Stop de drop-out - voor de docent: info


In deze les wordt stilgestaan bij het belang van school en opleiding. Wat betekent onderwijs voor mensen en voor de samenleving? Wat betekent het als je zonder startkwalificaties de school verlaat? En waarom vinden de Verenigde Naties het belangrijk dat iedereen ongeacht geslacht of achtergrond zoveel onderwijs volgt als nodig is om mee te kunnen draaien in de maatschappij?

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 1¼ uur uit. U de klas de YouTube-video ‘Spijbelen? Op school werk je aan je toekomst!’ zien.

Daarna laat u de leerlingen individueel de bronnen lezen. Trek er 30 minuten voor uit.

Vervolgens laat u de leerlingen in tweetallen gedurende 20 minuten een onderzoekje uitvoeren om antwoord te geven op de volgende vragen:

  • waarom spijbelen er leerlingen en maken niet alle leerlingen hun opleiding af?
  • is het altijd erg als een leerling zijn of haar opleiding niet afmaakt of niet?
  • waarom vindt men het bij de Verenigde Naties belangrijk dat alle jongens en meisjes naar school gaan en hun school afmaken? Vertel voor u aan dit onderdeel van de opdracht begint dat de leerlingen hun antwoorden voor zichzelf opschrijven.

Ten slotte houdt u een klassengesprek. Ruim hiervoor de resterende tijd in. In dit gesprek vraat u de leerlingen naar de antwoorden die ze bij hun onderzoek hebben gevonden. Daarna werkt u met de leerlingen een plan uit om spijbelen tegen te gaan en te helpen voorkomen dat leerlingen voortijdig hun school verlaten.

Uitwerking:
Veel voorkomende redenen waarom scholieren spijbelen of hun opleiding niet afmaken:

  1. Situatie thuis: De jongere heeft een onrustig, onprettig of onveilig thuisklimaat
  2. Schoolklimaat: De jongere voelt zich niet thuis op school. Hij wordt wellicht gepest en heeft ruzies met leerkrachten en/of leerlingen.
  3. Schoolprestaties/verkeerde schoolkeuze: De jongere heeft een opleiding gekozen die niet aansluit bij zijn capaciteiten of interesses. Hij ervaart problemen als tegenvallende prestaties, zittenblijven en/of zakken voor het examen.
  4. De jongere heeft een sterke beroepswens en wil zo snel mogelijk aan het werk of hij wil zo snel mogelijk geld gaan verdienen.
  5. Niet-weters: De jongere weet niet welke opleiding te gaan volgen.
  6. Zorgverplichting: de jongere heeft (of ervaart) een zorgverplichting. Denk aan jonge moeders of jongeren die mantelzorg verlenen aan familieleden of partner.
  7. De jongere heeft geen motivatie en ambities op het vlak van het onderwijs. Hij is bijvoorbeeld gericht op louter plezier maken.
  8. Strafrechtelijke achtergrond: De jongere heeft een licht criminele en/of strafrechtelijke achtergrond (bijvoorbeeld een Halt-straf)

Uit een ROA onderzoeksrapport "Zonder diploma" 2009.

Als uw school al een protocol heeft om spijbelen tegen te gaan en leerlingen ervan te overtuigen dat het beter is om hun diploma te halen, kunt u het klassengesprek aanwenden om dat protocol aan te passen aan wat leerlingen er zelf van vinden.


Deze les past bij:

Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

Kerndoel 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.

 

verwante lessen

Login Form