Oeganda


Het nationaal embleem van Oeganda vertelt een symbolisch verhaal: op
een groene heuvel staat een schild met twee gekruiste speren. Het groen
symboliseert Oeganda’s groene vegetatie. Het schild wordt aan de
linkerkant ondersteund door de Oegandese Kob (een soort hert). Dit dier
symboliseert de rijkdom aan wilde dieren in het land. Aan de
rechterkant wordt het schild ondersteunt door de kraanvogel, het
nationale symbool van Oeganda. Het schild en de speren symboliseren de
bereidwilligheid het vaderland te verdedigen. Bovenin het wapen zijn de
golven van het Victoria Meer, Afrika’s grootste zoetwatermeer,
weergegeven. In het midden van het wapen staat de zon, die zo bepalend
is voor het Oegandese klimaat. Onder de zon staat een Afrikaanse drum,
die gebruikt wordt bij het dansen, plechtigheden en om de mensen bij
elkaar te roepen. Op de groene heuvel zie je koffie en katoen,
Oeganda’s belangrijkste exportproducten. Daartussen vloeit de Nijl, ‘s
werelds langste rivier die zijn reis in Oeganda begint. Het motto van
Oeganda is ‘For God and my Country’.
|
Waar draait het om?
Als in 1986 de guerrilla leider Yoweri Museveni aan de macht komt,
betekent dit het einde van een lange en bloedige burgeroorlog. Vanaf de
onafhankelijkheid van Engeland in 1962 tot aan de overname door
Museveni wordt het land geregeerd door de presidenten Milton Obote en
Idi Amin. Alhoewel beide presidenten zich schuldig maken aan etnische
moordpartijen en liquidaties van politieke tegenstanders, haalt vooral
Idi Amin het internationale nieuws met zijn openlijk bedreven wandaden.
In 1986 ligt het eens zo welvarende land sociaal en economisch in puin
en is het aan Yoweri Museveni en zijn Movement om het land weer op te
bouwen en het vertrouwen in de regering te herstellen. De Movement is
een politieke beweging die zich baseert op de gedachte dat alleen een
politieke agenda mensen zou moeten verenigen, en niet zoals in het
verleden gebeurd was, etniciteit en religie. Na jaren stammenstrijd,
ziet het merendeel van de Oegandese bevolking de voordelen van een
dergelijk geen-partijensysteem (no-party system) in. Ook internationaal
is er vertrouwen in het nieuwe bewind. De donor-gemeenschap ziet in
Museveni een voorbeeld voor andere Afrikaanse leiders, en ondersteunt
een groot aantal projecten onder andere op het gebied van educatie,
wetgeving en plattelandsontwikkeling. De economie groeit, de veiligheid
keert terug en er is vrijheid van meningsuiting.
Ondanks de positieve ontwikkelingen worden de vrede en veiligheid in
Oeganda bedreigd door een explosief mengsel van problemen. Oeganda
wordt omringd door landen waar de politieke situatie instabiel is.
Rwanda en de Democratische Republiek van Kongo in het zuiden en het
westen kennen een recent verleden van ernstige burgeroorlogen (tussen
de Hutu’s en de Tutsi’s). Oeganda is militair betrokken bij het de
conflicten. Soedan, in het noorden steunt rebellengroeperingen die
tegen het bewind van Museveni zijn. Kenya in het westen ligt regelmatig
met Oeganda in de clinch onder andere vanwege de grensoverschrijdende
veediefstallen die door de Karamajong, een nomadisch veehoedersvolk,
worden gepleegd.
De binnenlandse politiek ligt onder vuur omdat steeds meer stemmen
opgaan die pleiten voor de herinvoering van een meer-partijensysteem .
Extremistische moslimgroeperingen beschuldigen Museveni ervan een soort
zuidelijk Tutsi-rijk in het Grote Meren Gebied te willen stichten en
ontregelen de vrede in het zuiden. Ook zijn er moslimgroepen actief
betrokken bij destabiliserende activiteiten in het noorden. De
noordelijke districten beschuldigen Museveni ervan donorgelden voor de
ontwikkeling van het noorden ‘af te tappen’ ten behoeve van
ontwikkeling zijn geboortestreek in het zuiden.
