aangewezen op kindertehuizen of ziekenhuizen maar die zijn niet altijd berekend op zorg voor aids-patiënten.
      Armoede bevordert aids. Dat gebeurt vooral als kinderen op straat leven, omdat hun ouders niet meer voor hen kunnen zorgen omdat ze daar te arm voor zijn. De kinderen moeten dan geld zien (bij) te verdienen. Straatkinderen krijgen aids als ze door besmette personen seksueel worden misbruikt of als ze in de prostitutie terecht komen. Dat gebeurt vaak zonder dat ze het zelf weten, omdat ze van niemand hebben gehoord hoe ze besmeting kunnen voorkomen. Als bovendien straatkinderen nooit worden getest op aids besmette kinderen op straat blijven leven, grijpt de ziekte ongehinderd om zich heen.
      Aids breekt ook openbare voorzieningen af. Kinderen krijgen geen les meer omdat hun onderwijzers aids hebben gekregen, niet meer in staat zijn om te werken en ten slotte doodgaan. Ziekenhuizen en andere instellingen van gezondheidszorg raken door aids steeds meer personeel kwijt, waardoor steeds meer mensen onvoldoende of helemaal geen medische hulp krijgen.

    5. Stop misbruik van kinderen
      Het geweld tegen kinderen moet onmiddellijk worden gestopt. Dat geldt ook voor de seksuele en economische uitbuiting van kinderen. "Ik ben een maand lang niet naar school gegaan. Alles herinnerde me aan wat er met mij gebeurd is. Elke keer als ik mijn schooluniform draag, moet ik er weer aan denken. Ik hoor hem lachen in mijn dromen", aldus een 14-jarig Zuid-Afrikaans meisje dat door haar leraar seksueel misbruikt werd.
      "Deze vrouw behandelt me heel slecht sinds mijn eigen moeder dood is", zegt een Oegandees meisje over haar pleegmoeder. "Zij brengt mannen naar ons huis en wil dat ik met hen slaap. Als ik weiger dreigt ze me zonder een cent op zak op straat te gooien."

      Ieder kind heeft het recht op te groeien in een veilige en liefdevolle omgeving. Kinderen zijn voor hun leiding en bescherming op volwassenen aangewezen. Dus als volwassenen kinderen pijn doen of exploiteren is dat het meest schandelijke misbruik van vertrouwen dat er bestaat. Je mag een kind geen kwaad doen. Thuis niet en op school niet, niet op straat en ook niet op het werk.
      Toch gebeurt dit iedere dag, overal ter wereld. In ontwikkelingslanden werken ongeveer 250 miljoen kinderen in de leeftijd van 5-14 jaar. Zo'n 120 miljoen kinderen werken full-time, velen van hen negen of meer uren per dag. Bijna tachtig procent van deze kinderen krijgt geen cent voor dat werk. En ze gaan geen van allen naar school.
      Kinderarbeid is niet alleen een gevolg van armoede, zij houdt die armoede ook in stand. Ongeschoolde kinderen hebben later maar weinig kansen om iets aan hun situatie te veranderen. Vele ongeschoolde mensen zijn voor hun levensonderhoud weer afhankelijk van hun eigen kinderen. En zo is de cirkel rond.

    6. Neem kinderen serieus
      Kinderen hebben recht op een eigen mening en daar moet naar geluisterd worden.
      Stel: naast jullie school komt een groot winkelcentrum. De winkeliers willen graag meer parkeerplaatsen voor hun klanten. Ze hebben een oogje laten vallen op julie speelplaats. Voor een hoop geld gaat het bestuur van jullie school ermee akkoord dat de helft van de speelplaats verdwijnt ten behoeve die parkeerplaatsen. Vind je niet dat jullie het recht hebben om ook iets over het afstaan van een stuk speelplaats te zeggen te hebben?

      Als klein bent, dan ben je aan het leren en weet je nog niet alles. Maar kinderen hebben net zoals volwassenen, een mening. Jij hebt vast een mening over welke muziek je leuk of stom vindt, wat je lievelingseten en kleding is. Of een mening over meer serieuze onderwerpen zoals oorlog of geweld op straat. Daarbij hoef je het natuurlijk niet altijd met elkaar eens te zijn. Zolang je niemand beledigt en ook luistert naar de mening van iemand anders.
      Volwassenen nemen vaak de beslissing, maar ze moeten ook luisteren naar kinderen. Zeker als het met hun toekomst te maken heeft.

