Landen in de Hoorn van Afrika












Djibouti







Oppervlakte: 22.000 km2

Hoofdstad: Djibouti

Bevolking: 447.439. Hiervan leeft 2/3e in de hoofdstad, de anderen zijn rondtrekkende herders

Geografie: Djibouti bestaat uit een kustvlakte en een plateau met daartussenin een centraal berggebied. Nu en dan brengen cycloon-achtige storingen vanuit de Indische Oceaan zware regenval en overstromingen in het gebied dat ook te maken heeft met aardbevingen en droogtes.

Levensverwachting bij geboorte: 51,5 jaar

Bevolkingsgroepen: Somali 60%, Afar 35%, Fransen, Arabieren, Ethiopiërs en Italianen 5%

Godsdiensten: moslims 94%, christenen 6%

Talen: Frans (officieel), Arabisch (officieel), Somali, Afar

Geletterdheid: totale bevolking 46,2% (mannen 60,3%, vrouwen 32,7%) schatting 1995

Politieke partijen en leiders: Volksvergadering van de Vooruitgang of VVV (Hassan Gouled Aptidon)

Economie: Door de geringe regenval kunnen alleen fruit en groentes worden verbouwd; het meeste voedsel moet worden ingevoerd. Djibouti is zowel een doorvoorhaven voor het gebied (van de Hoorn) als een internationaal overlaad- en bevoorradingsstation. Het heeft weinig natuurlijke grondstoffen en er is weinig industrie. Om de betalingsbalans in evenwicht te houden en ontwikkelingsprojecten te financieren is het land in grote mate afhankelijk van buitenlandse hulp. Werkloosheid blijft met zijn 40 tot 50% een van de grootste problemen. Daar komt nog bij dat oplaaiende gevechten tussen Ethiopië en Eritrea de gewone handelsbetrekkingen met het buitenland hebben verstoord. Doordat zij te maken heeft met veelvuldige economische problemen heeft de regering grote achterstand opgelopen bij het aflossen van buitenlandse schulden.

Schulden aan het buitenland: 276 miljoen dollar (schatting 1996)

Economische hulp ontvangen: 106,3 miljoen dollar (1995)

Munteenheid: 1 Djibouti Franc = 100 centimes

Wisselkoers: 1 dollar = 177,721 Djibouti Franc (dit is een vaste wisselkoers geldig vanaf 1973)

Militaire uitgaven in dollars: 22,5 miljoen dollar (1997)

Militaire uitgaven in % van BNP: 4,5% (1997)





Eritrea







Oppervlakte: 121.320 km2

Hoofdstad: Asmara (voorheen Asmera)

Bevolking: 3.984,723 (schatting juli 1999)

Geografie: Eritrea is een hete en droge woestijnzone gelegen aan de Rode Zee. In het centraal gelegen hoogland is het koeler en natter (met tot 610 millimeter regen per jaar), in het middel-hoge heuvelland en in laagvlaktes in het westen. Het land heeft te kampen met veelvuldige droogtes, ontbossing en woestijnvorming.

Levensverwachting bij geboorte: 55,75 jaar

Bevolkingsgroepen: etnische Tigrinya 50%, Tigrayanen en Kunama 40%, Afar 4%, Saho (kustbewoners aan de Rode Zee) 3%

Godsdiensten: moslims, Koptische christenen, rooms-Katholieken, Protestanten

Talen: Afar, Amharic, Arabisch, Tigrayaans en Kunama, Tigrinya, talen die door kleine etnische groepen worden gesproken

Geletterdheid: Onbekend

Politieke partijen en leiders: Volksfront voor Democratie en Rechtvaardigheid of VFDR, de enige partij die door de regering is erkend (Isaias Afworki, Petros Solomon)

Economie: Nadat Eritrea op 24 mei 1993 onafhankelijk is geworden van Ethiopië is het een klein en schrijnend arm land met alle economische ellende van dien. De economie draait grotendeels op zelfvoorzienende landbouw waar ruim 70% van de bevolking als boeren of herders in werkzaam is. Doordat arbeiders uit het buitenland bijsprongen is het Bruto Nationaal Product (BNP) aanzienlijk gegroeid. Aanleg van wegen geldt als een nationale prioriteit. Op de lange termijn mag Eritrea rekenen op inkomsten door de ontwikkeling van oliewinning op zee, zeevisserij en toerisme.

Schulden aan het buitenland: 46 miljoen dollar (schatting 1996)

Economische hulp ontvangen: 149,9 miljoen dollar (1995)

Munteenheid: 1 nakfa = 100 cent

Wisselkoers: 1 dollar = 7,6 nakfa (januari 1999); N.B.: Nadat Eritrea onafhankelijk werd bleef het tot 1997 de Ethiopische munteenheid gebruiken, toen voerde zij haar eigen munteenheid in, de nakfa, en die kreeg ongeveer dezelfde wisselkoers als de birr, namelijk 7,2 nakfa voor een dollar.