Problemen met Soedan, in het noorden Een van de
problemen vindt z’n oorsprong in de traditionele verdeling tussen de
noordelijke en zuidelijke stammen. Het noorden (grofweg boven de
equator) is etnisch verwant aan de volken in de Soedan, het zuiden
(grofweg beneden de equator) is etnisch verwant aan de mensen in Rwanda
en Burundi. Toen de koloniale mogendheden de grenzen vaststelden,
brachten ze twee totaal verschillende bevolkingsgroepen onder in een
land, Oeganda. Deze bevolkingsgroepen zijn ook weer onderverdeeld in
tal van grote en kleine stammen. Over en weer is er moeite om
leiderschap van een andere etniciteit en dominantie van een andere stam
te accepteren. Museveni, die uit het zuidelijke gedeelte komt, heeft
het noorden nooit helemaal op zijn hand gekregen. Rebellen- groepen
zijn de grens overgetrokken en opereren nu vanuit de Soedan, louter om
de boel te destabiliseren. De rebellenbeweging The Lord’s Resistance
Army (LRA) is zo’n groepering. Ze ontvoeren kinderen en dwingen hen
dienst te nemen als kindsoldaat. Er vinden voortdurend zware gevechten
plaats tussen het regeringsleger en de LRA. Soedan lijkt de rebellen te
ondersteunen, wat de relatie tussen Soedan en Oeganda onder spanning
zet. Problemen met Kenya, in het westen De
Karamajong, een semi nomadisch veehoedersvolk in het noorden van
Oeganda, gooit kolen op het vuur. Veediefstallen zijn een onderdeel van
hun culturele traditie en vinden ook plaats over de grens, in Kenya.
Ook vanuit Kenya worden diefstallen gepleegd. De zwaarbewapende
Karamajong regelen de strafexpedities zelf, en velen nauwelijks
inmenging van het regeringsleger. Dit zet de relatie met het oostelijke
buurland Kenya onder spanning. Problemen met de Democratische Republiek van Kongo (DRC), in het westen Een
ander probleem is de betrokkenheid van Oeganda met het conflict dat
zich afspeelt in het westelijke buurland, de Democratische Republiek
van
 Kongo (DRC).

Als
Museveni in 1998 troepen naar Kongo stuurt, claimt hij dat hij het volk
van de DRC wil mobiliseren, zodat ze zelf hun dictatoriale leider Denis
Sassou Kabila af kunnen zetten en een nieuwe leider kiezen. Maar het is
duidelijk dat eigenbelang aan Oeganda’s inmenging ten grondslag ligt.
De DRC is rijk aan grondstoffen en mineralen, Museveni heeft een oogje
op de goudvoorraden in de grond. Pas na lange internationale druk trekt
Oeganda in 2000 z’n troepen uit het grootste deel van Kongo terug. Maar
in het grensgebied blijft Oeganda betrokken door rebellengroeperingen
militaire steun te verlenen. Ook de noordelijke rebellengroepen
gebruiken de DRC tegenwoordig als uitvalshoek. Bij de schermutselingen
vinden regelmatig burgers de dood.
Problemen met Rwanda, in het zuiden De relatie met het
zuidelijke buurland Rwanda is verslechterd sinds Museveni en de
Rwandese leider Kagama een verschil van mening ontwikkelden over de
aanpak van het conflict in de DRC. Rwanda is daar ook bij betrokken en
wil – anders dan Museveni – Kabila zelf met militaire middelen uit de
macht ontzetten. Hun troepen raken onderling slaags. Pas in 2000
tekenen ze een overeenkomst voor een staakt-het-vuren in de DRC. |
Welke partijen zijn betrokken bij het conflict?
Regering van Oeganda onder leiding van President Yoweri Museveni Ondanks
een voorspoedige ontwikkeling van de economie, moet de regering van
Museveni diverse problemen het hoofd bieden. Op kleine
splintergroeperingen na (die zich vanaf het begin tegen Museveni’s
overname van de macht verzet hebben), vindt zijn politieke en
economische aanpak algemene goedkeuring. Toch is de vrede kwetsbaar: er
zijn veel groeperingen die zich om een af andere reden tegen zijn
regering afzetten.
