Armoede in Ghana

Het verschil tussen rijk en arm is in Ghana veel groter dan in Nederland. De armen wonen vooral buiten de hoofdstad, op het platteland. Daar is vaak geen drinkwater, geen elektriciteit. Er is geen ziekenhuisje of kliniek en er zijn geen goede wegen. Het overgrote deel van de bevolking leeft van de landbouw en verbouwt met moeite genoeg om zich in leven te houden. Velen, vooral jonge kinderen, zijn ondervoed.
Maar ook in de hoofdstad Accra heerst grote armoede. Dat komt omdat duizenden,in de hoop iets te kunnen verdienen, naar deze stad trekken. Echte banen zijn schaars. Duizenden houden zich in leven met het doen van kleine klusjes, bijvoorbeeld het sjouwen van te zware lasten op hun hoofd. Dat laatste gebeurt in negen van de tien gevallen door meisjes en vrouwen. De vrouwen in Ghana torsen een zware last. Het zijn de goedkope lastdieren van het land...
Het leven in Ghana is voor veel van zijn inwoners veel te duur geworden.

Als het regent, kunnen we nu ook naar school
De veertienjarige Comfort Afful heeft zich verslapen. Het is al tien over zes. Ze schrikt wakker in het grote bed, dat ze deelt met haar neefjes Kofi van zeven en Akwasi van negen jaar. Het is donker en benauwd in de slaapkamer zonder ramen. Alleen aan het licht dat door de kieren onder het golfplaten dak naar binnen schijnt, kun je zien dat de dag in het dorpje Akufful-Krodina, dat in het Awutu-district in Centraal Ghana ligt, al is begonnen.

Afful, zoals ze door iedereen wordt genoemd, staat op en maakt de twee jongens wakker. Ze hoopt dat haar vader James Antwi en Felicia, haar moeder, nog niet op zijn. James (40 jaar), die door iedereen Dynamo wordt genoemd, en Felicia Ninsin (26 jaar) zijn niet de echte vader en moeder van Afful. Haar eigen moeder overleed vijf jaar geleden en haar vader, Dynamo's broer, kon niet langer voor haar zorgen.
Sinds vier jaar woont Afful in het gezin van Dynamo en Felicia. Net als Kofi (dat betekent vrijdag; op die dag is hij geboren), want die is de zoon van Dynamo's overleden zuster. Het lijkt ingewikkeld, maar voor de drie kinderen is dat niet zo. Ze vormen een hecht gezin. Bovendien is het in Ghana heel gewoon als een gezin de kinderen van broers, zusters en ooms of tantes opneemt.
Afful weet dat ze geluk heeft gehad. Dynamo is een belangrijk man in het dorp. Hij is hoofd van een school voor voortgezet lager onderwijs in de buurt van het dorp en is voorganger van het plaatselijke openlucht-kerkje. Omdat hij een vast salaris heeft van iets meer dan vijftig euro per maand, heeft-ie een stenen huis kunnen bouwen. Een blauw geverfd stenen huis, één van de weinige in het dorp. De meeste mensen wonen in hutjes die van klei en takken zijn gemaakt.

Hard werken
Om geld te sparen voor de bouw van het huis, heeft de familie jarenlang heel zuinig moeten leven. Dynamo heeft in de tuin van zijn school met zijn leerlingen peperplanten verbouwd. De rode pepers werden verkocht en van het geld kon cement worden aangeschaft. De stenen maakte Dynamo zelf met hulp van buren en familieleden.
Afful en de twee jongens staan elke dag iets voor zes uur op, als eersten van de familie. Ze doen dan heel zachtjes om vader, moeder en de baby niet wakker te maken. De baby heet ook Akwasi, is vier maanden oud en wordt Junior genoemd.
Ook vandaag komt het drietal zachtjes naar buiten. Opgelucht ziet Afful dat ze de eersten zijn. Ze tapt een emmer regenwater uit de enorme ton naast de waranda. Dan wast ze zich. Slim bedacht van Dynamo zo'n ton, waarin het regenwater dat op het dak valt wordt opgevangen. De meeste mensen in het dorp moeten naar een poeltje lopen om water te halen. En dat is smerig water. Daar kun je ziek van worden. Bovendien zijn er slangen bij het poeltje. Gifslangen! Er zijn al heel wat kinderen ziek geworden van zo'n slangenbeet...
Als Dynamo tegen half zeven naar buiten komt, ziet hij het drietal al druk in de weer om het erf en de waranda schoon te vegen.