Militaire uitgaven in dollars: 196 miljoen dollar (1997)

Militaire uitgaven in % van BNP: 28,6% (1997)





Ethiopië







Oppervlakte: 1.127.127 km2

Hoofdstad: Addis Abeba

Bevolking: 59.680.383 (schatting juli 1999)

Geografie: Ethiopië is een hooggelegen plateau met een centraal gelegen bergketen dat doorsneden wordt door de Grote Riftvallei. Dit is een geologisch actief gebied en er komen aardbevingen en vulkaanuitbarstingen voor. Delen van het land staan onder invloed van tropische regenmoessons. De streek heeft regelmatig te kampen met droogte.

Levensverwachting bij geboorte: 40,45 jaar

Bevolkingsgroepen: Oromo 40%, Amhara en Tigrayanen 32%, Sidamo 9%, Shankella 6%, Somali 6%, afar 4%, Goerage 2%, overigen 1%

Godsdiensten: moslims 45-50%, Ethiopisch-Orthodox 35-40%, natuurgodsdiensten 12%, overige 3-8%

Talen: Amharic, Tigrayaans, Orominga, Guaringa, Somali, Arabisch, Engels (de belangrijkste buitenlandse taal die op scholen onderwezen wordt)

Geletterdheid: totale bevolking 35% (mannen 45,5%, vrouwen 25,3%) schatting uit 1995

Politieke partijen en leiders: Het Ethiopisch Revolutionair Democratisch Volksfront of ERDV (Meles Zenawi)

Economie: Ethiopië is nog steeds één van de minst ontwikkelde landen ter wereld. De economie van het land is gebaseerd op de landbouw die meer dan de helft van het BNP uitmaakt. Meer dan 90% van de grootschalige industrie, maar minder dan 10% van de landbouw is in handen van de staat. Een groot vraagstuk op de middellange termijn vormt de verbetering van het wegennet, de watervoorziening en andere onderdelen van de infrastructuur die gedurende jaren van burgeroorlog in ernstige mate is verwaarloosd.

Schulden aan het buitenland: 10 miljard dollar (1996)

Economische hulp ontvangen: 367 miljoen dollar (begrotingsjaar 1996-‘97)

Munteenheid: 1 birr (Br) = 100 cent

Wisselkoers: 1 dollar is 7,58 birr (januari 1999)

Militaire uitgaven in dollars: 138 miljoen (begrotingsjaar 1998-‘99)

Militaire uitgaven in % van BNP: 2,5% (begrotingsjaar 1998-‘99)

Gezondheidszorg: Er zijn 4 doktoren voor iedere 100.000 mensen (UNDP 1999)

Toegang tot schoon water: Slechts en kwart van de bevolking beschikt over schoon drinkwater





Kenia







Oppervlakte: 582.650 km2

Hoofdstad: Nairobi

Bevolking: 28.808.658 (schatting juli 1999)

Geografie: Het weer varieert van tropisch en vochtig langs de kust tot droger in het binnenland. Kenya heeft laaggelegen vlaktes die oplopen naar een centraal gelegen berggebied en in het westen ligt een vruchtbaar plateau. Op de Kenya-berg liggen gletsjers en er leven grote aantallen dieren van velerlei soort in het wild.

Levensverwachting bij geboorte: 47,2 jaar

Bevolkingsgroepen: Kikuyu 22%, Luhya 14%, Luo 13%, Kalenjin 12%, Kamba 11%, Isii 6%, Meru 66, overig Afrikaans 15%, niet-Afrikaans (Aziatisch, Europeaans en Arabisch) 1%

Godsdiensten: Protestant 38%, Rooms-Katholiek 28%, godsdiensten onder de plaatselijke bevolking 26^, moslims 7%, overigen 1%

Talen: Engels (officieel), Swahili (officieel), talrijke inlandse talen

Geletterdheid: totale bevolking 78,1% (mannen 86,3%, vrouwen 70%) schatting 1995

Politieke partijen en leiders: regerende partij: Kenyaans Nationale Afrikaanse Unie of KANU (president: Daniel Toroitich Arap Moi)

Economie: Vanaf 1993 heeft de regering een programma van liberalisering en hervorming van de economie in uitvoering. Politiek heeft schade toegebracht aan de toeristen-industrie van het land en het IMF heeft het National Enhanced Adjustment Program van Kenia niet verlengd omdat zij vindt dat de regering tekort geschoten is bij het vervullen van voorwaarden op gebied van hervormingen en de bestrijding van corruptie. De hooglanden van Kenia vormen één van de landbouwgebieden met de hoogste landbouwproductie in Afrika.

Schulden aan het buitenland: 6,45 miljard dollar (schatting 1997)

Economische hulp ontvangen: 642,8 miljoen dollar (1995)

Munteenheid: 1 Keniaanse Shilling (KSh) = 100 cent

Wisselkoers: 1 dollar = 61,802 KSh

Militaire uitgaven in dollars: 197 miljoen dollar (begrotingsjaar 1998-‘99)

Militaire uitgaven in % van BNP: 1,9% (begrotingsjaar 1998-‘99)





Soedan







Oppervlakte: 2,505,810 km2

Hoofdstad: Khartoum

Bevolking: 34,475,690 (schatting juli 1999)

Geografie: In Soedan zijn er vier duidelijk te onderscheiden geografische gebieden: landbouwgebied langs rivieren, woestijnen in het noorden, laagvlaktes in het centrum en dicht regenwoud in het zuiden. Het land is voor het merendeel vlak met berggebieden in het westen en het oosten.