Het leger van Oeganda Museveni’s guerillaleger, de National
Resistance Army en later het regeringsleger, de People’s Defence Forces
(UPDF) zijn goed getraind en gedragen zich gedisciplineerd jegens de
burgers. Toch blijkt het moeilijk de discipline te handhaven. Na de
overname van de macht neemt Museveni ook ex-rebellen in het leger op.
Deze zijn geen discipline gewend en hebben zich vaak aan groffe
mensenrechtenschendingen schuldig gemaakt. De heropvoeding van deze
ex-rebellen lukt maar ten dele. Met name in het noorden wordt er
melding gemaakt van schendingen door het regeringsleger.
Regering van Rwanda onder leiding van President Paul Kagama Kagama
en Museveni verschillen van mening over de aanpak van het conflict in
de Democratische Republiek van Kongo. Ze vechten niet alleen tegen
Kabila, maar er vinden ook gevechten plaats tussen Rwandese en
Oegandese troepeneenheden, notabene op Kongolees grondgebied. In 2000
tekenen de beide partijen een contract, waarin ze beloven zich uit
Kongo terug te trekken.
Regering van De Democratische Republiek van Kongo onder leiding van President Denis Sassou Kabila President
Kabila is aanvankelijk een bondgenoot van Museveni, en heeft dezelfde
politieke ideeën. Hij ontwikkelt zich echter als een dictator. Museveni
helpt rebellengroeperingen in de DRC met hun strijd tegen Kabila.
Laurent Kabila wordt vermoord. Zijn zoon Joseph Kabila volgt hem op.
Deze roept Rwanda en Oeganda herhaaldelijk op zich uit Kongo terug te
trekken.
The Lord’s Resistance Army (LRA) onder leiding van Joseph Kony Deze
beweging voert vanuit Soedan invallen uit in het noorden van Oeganda en
wordt geholpen door Soedan. De LRA zegt te willen regeren volgens de
bijbelse Tien Geboden. Alhoewel de beweging claimt de politieke
gevoelens van het volk te vertegenwoordigen, krijgt het in de praktijk
geen steun. De bevolking is wars van het geweld dat de LRA uitoefent.
De LRA is berucht om zijn ontvoeringen van kinderen, om ze vervolgens
als kindsoldaat in te zetten tegen hun eigen volk. Meisjes worden
gedwongen met de rebellen te trouwen. Amnesty International schat dat
er de laatste paar jaar zo’n tienduizend jongens en meisjes zijn
ontvoerd.

Afb. Tekening van Joseph Kony door een ontvoerd kind.
Het Western Nile Bank Front Aminloyalisten die tegen het bewind
van Museveni zijn. Ze hergroeperen zich in Soedan en nemen vanaf 1993
actief de wapenen op tegen de Oegandese regering.
De Karamajong De Karamajong zjin zwaar gewapend: er wordt
geschat dat er zo’n 35.000 illegale wapens in omloop zijn. De laatste
jaren voeren de Karamajong ook roofovervallen uit op dorpen in naburige
districten.
Extremistische moslimgroeperingen Ongeveer 10 procent van de
Oegandese bevolking is moslim. Oeganda beschuldigt de Arabisch
Islamitische regering van Soedan ervan de extremistische
moslimgroeperingen, zoals de Tabliq (actief in het noorden van Oeganda)
en de Allied Democratic Forces (actief in het zuiden van Oeganda)
financieel en materieel te ondersteunen. Extremistische moslims worden
verantwoordelijk gehouden voor de bomaanslagen op de ambassades in
Nairobi en Dar es Salaam in 1998 en ‘kleinere’ bomaanslagen op
burgerdoelen in Kampala. |
Chronologie van het conflict
1962 Oeganda wordt onafhankelijk van Engeland. Milton Obote is
de eerste president. Hij wordt in 1971 afgezet door Idi Amin. Na een
paar jaar neemt Obote de macht weer over en vlucht Amin naar Soedan. In
de jaren ‘70 en ‘80 verslechtert de economische en sociale situatie in
het land.
1981 Yoweri Museveni begint met de voorbereidingen voor een
gewapende opstand. Zijn guerrillaleger, de National Resistance Army
(NRA) krijgt de steun van de bevolking.
