1995 - Srebrenica - bron: nederland blijft meedoen


dutchbat hoofdkantoorHet Nederlandse leger heeft vanaf 1948 meegedaan aan vredesoperaties van de Verenigde Naties in verschillende gebieden. Een van de terugkerende problemen bij deze operaties zijn de zogenaamde geweldsinstructies. Wat mag het leger wel en wat niet doen in zo’n gevaarlijk gebied? De Tweede Kamer heeft over het sturen van de Nederlandse militairen het laatste woord. Zij moet instemmen met afspraken tussen de regering en de VN over de mate van de bewapening en het soort geweld dat het leger mag gebruiken. Dat betekent dat in de Tweede Kamer uiteindelijk de afweging plaatsheeft van de taken van de troepen en de gevaren die ze daarbij  lopen.

De ramp van Srebrenica maakte de Nederlandse regering terughoudender als het gaat om deelname aan vredesmissies. Als Nederland een verzoek van de VN kreeg om aan een nieuwe vredesmissie mee te doen, leidde dat tot stevige debatten in de Tweede Kamer over de vraag of Nederland er op in moest gaan en zo ja, onder welke voorwaarden.

Het terrein van het UNPROFOR-hoofdkwartier (Dutchbat) in 2008


Toch heeft Nederland nog af en toe troepen geleverd aan een vredesmacht, bijvoorbeeld aan MINUSMA in Mali tussen 2014 en 2019. Die vredesmacht moest voor rust en veiligheid helpen zorgen in delen van Mali die te kampen hadden met aanslagen door terroristen. Zo wilde Nederland een rol blijven spelen in de internationale (vredes)politiek.

Wil je meer weten over deze vredesmissie, lees ‘Missie in Mali’ op https://www.defensie.nl/onderwerpen/missie-in-mali.

verwante lessen

Login Form