Levensverwachting bij geboorte: 56,4 jaar

Bevolkingsgroepen: Zwart 52%, Arabisch 39%, Beja 6%, buitenlanders 2%, overigen 1%

Godsdiensten: Soennitische moslims 70% (in het noorden), godsdiensten bij de plaatselijke bevolking 25%, christenen 5% (meest in het zuiden en in Khartoum)

Talen: Arabisch (officieel), Nubisch, Ta Bedawie, verscheidene dialecten van het Nilotic, het Nilo-Hamitic en het Soedanees, Engels

Geletterdheid: totale bevolking 46,1% (mannen 57,7%, vrouwen 34,6%) schatting 1995

Politieke partijen en leiders: Na een staatsgreep op 30 juni 1989 werden alle politieke partijen verboden maar krachtens een wet die in 1998 werd opgesteld en op 1 januari 1999 is ingegaan zijn politieke "verenigingen" wél toegestaan waaronder het Nationaal Congres (Omar Hassan Ahmed al-bashir)

Economie: De voornaamste activiteiten in de vrije sector zijn landbouw en handel. 80% van de werkende bevolking zijn werkzaam in de landbouw. De industrie is voornamelijk gericht op de verwerking van landbouwproducten. Als gevolg van trage economische groei gedurende de afgelopen tien jaar, vooral te wijten aan afnemende jaarlijkse regenval, zijn de lonen laag gebleven. Grote buitenlandse schulden en grote achterstanden blijven voor problemen zorgen. Gedurende het jaar 1998 bleven de door de regering gevoerde burgeroorlog en het toenemende internationale isolement van de regering de ontwikkeling in andere sectoren van de economie dan die van de landbouw hinderen. Hyperinflatie heeft prijzen van goederen zo ver doen oplopen dat de meeste mensen die niet meer kunnen betalen. In 1998 is de hoogste prioriteit gegeven aan ontwikkeling van olievelden in het zuidelijke deel van Soedan die mogelijk veel gaan opbrengen; de regering werkt samen met buitenlandse partners om de olievelden te exploiteren

Schulden aan het buitenland: 20,3 miljard dollar (schatting 1996)

Economische hulp ontvangen: 254,4 miljoen dollar (1995)

Munteenheid: 1 Soedanees Pond (£Sd) = 100 piasters

Wisselkoers: 1 dollar = 1.1819,7 Soedanees Pond

Militaire uitgaven in dollars: 50 miljoen dollar (begrotingsjaar 1998-‘99)

Militaire uitgaven in % van BNP: onbekend





Somalië







Oppervlakte: 637.60 km2

Hoofdstad: Mogadishu

Bevolking: 7.140.643 (schatting juli 1999)

Geografie: Somalië bestaat voor het grootste deel uit woestijngebied. Van december tot februari is er in het noord-oosten van het de regentijd, van mei tot oktober het zuid-westen. Daartussenin komt op wisselende tijden en in wisselende mate regenval voor afgewisseld met hete, vochtige periodes (lambagili genoemd). Het land is overwegend vlak, met een golvend plateau dat omhoogloopt naar het heuvelgebied in het noorden. Somalië heeft regelmatig te kampen met droogtes en vaak woeden er stofstormen boven de oostelijke vlaktes.

Levensverwachting bij geboorte: 46,4 jaar

Bevolkingsgroepen: Soennitische moslims

Godsdiensten: Onbekend

Talen: Somali (officieel), Arabisch, Italiaans, Engels

Geletterdheid: totale bevolking 24% (mannen 36%, vrouwen 14%) schatting 1990

Politieke partijen en leiders: Terwijl een groot aantal clans strijden om de macht is er in het noorden van het land een redelijk samenhangend bestuursapparaat tot stand gebracht.

Economie: Somalië, dat één van de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld is, heeft weinig natuurlijke hulpbronnen. Daar komt nog bij dat de economie grotendeels is ontwricht door een burgeroorlog. Landbouw is de voornaamste productiesector, Nomaden en half-nomaden, die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van hun veestapel, maken een groot deel van de bevolking uit. Bananen zijn na ve het voornaamste exportartikel. Ook aan het begin van 1999 wordt economische ontwikkeling van enige betekenis tegengehouden door aanhoudende onlusten in Mogadishu en in afgelegen gebieden.

Schulden aan het buitenland: Onbekend

Economische hulp ontvangen: Onbekend

Munteenheid: 1 Somali Shilling (So. Sh.) = 100 cent

Wisselkoers: 1 dollar = 2620 Somali Shilling (januari 1999). N.B.: De Republiek somaliland dat zich onafhankelijk heeft verklaard maar nog door geen enkele landsregering is erkend, geeft haar eigen munt uit, de Somaliland Shilling (So. Sj.)

Militaire uitgaven in dollars: Onbekend

Militaire uitgaven in % van BNP: Onbekend