Hoe meet je honger?

Ieder kind heeft het recht om gezond op te groeien. Daar is veel voor nodig: aandacht van de ouders, een goede omgeving, een veilig huis, maar vooral goede voeding.
Die voeding begint al voordat het kind geboren is. In de baarmoeder wordt het kind gevoed via de placenta. Moeders in ontwikkelingslanden zijn vaak zelf ondervoed en kunnen hun kind voor de geboorte al onvoldoende voeding geven. Baby's van moeders in ontwikkelingslanden zijn bij hun geboorte vaak kleiner en lichter dan baby's van moeders in gebieden met genoeg voedsel.
Bij de geboorte heeft zo'n kind al een achterstand.



Na de geboorte krijgt een kind voeding via borstvoeding of flesvoeding. In de moedermelk zitten alle voedingsstoffen (eitwitten) die de baby nodig heeft. Er zitten ook beschermende stoffen (zoals vitamines en mineralen) in. Maar als de moeder zelf niet genoeg voedsel krijgt om melk te maken, kan ze deze voedingsstoffen ook niet (in voldoende mate) aan haar kind doorgeven.
Kinderen van ondervoede moeders lopen dan vaak een groeiachterstand op. Die groeiachterstand wordt erger als kinderen in hun eerste paar jaar niet voldoende te eten krijgen. Die groeiachterstand kunnen we meten met een simpel hulpmiddeltje:

Je hebt een strook van minstens vijftig centimeter nodig. Na 10 centimeter zet je een dikke streep. Vanaf 6 tot 12½ cm na de streep kleur je de strook rood. Tussen 12½ en 13½ cm kleur je de strook geel. Tussen 13½ en 20 cm kleur je de strook groen.
Nu kun je bij een broertje, zusje, buurjongen of -meisje, neefje of nichtje dat niet ouder is dan 5 jaar kijken of deze gezond is.
Als de zwarte streep tegenover het groene deel komt, is het kind gezond. Als de streep tegenover het gele deel komt, is het kind mager. Als de streep tegenover het rode deel uitkomt, dan is het kind ongezond dun en zou het naar een dokter moeten.



Elke volwassene heeft ongeveer 2700 kilocaleriën nodig (een man wat meer, zo'n 3000; een vrouw wat minder, zo'n 2400).
Onderstaande kaart toont de gemiddelde dagelijkse hoeveelheid caloriën per persoon:


Je ziet dat vooral de mensen in Afrika te weinig voedingsstoffen binnenkrijgen of met andere woorden: chronisch ondervoed zijn, gevolgd door Azië en Latijns-Amerika.