Bijna vakantie
De maïsoogst wordt binnengehaaldHet is vandaag de laatste schooldag. Spannend, vindt Afful. Ze hoopt dat ze bij de beste tien leerlingen van de klas behoort. Maar dat zal wel niet. Ze gaat bijna elke dag trouw naar school. Maar soms glipt ze na een uurtje al weer weg om het ontbijt van cassave, yam (eetbare wortels) of rijst te koken. En als het oogst- of zaaitijd is, helpt ze Felicia op het land.
Afful en de twee jongens hebben hun schooluniform al aan. Alle leerlingen van de lagere scholen in Ghana hebben hetzelfde uniform. Duur zijn die wel. In andere dorpen, weet Afful, gaan een heleboel kinderen niet naar school omdat hun ouders daarvoor geen geld hebben. In Akufful-Krodina gaat bijna iedereen naar de lagere school. De uniformen en het schoolgeld worden door een Nederlandse hulporganisatie betaald.
Een jaar geleden heeft die organisatie ook meebetaald aan de bouw van de nieuwe stenen school. Daarvoor kregen de kinderen van het dorp les in hutjes van klei, zonder ramen. In de regentijd spoelde de school bijna weg of lekte het modderwater in de klas. Daarom was er geen school als het regende. Dat was te gevaarlijk. Stel je voor dat tijdens de les het dak zou instorten. Nu kunnen Kofi, Akwasi en Afful, zelfs als het water met bakken tegelijk uit de hemel komt, altijd naar school.

Bankjes mee
Eigenlijk flauwekul zo'n laatste schooldag, vindt het drietal als het iets voor acht naar de school slentert. Leren doen we toch niets meer. De lokalen moeten worden geveegd en het terrein rondom de school moet netjes worden achtergelaten. En we moeten het schoolmeubilair, de tafels en bankjes meenemen. Want die zijn van onszelf. Die worden tijdens de vakantie van bijna een maand thuis bewaard en zonodig gerepareerd. Na het hijsen van de vlag en het gezongen ochtendgebed, stormen de kinderen naar hun eigen klas. Alle bankjes en tafels worden naar buiten gesleept. De lokalen worden geveegd en er wordt lol getrapt. Niemand zegt er die laatste dag wat van.
De baby van Felicia wordt gewogen Afful gaat kwart over negen al weer naar huis om het ontbijt te koken. Een stevig hapje van gewelde graankorrels die tot een dikke brei worden gekookt. Er zitten wat pepers en een paar stukjes. kip in. Vandaag doet ze het zonder hulp van Felicia, want die is met Junior naar het maandelijkse spreekuur van de openlucht-kliniek.
Kip bij het ontbijt is eigelijk een luxe, maar Dynamo heeft geiten en kippen op zijn erf. En er zijn maar drie kinderen en een baby in het gezin.

Afful krijgt daarom beter te eten dan de meeste kinderen in het dorp, die uit veel grotere gezinnen komen. Goed ontbijten is belangrijk, vindt Afful. De meeste mensen in Ghana eten maar twee keer per dag. En je weet nooit hoe laat je je avondeten krijgt.
Felicia is met Junior op tijd terug voor het ontbijt. Als de familie zit te eten - Felicia en de kinderen op het erf; Dynamo op de waranda - vertelt Felicia dat Junior is gewogen en onderzocht. Dat geluid wat hij maakt als hij ademhaalt, vonden ze niet ernstig, zegt ze. Misschien heeft 'mammie' Akua, de buurvrouw die al bijna veertig jaar lang vrouwen in het dorp helpt bij bevallingen, wel gelijk. Die zegt altijd dat het vanzelf over gaat en dat het gerochel door het warme, vochtige weer komt.

Hoeveelste?
Voor Afful is het zenuwslopend, want vandaag hoort ze of ze bij de eerste tien van haar klas is geëindigd. Als dat zo is, dan mag ik misschien wel naar het voortgezet onderwijs*, denkt ze. Maar hoopvol is ze niet. Hoewel ze op blote voeten loopt, heeft ze het gevoel alsof er lood in haar schoenen zit.

* Er is in het dorp geld om maar tien kinderen naar het voortgezet onderwijs te kunnen laten gaan

Alle leerlingen worden in het middelste lokaal gepropt. Dat gaat maar nauwelijks. Het is er snikheet. Bij de deur staat een tafel. Daarachter zitten de leerkrachten. Eerst houdt het hoofd van de school een toespraak. Daarna de enige vrouw die les geeft. Naar haar wordt nauwelijks geluisterd. Ze zeurt over discipline, netheid en over het verzuim.
Dat laatste is, volgens haar, veel te groot. Ha, ha, lacht Afful in zichzelf. Ze wil zeker dat we thuis en op het veld niet meehelpen. Nou, dat zullen m'n ouders leuk vinden!


