DE SITUATIE IS NIET HOPELOOS:


stappen op weg naar voedselzekerheid

Altijd maar weer slechte berichten uit de Hoorn van Afrika: droogte, misoogsten, honger, grote sterfte, vooral onder kinderen. Je vraagt je af of het er niet gewoon bij hoort. In sommige streken valt nu eenmaal minder regen en is het gevaar dat oogsten mislukken groter. Of zijn er toch maatregelen te treffen om de risico's te verkleinen. Ethiopiërs, Soedanezen, Solmaliërs, en Djiboutiërs hoeven niet bij de pakken neer te zitten. Hieronder staan enkele mogelijke 'oplossingen'.

Technische mogelijkheden:

    Tijdige waarschuwing:
    Weerkundigen kunnen maanden vantevoren waarschuwen voor droogte in de Hoorn van Afrika. Als daardoor de oogst (deels) mislukt kan ook ruim vantevoren vastgesteld worden hoeveel voedsel moet worden aangevoerd om ondervoeding en hongersnood te voorkomen.

    Beter vervoer:
    Meer en betere wegen maken het voor boeren in afgelegen gebieden makkelijker om hun producten naar markten te brengen. Ook wordt het makkelijker om dingen die ze nodig hebben aan te voeren. Bovendien kunnen bij dreigende hongersnood snel grote hoeveelheden hulpgoederen naar het getroffen gebied worden gebracht.

    Voorkomen van overbegrazing:
    Door niet te veel dieren op één bepaald stuk terrein te laten grazen is te voorkomen dat de begroeiing onherstelbaar vernield wordt. Vooral in de droge tijd kan overbegrazing fataal zijn voor de plantengroei. Geiten en schapen tasten begroeiing minder aan dan koeien doordat ze bij het grazen her en der wat gras en bladeren vreten terwijl koeien telkens een stukje terrein helemaal afgrazen.

    Voorkomen van bodemerosie:
    Door herbebossing in bergachtige gebieden wordt de vruchtbare toplaag van de bodem niet door regenwater weggespoeld. Aanplant van droogtebestendige grassen vermindert of voorkomt winderosie in droge gebieden. Op die manier kunnen terreinen in cultuur worden gebracht die door erosie onbruikbaar zijn geworden.

    Water harvesting (= opvangen en vasthouden van (regen)water):
    Rondom meren, bronnen, putten en birkeds (ondergrondse spaarbassins van cement) worden akkers bevloeid of ze dienen als drinkplaatsen voor vee. In berggebieden legt men langs rivieren spaarbekkens aan voor irrigatie maar dat werkt alleen goed zolang het tijdens de regentijd voldoende regent.

    Boren naar water:
    In sommige gebieden, maar niet in Ethiopië, zitten diep onder de grond aquifers, lagen gesteente met water erin. Via boorputten kan dat water worden opgepompt.

    Hogere voedselproductie:
    Exportgewassen moeten (deels) plaats maken voor gewassen voor binnenlands gebruik. Verbeterde gewassen en gebruik van mest verhogen de productie ook.

    Duurzaamheid:
    Om ervoor te zorgen dat ook toekomende generaties kunnen leven van de landbouw mag de boden niet uitgeput en vervuild raken. Dat kan door de aanwending van natuurlijke meststoffen, door afwisselend of door elkaar verscheidene gewassen te verbouwen en door akkers af en toe braak te laten liggen. Ook dienen (meer) insecten en andere biologische bestrijdingsmiddelen te worden gebruikt en minder chemische.

Politieke oplossingen:

    Bijleggen van conflicten:
    oorlogvoering kost veel geld, vernielt wegen en andere voorzieningen en maakt sommige gebieden te gevaarlijk voor hulpverleners en ontwikkelingswerkers om in te werken. Het oplossen van bestaande conflicten in de Hoorn van Afrika is dan ook onontbeerlijk voor werken aan voedselzekerheid.

    Ander werk voor boeren:
    mensen die uitsluitend van de landbouw leven zijn na een misoogst vaak straatarm. Ontwikkelingswerkers bouwen samen met boeren fabrieken en ateliers waar ze (ook) op andere manieren de kost kunnen verdienen.

    Kwijtschelding van schulden:
    landen in de Hoorn van Afrika hebben grote schulden aan het buitenland die ze nauwelijks of niet kunnen afbetalen. Kwijtschelding van (een deel) van die schulden helpt hen minder afhankelijk te worden van de verbouw van exportgewassen zodat ze meer voedsel voor eigen gebruik kunnen maken.

    Eerlijke handel:
    boeren en arbeiders moeten hun producten aan handelshuizen kunnen verkopen tegen goede prijzen zodat ze van de opbrengst rond kunnen komen. Ook moeten rijke landen niet langer die producten met hoge invoerrechten of op enige andere wijze van hun binnenlandse markten weren.