Iran

    De Koerden wonen vooral in het noordoosten

    In Iran wonen ongeveer 7 miljoen Koerden en dat is 12% van de bevolking van het land. De Koerden wonen vooral in het bergachtige grensgebied met Turkije en Irak. Dit is het enige gebied waar Koerden wonen dat ook werkelijk Koerdistan wordt genoemd (de Koerden zelf gebruiken de term Koerdistan liever voor het hele gebied in de zes landen waar Koerden wonen).

    Ook in de provincie Khorasan woont een groot aantal Koerden en elders in het land zijn er enkele kleine Koerdische gemeenschappen. De meeste Koerden spreken hun eigen taal maar ongeveer 10% spreekt Perzisch of Turks. Er is nog een bevolkingsgroep waarvan men vermoedt dat ze van Koerdische afstamming zijn, de Loeren. Maar die hebben nooit meegedaan aan nationalistische acties van Koerden in en buiten Iran.

    De Koerden leven van de landbouw, maar die kan de groeiende bevolking steeds minder onderhouden. Dat is vooral het geval in de grensstreek van Irak met Turkije omdat het daar in de bergen moeilijk is om nieuwe akkers aan te leggen. Het gebied is daardoor nu één der armste en minst ontwikkelde delen van Iran.
    De Koerden leven nog min of meer in stamverband. Eerst waren rijke boeren stamhoofd. Ze hadden zelfs veel politieke invloed en er was enigszins sprake van zelfbestuur onder de Koerden. Maar toen het met de landbouw steeds slechter ging en rondtrekkende Koerden met hun kuddes werden gedwongen om zich op een vaste plaats te vestigen, raakten de stamhoofden hun aanzien kwijt. Hun plaats werd ingenomen door mensen met een hoge opleiding of een goedbetaalde baan of door geestelijke leiders. Politieke macht hadden ze nauwelijks.

    Koerden worden in Iran niet openlijk gediscrimineerd en zeker niet vervolgd zoals in de buurlanden. Dat was al zo toen de sjah nog aan de macht was (die verdreven is) en dat is tijdens en na het bewind van ayatollah Khomeini zo gebleven. Wel worden hun taal en cultuur beschouwd als folkloristische rariteiten. Het Koerdisch zou alleen maar een dialect van het Perzisch zijn en dus geen zelfstandige taal. Ook hun tradities en gewoontes maken de Koerden in Iraanse ogen een toeristische attractie en het volk wordt verder niet serieus genomen. Dat hebben de Koerden altijd een vernedering gevonden. Onderwijs in het Koerdisch is verboden en Koerdische radiostations mogen alleen hun cultuur laten zien als folklore zonder veel belang voor het leven van alledag. Ook heeft de overheid de gewoonte om Koerden in overheidsdienst alleen buiten hun woongebied aan het werk te zetten.

    De meeste Koerden behoren tot andere stromingen in de islam dan de Iraniërs. Ze moeten zich wel voegen naar de Iraanse geestelijke leiders omdat die veel meer macht hebben dan die van de Koerden zelf. Dat is vooral het geval geweest tijdens het bewind van ayatollah Khomeini (die aan de macht was van 1979 tot 1989).
    Er is wel strijd geleverd voor (meer) zelfbestuur maar tot nu toe zonder veel succes. Eerst trad de sjah er hard tegen op, later ayatollah Khomeini die de KDP (Koerdische Democratische Partij; de politieke partij van de Koerden) zelfs enkele keren verbood.
    Ook nu is zelfbestuur voor de Koerden bij de Iraanse regering absoluut niet bespreekbaar. Dat geldt overigens ook voor alle andere etnische groepen in het land zoals de Turkmenen, die ook graag een eigen staat zouden willen hebben.