Het hoofd van de school leest de namen voor

Dan komt het ogenblik waarop iedereen heeft gewacht. De leerkrachten geven elk hun lijst met namen aan het hoofd van de school. Hij begint met de klas van de oudste kinderen, waarin ook Afful zit.
Nummer één was dit jaar Kwaku Akufful. Kwaku gaat staan en er klinkt een ritmisch geklap van zijn medescholieren. Er wordt altijd voor de eerste drie leerlingen van de klas geklapt. Afful is op van de zenuwen. Als ik maar bij de eerste tien van mijn klas hoor, denkt ze wanhopig. Als het hoofd van de school bij negen is aangekomen, heeft ze alle moed al verloren. Ze zit terneergeslagen op haar hurken op de grond. Als haar naam als negende wordt genoemd, kan ze het eerst niet geloven. Pas als ze door haar vriendin Abu wordt aangestoten, dringt het tot haar door en staat ze op. Eigenlijk wil ze onmiddellijk naar huis om het nieuws te vertellen. Maar dat kan niet. Alle namen van alle leerlingen van de hele school moeten worden opgelezen en iedereen krijgt zijn nummer.

Vakantie
Als het hoofd van de school klaar is, wenst hij iedereen een prettige vakantie en mogen de leerlingen naar huis. Met hun tafeltjes, bankjes en krukjes op hun hoofd verlaten ze het schoolterrein. Ook Afful, Koft en Akwasi. Wel gezellig zo'n vakantie, vindt het drietal. Vanavond speelt de drumband en wordt er gedanst en door de jonge mannen veel te veel gedronken. Morgen begint het echte werk. Dan wordt er geoogst. De hele familie helpt mee. En dan is er natuurlijk het oogstfestival. Misschien gaan we daar wel naar toe, denkt Afful. Dat lijkt haar leuk. Alle dorpshoofden uit de verre omgeving komen dan en er is niet één drumgroep, maar er zijn er wel tien!
Dynamo is niet ontevreden als hij hoort hoeveelste van hun klas de kinderen zijn geworden. Hij is zelf immers hoofd van een school. Hij weet hoe belangrijk het is als je kunt lezen en schrijven. Felicia zegt niet veel. Ze lacht maar wat. Zelf heeft ze nooit leren schrijven.
Afful kan een beetje luieren. Het is nog vroeg in de middag, zo'n uur of drie. Uit haar ooghoeken ziet ze hoe Abu, haar buurmeisje en kleindochter van de dorpsvroedvrouw, een vuurtje maakt. Die begint elke dag na schooltijd meteen te koken. Als haar maaltijd klaar is, verkoopt ze porties aan kinderen en volwassenen in het dorp.
In de namiddag komen er verschillende kooplieden langs. Een man uit Burkina Faso, die per fiets is gekomen met huishoudelijke artikelen en lappen stof, en de sieradenverkoper. Die laatste wordt onmiddellijk door de jonge meisjes omringd. Afful wil eigenlijk oorbellen kopen, maar daarvoor heeft ze geen geld genoeg.

Het is een uur of vijf in de namiddag. De kinderen doen spelletjes tussen de huisjes. Ampe heet één van de spelletjes. Je speelt het meesta1 met z'n tweeën. Het is een soort opspringen en dan je rechter- of linkerbeen wegschoppen. Zelfs Felicia en Abu's moeder doen even mee. Afful loopt het eerst weg. Het is tijd om eten te koken.
Intussen is Abu met een grote pan eten op haar hoofd het dorp ingetrokken, om zo voor haar moeder en oma wat bij te verdienen. Abu's moeder, de dochter van de vroedvrouw, komt uit het hutje naast het huis van Dynamo. Ze is een nicht van de familie. Ze helpt Afful bij het koken van het avondeten, de "fufu" (spreek uit foe-foe).
Je kunt het op verschillende manieren maken van cassave of yam en de soep die erbij hoort kan ook verschillende samenstellingen hebben. Het ligt er maar aan wat je in huis hebt. Pinda's, groenten, pepers, stukjes vis en kip kun je in de soep gooien, weet Afful.
Tussen vijf uur 's middags en tien uur 's avonds wordt er gegeten. Er is geen vaste tijd. Het hangt er vanaf of Dynamo of zijn vrouw honger hebben. Meestal is de zon nog net niet helemaal onder, want eten bij het licht van een olielampje blijft behelpen. Bovendien is de olie nogal duur.

Het feest
Er is stromend water noch elektriciteit in het dorp. Een leiding voor drinkwater komt er binnenkort, weet Afful. Maar het zal nog wel even duren voor er elektrisch licht in het dorp is. De regering wil wel elektriciteit leveren, maar de bewoners moeten zelf voor de elektriciteitsmasten zorgen. En die zijn duur.
Als om half zeven het eerste geluid van de trom te horen is, is de schemering al ingevallen. Alleen het schijnsel van een vuur verderop geeft nog wat licht. Daar verbrandt een boer onkruid en vuilnis.
Afful en de jongens mogen niet naar het veldje waar muziek wordt gemaakt en wordt gedanst. Dat is voor oudere kinderen, heeft Dynamo gezegd. Het is ook vlakbij de houten dorpsbar, waar uit suikerriet gestookte alcohol wordt verkocht.
Het drietal vindt het niet zo erg, dat het niet naar het veld toe mag. Het kan het gedrum vanuit de verte horen.