    7. Onderwijs voor alle kinderen
      Heb je elke dag als je opstaat zin om naar school te gaan? Vast niet. Je zult vast wel eens met tegenzin naar school gaan. Veel kinderen in het Zuiden zijn jaloers op je. Zij zouden ook graag naar school gaan. Meer dan 100 miljoen kinderen zouden wel willen, maar mogen of kunnen niet naar school. Vaak omdat de ouders te arm zijn en het schoolgeld niet kunnen betalen of de inkomsten uit kinderarbeid niet kunnen missen. Veel meisjes moeten thuis blijven om te helpen in het huishouden. En dat terwijl in het Kinderrechtenverdrag staat dat alle meisjes en jongens recht hebben op verplicht en gratis basisonderwijs van goede kwaliteit.

      "Mijn pleegmoeder wil dat ik niet meer naar school ga. Ze wil dat ik als hulp in de huishouding ga werken, zodat ik geld verdien om voedsel van te kopen", aldus Beatrice, een 16-jarig meisje uit Kenia.

      Op school leer je belangrijke dingen als lezen, rekenen en schrijven. Als je dat allemaal niet leert kunnen mensen je gemakkelijk voor de gek houden. Ook is het moeilijk leuk werk te vinden wanneer je later groot bent. Toch hebben deze kinderen ook recht op onderwijs. Alle kinderen op de wereld moeten naar school kunnen.

    8. Bescherm kinderen tegen oorlog
      "Ik moest overdag eten koken voor de guerrilla's", zegt Rekha Kumari Ale Magar uit Nepal. Ze was 14 toen ze door guerrilla's ontvoerd werd uit het dorp Tarulban in mei 2000. "'s Nachts kregen we guerrilla-training en leerden we hoe we de politie moesten aanvallen en hoe we wapens moesten afvuren."
      "We moesten wapens dragen en mensen doden. De soldaten van het Verenigd Revolutionair Front maakten ons wijs dat er niemand was die om ons gaf. We weten nu dat we zijn misleid. Onze echte vrienden zijn de mensen in de steden en dorpen die we hebben achtergelaten en op wie we ons aan het wreken waren."

      Er is nog nooit een kind een oorlog begonnen. Maar veel kinderen zijn er dagelijks bij betrokken, als dader en als slachtoffer. Kindsoldaten worden aangezet tot moorden. Veel andere kinderen hebben hun hele hebben en houwen achter moeten laten op de vlucht voor het geweld. Ze zitten soms jarenlang vast in kampen en kunnen niet terug naar huis. In de kampen lijden ze honger, krijgen ze geen goed onderwijs en kunnen nergens spelen.

    9. Bescherm de aarde


      Scholieren in Belize maken de omgeving rond hun school schoon

      Het milieu is van ons allemaal. Nu kunnen we nog kiezen wat we doen met ons milieu. Maar er zijn al veel problemen. De grote bergen afval, het kappen van de regenwouden, dieren zoals de tijger die worden bedreigd met uitsterven. Maar ook het water is in gevaar. Zeeën worden leeggevist en veel drinkwater is vervuild. Ruim een miljard mensen heeft geen schoon water en ruim twee miljard mensen hebben geen fatsoenlijke wc. Miljoenen kinderen in de wereld worden ziek of sterven een onnodige dood door vervuild water of gebrek aan schoon drinkwater. Deze eeuw is de kans groot dat er een enorm tekort komt aan veilig drinkwater.
      De fouten die we vandaag maken, zullen de huidige kinderen als ze groot zijn blijven achtervolgen. Samen, jong en oud, moeten we goed voor de aarde zorgen en nu in actie komen. Anders is het te laat.

    10. Vecht tegen armoede
      Arm zijn is relatief. Als je in Nederland maar 1000 gulden per maand hebt, kun je daar niet veel van kopen. Na aftrek van de huur, gas, water, licht en de dagelijkse boodschappen houd je waarschijnlijk bijna niets over. Geen bioscoopje pakken of een paar mooie skates kopen.
      Met duizend gulden in Malawi behoor je tot de rijken van het land. Je kunt in een prachtig huis wonen, auto rijden en jezelf een lekker laten verwennen.
      Armoede is meer dan geldgebrek. Voor miljoenen kinderen ter wereld betekent armoede dat ze geen controle hebben over hun eigen leven. Ze moeten dat je niet naar school kunt, dat je lange dagen moet werken in gevaarlijke of afschuwelijke omstandigheden, puur om te kunnen overleven. Het betekent dat je geen betere toekomst voor jezelf kunt opbouwen.
      Dat is bitter, als je ziet dat kinderen om je heen wel alles hebben en kunnen doen wat ze willen. Arm zijn betekent dus meer dan alleen geen geld hebben. Het is net alsof je niet helemaal meetelt!