1986 De NRA marcheert Kampala binnen. Yoweri Museveni wordt als
president ingezworen. Het betekent het begin van vrede en heropbouw van
Oeganda. Museveni zet een breed geschakeerde politieke beweging op, de
National Resistance Movement (NRM). Hier worden ook ‘bekeerde’
tegenstanders in opgenomen. Lokaal wordt de Movement vertegenwoordigt
door de Local Resistance Councils , lokale dorpsraden waar alle
geledingen van de bevolking in vertegenwoordigd zijn (belangrijk: ook
vrouwen). De dorpsraden betekenen een decentralisatie van de macht. De
bevolking wordt door middel van landelijke trainingsprogramma’s
uitgebreid geïnformeerd over de doelstellingen van de Movement.
1986 De splintergroepering The Holy Spirit Movement onder
leiding van Alice Lawena wordt actief in het noorden. In 1989 gaat deze
groepering op in de Lord’s Resistance Army (LRA) onder leiding van
Joseph Kony.
1994 De Lord’s Resistance Army gaat een verbond aan met het
Western Nile Bank Front . Museveni’s troepen trekken de Soedanese grens
over en vallen daar de rebellen aan. Het conflict krijgt een regionaal
karakter.
1955 Opkomst van extremistische moslimgroeperingen zoals een
aftakking van de Tabliqs , de Liberation Tigers of Uganda , actief in
het noorden en de Allied Liberation Forces in het zuiden. Islamitische
deserteurs uit Oegandese leger richten het Uganda Muslim Salvation
Front op (UMSF). Oeganda beschuldigt Soedan ervan deze groeperingen te
ondersteunen.
1995 De Western Nile Bank Front leidt zware verliezen tegen
Museveni. Het conflict escaleert. Duizenden mensen ontvluchten het
geweld. Er wordt geschat dat er de laatste paar jaar zo’n 300.000 tot
400.000 mensen voor het geweld op de vlucht zijn geslagen.
1996 In het zuidelijk deel van Oeganda laat de Allied Democratic
Forces (ADF) steeds vaker van zich horen. Ze bedreigen en ontvoeren het
personeel van hulporganisaties die werken met de honderdduizenden
vluchtelingen van het geweld in de regio ( het conflict tussen de
Hutu’s en de Tutsi’s in 1994) en zijn verantwoordelijk voor honderden
doden onder de burgerbevolking. Internationale hulporganisaties zien
zich in 2000 genoodzaakt een groot gedeelte van hun programma op te
schorten vanwege de algehele onveiligheid.
1996 Ordelijke en vreedzame verkiezingen, Museveni wordt voor
een periode van 5 jaar tot president gekozen. Zijn Movement en het
geen-partijensysteem blijven gehandhaafd.
het grotemerengebied
1997 Oeganda zet 20.000 soldaten tegen de rebellen in het
noorden. De gevechten vinden plaats in Soedan. Het conflict in het
noorden en de ontvoering van kinderen door de LRA krijgen
internationale bekendheid. Lokale en internationale organisaties
beginnen met reddingsprogramma’s voor de kinderen.
1998 Er ontstaat een patsstelling tussen Oeganda en de rebellen
in het noorden. De druk om vredesonderhandelingen te beginnen, groeit.
Beide partijen nemen de eerste aarzelende stappen om een politieke
oplossing voor het conflict te vinden. Desalniettemin vinden er later
in het jaar weer gevechten plaats. Het Front wijkt uit naar de DRC en
voert vandaar uit invallen uit in Oeganda.
1998 Museveni stuurt een troepenmacht van 15.000 man de DRC om het Kongolese volk te helpen Kabila af te zetten.
Mei 1999 Op
voorwaarde dat ze zich vreedzaam overgeven en in de Oegandese
gemeenschap te herintegreren, biedt Museveni de LRA leider Joseph Kony
en zijn volgers algemene amnestie aan. Aan het eind van dat jaar
legaliseert het Oegandese parlement amnestie van alle rebellen die in
het land actief zijn.
het parlementsgebouw
December 1999 Oeganda en Soedan tekenen een contract, waarin ze
overeenkomen te zullen stoppen met de steun aan de rebellengroepen.
Anno 2004 doen geruchten de ronde dat Soedan Joseph Kony steunt met de
inrichting van legerkampen.
2000 Er vindt er een referendum plaats over de vraag of het g
eenpartijensysteem vervangen moet worden door een meer-partijensysteem
. Circa 50 procent van het electoraat maakt gebruik van hun stemrecht.
Daarvan kiest 90 procent voor het handhaven van de Movement.
2000 Rwanda en Oeganda tekenen een staakt het vuren in de DRC. Ze verzoeken om een spoedige plaatsing van een VN vredesmacht.
2001 Yoweri Kaguta Museveni wint met 66% van de stemmen de verkiezingen. De volgende verkiezingen zijn in 2006.
Museveni op het voetbalveld
|
Conflictbemiddeling
Binnenlands In Oeganda heeft zich sinds de overnamen
van Yoweri Museveni in 1986 een uitgebreid netwerk van lokale
organisaties, en kerkorganisaties ontwikkeld, die onder andere actief
zijn op het gebied van gezondheid, plattelandsontwikkeling en
inkomensgenererende activiteiten. De bloei van deze lokale organisaties
wordt gestimuleerd door het proces van decentralisatie dat de regering
van Museveni in gang heeft gezet. Decentralisatie bevordert
besluitvorming op lokaal niveau, waardoor de lokale omstandigheden in
het besluit meegewogen kunnen worden. ‘Empowerment’ is een belangrijk
aspect van decentralisatie. Dit geldt ook voor de positie van de
vrouwen. Onder het motto ‘ If you educate the women, you educate a
nation’ heeft Museveni zich ingezet voor de verbetering van de positie
en educatie van de vrouw. Vrouwengroepen zijn in Oeganda krachtige
vechters voor de vrede en mensenrechten. Het Centrum ter Voorkoming van
Conflicten (Centre for Conflict Pevention) is een voorbeeld van een
dergelijke organisatie. Het centrum traint vrouwen om les te geven in
conflictpreventie. Veel van de leden zijn vrouwen die belangrijke
sociale positie hebben. Er wordt naar hun vredesboodschap geluisterd.
Het centrum organiseert ook programma’s voor getraumatiseerde kinderen.
De vredesbeweging in Oeganda richt zich voornamelijk op het conflict
in het noorden en is georganiseerd door lokale leiders, kerken, en
NGO’s. Een aantal van deze organisaties hebben ook programma’s
geïnitieerd die zich richten op vredeseducatie en rehabilitatie van
oorlogsslachtoffers, met name kinderen met oorlogstrauma’s die door de
LRA ontvoerd werden en wisten te ontvluchtten. De laatste jaren zijn er
ook veel NGO’s en kerkorganisaties in andere delen van Oeganda actief.
Een groeiend aantal organisaties houden zich bezig met mensenrechten.
Over het algemeen zijn de organisaties en de kerken het er over eens
dat de regering van Museveni moet proberen het conflict (in het noorden
zowel als het conflict met de DRC en Rwanda) door middel van dialoog op
te lossen. Staf en studenten van de Makerere Universiteit zijn dezelfde
mening toegedaan, er vindt een grote vredesmars plaats.
Buitenland De Verenigde Staten ziet in Oeganda een
belangrijke bondgenoot in de strijd tegen het toenemende islamitisch
fundamentalisme in Afrika. Het United States International Agency for
Development (USAID) is dan ook betrokken bij een groot aantal
ontwikkelingsprojecten. De organisatie oefent druk op de Oegandese
regering uit, het conflict in het noorden door middel van
onderhandelingen op te lossen.

de Makerere Universiteit
De Commissie van Mensenrechten van de Verenigde Naties neemt naar
aanleiding van het misbruik van kinderen van de LRA, een resolutie aan
die speciaal de ontvoering van kinderen aan de orde stelt. De
organisatie zet de Soedanese regering onder druk om mensenrechten
serieus te nemen en wapenleveranties aan de rebellen te stoppen zolang
deze zich schuldig maken aan schendingen van (kinder)rechten. Soedan
zegt toe de resolutie te respecteren. In de praktijk blijkt hier echter
niet veel van. De LRA gaat door met de ontvoeringen.
UNICEF werkt samen met de organisatie Concerned Parent of Abducted
Children (CPAC) en de Kerken van Oeganda om de ontvoerde kinderen terug
te krijgen. De organisatie is een nationale en internationale campagne
begonnen om aandacht te vragen voor het lot van kinderen tijdens de
oorlog.
De organisatie ACORD, Uganda is al jaren actief in Oeganda. Het
organiseerde onder andere een tweedaagse conferentie over
conflictresolutie in het noorden, waaraan deel genomen werd door
vertegenwoordigers van regionale en internationale organisaties. |
Rondom conflicten
Er zijn in Oeganda een aantal internationale organisaties actief,
die ontwikkelings- samenwerking combineren met programma’s voor de
opbouw van de vrede, counseling voor getraumatiseerde
oorlogsslachtoffers en rehabilitatie van vluchtelingen. Dit zijn onder
andere de Nederlandse SNV, het Deense DANIDA, Volunteers Overseas,
World Vision, en Uganda World Learning Incorporated. De organisaties
werken over het algemeen samen met Oegandese partnerorganisaties
(counterparts). De programma’s richten zich onder andere op educatie en
bijscholing, en het opzetten van inkomensgenererende activiteiten. Deze
praktische aanpak stelt de mensen in staat in hun onderhoud te
voorzien. De achterliggende gedachte is dat zo voorkomen kan worden dat
mensen zich uit armoede aansluiten bij de rebellen. Nederland
heeft Oeganda geselecteerd als een van de 20 landen voor
ontwikkelingssamenwerking. Nederland helpt onder andere met de
ontwikkeling van het educatie departement, en de bouw van scholen op
het platteland. |
Vooruitzichten
Anno 2002 is President Museveni 16 jaar aan het bewind. Het conflict
in het noorden woekert voort en kost de staat handen vol geld. Nog
dagelijks worden er kinderen door de LRA ontvoerd. Museveni is
teruggekomen op zijn voornemen met de LRA rebellenleider Kony te
onderhandelen. Hij ziet een oplossing van het conflict in een
normalisatie van de relatie met Soedan Ook de situatie met de
Karamajong is niet verbeterd. Omdat de situatie in het noorden zo
onveilig is, stagneert daar ook de ontwikkeling. Dit geeft weer
aanleiding tot beschuldigingen aan het adres van de regering dat het de
zuidelijke districten zou bevoordelen.
Vrede in Oeganda blijft in sterke mate afhankelijk van de politieke
situatie in de buurlanden. Die is nog steeds explosief, de onmin tussen
de Hutu’s en de Tutsi’s sluimert gevaarlijk dicht onder de oppervlakte.
Alles hang af of de betrokken landen de wil hebben de wankele
vredesakkoorden overeind te houden.
De economische groei is nog aanzienlijk, maar er is een groeiende
kloof tussen de ontwikkeling van het platteland en de stedelijke
gebieden. De onvrede over deze onevenwichtige ontwikkeling groeit.
Corruptie is ook nog steeds een probleem. Museveni zelf lijkt niet
direct betrokken, maar een aantal van zijn ministers wel. Donorgelden
zouden worden misbruikt. De donorgemeenschap is wat huiverig geworden,
en stelt steeds nadrukkelijk eisen met betrekking tot
corruptiebestrijding.
Al met al is de vrede in Oeganda relatief. En stel, Museveni en zijn
Movement hebben – zoals tegenstanders beweren- hun langste tijd gehad?
Kan een meer-partijen systeem stammenrivaliteit en stammendominantie
buiten de deur houden? En wie heeft statuur genoeg om Museveni,
gewaardeerd en omtreden als hij is, te kunnen opvolgen? |
Meer informatie op Internet:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Oeganda:
landenprofiel met kaart http://www.countryreports.org/content/uganda.htm:
landenprofiel http://www.myuganda.co.ug/:
algemene informatie over Oeganda en links naar nieuws http://www.africaonline.com/site/ug/:
nieuwsartikelen over de situatie in Oeganda http://www.personal.psu.edu/users/w/g/wgc113/Colleagues/Uganda/:
informatie over en foto’s van Oeganda, door Jane Egau |
|