Conflicten Wereldwijd > Afrika > West Afrika > Ghana

Ghana

Oppervlakte:
239.460 km2 (7 x Nederland)

Bevolking:
20,5 miljoen inwoners

De vlag is verdeeld in drie even grote horizontale banen, van boven naar onder rood, geel en groen. Het zijn de pan-Afrikaanse kleuren die ook terug te vinden zijn in de vlag van de oudste Afrikaanse Natie, Ethiopië. Toen Ghana in 1957 onafhankelijk werd, koos dit land deze kleuren voor zijn vlag. Vele andere Afrikaanse landen als Mali volgden dit voorbeeld.

In de middelste band staat een zwarte vijfpuntige ster, het symbool van de vrijheid van Afrika.

1 – Waar draait het om?
2 – Welke partijen?
3 – Chronologie
4 – Conflictbemiddeling
5 – Rondom conflicten
6 – Vooruitzichten
7 – Meer informatie op Internet



Waar draait het om?

Etnische conflicten, die zich uiten in disputen om landrechten en om politieke vertegenwoordiging door gekozen en aangewezen bestuurders.

Ghana kent twee soorten bestuurders, chiefs of stamhoofden en gekozen leiders. Chiefs staan aan het hoofd van een etnische groep en die spelen naast gekozen bestuurders hun rol in het lokale en nationale bestuur van het land. Daarnaast zijn er ook jongerenverenigingen wier woordvoerders en opinieleiders een belangrijke rol spelen in het bestuur. Ook wonen er in Ghana 100 verschillende etnische groepen. De belangrijkste zijn de Akan-volken de Ashanti en de Fanti. Een andere groep is de Ewe. In het noorden wonen andere etnische groepen.

Ghana kent een tweedeling tussen de noordelijk gelegen gebieden en het zuiden. In het noorden en vooral op het platteland voelen mensen zich sterk verbonden met hun stamhoofd en hun etnische groep. Wat de nationale regering in de hoofdstad Accra in het zuiden van het land bedisselt, vinden ze minder belangrijk. De tegenstelling wordt verscherpt omdat de noordelijke gebieden op economisch vlak worden achtergesteld bij de rest van het land.

Ewe-chief

Tegen deze achtergrond zijn er conflicten ontstaan maar hoe groot de rol van de tweedeling daarin is, valt moeilijk te zeggen. Wel staat vast dat de partijen in het conflict moeilijk met elkaar kunnen communiceren omdat de gebieden waar het conflict zich afspeelt, afgelegen zijn en omdat er weinig middelen voor communicatie en vervoer beschikbaar zijn.

Vrouwen in het noorden van Ghana

Waardoor de conflicten zijn ontstaan is ook moeilijk na te gaan omdat er verschillende oorzaken voor zijn die met elkaar verband houden en omdat de betrokken partijen daar elk een eigen visie op hebben. De belangrijkste geschilpunten zijn landrechten en wie als bestuurder een groep mag vertegenwoordigen.

Landrechten berusten bij het opperhoofd of koning van een etnische groep. Niet alleen leden van zijn eigen groep, maar ook die van andere etnische groepen die op zijn land wonen, moeten zich houden aan de regels die het opperhoofd er op na houdt. Ook moeten ze hem of haar respect en trouw betonen. Dat houdt onder andere in dat ze hem of haar geschenken geven. De opperhoofden hebben al het land in bezit. Sinds Ghana onder Brits bestuur kwam (vanaf 1957 is het land onafhankelijk), mogen alleen opperhoofden een zetel hebben in het Noordelijke en het Nationale Huis van Opperhoofden. Van de verschillende etnische groepen hebben er maar vier een opperhoofd en zijn ze in beide Huizen vertegenwoordigd. Dat zijn de Dagomba, de Nanumba, de Gonja en de Mamprusi. Deze groepen zijn onderverdeeld in stammen met aan het hoofd een chief. De chiefs staan onder leiding van het opperhoofd.
Andere etnische groepen hebben géén centrale leiding en dus géén opperhoofd. Ze zijn dus niet vertegenwoordigd in de twee Huizen. Bovendien bezitten ze geen land omdat al het land van de opperhoofden is. Ze willen dezelfde politieke rechten hebben als de groepen die wél een opperhoofd hebben. Ook willen ze gezag hebben over het land dat ze bewonen. Daar willen opperhoofden niets van weten, temeer omdat ze weten dat ze de wet aan hun kant hebben. Dat leidt tot spanningen tussen etnische groepen. De belangrijkste groep zónder opperhoofd is die van de Konkomba, in het noordelijk gedeelte van Ghana de op één na grootste etnische groep.

Spanningen ontstaan ook als groepen elkaar niet begrijpen, de spot met elkaar drijven of als er geruchten de ronde doen over oorlogszuchtige plannen van de ene groep jegens een andere. Vooral in de jaren 90 ontstaan er ook conflicten tussen aanhangers van verschillende godsdiensten, maar dat komt niet vaak voor. Ten slotte ontstaan er binnenin groepen conflicten zoals die tussen leiders van een oudere generatie die er traditionele opvattingen op na houden en jongere mensen met moderne opvattingen.


Welke partijen zijn betrokken bij het conflict?

De nationale regering in Accra
De regering grijpt bij de conflicten in door te bemiddelen tussen de strijdende partijen, door mensen te helpen die slachtoffer worden van gewapende strijd en door gewelddadigheden de kop in te drukken. Dat gebeurt tijdens het bewind van president Rawlings en ook dat van diens opvolger Kufuor.

Rawlings
Jerry John Rawlings wordt in 1947 in Accra geboren. Hij groeit op in het zuidoosten van het land. zijn vader is een Schot, zijn moeder een Ewe. Van 1961 tot 1967 zit hij op een militaire school. Daarna gaat hij in het leger en wordt hij piloot.
In 1978 is hij in rang opgeklommen tot luitenant. In en buiten het leger wordt hij populair omdat hij een stoutmoedige militair en een kundig redenaar is, vooral als hij met een Ashanti-vrouw trouwt en veel aanhangers onder de Ashanti krijgt.

In 1979 komt hij door een staatsgreep aan de macht. Hij pakt de corruptie bij de overheid aan en schrijft democratische verkiezingen uit. Die worden gewonnen door Hilla Niann. De economie zakt in en in 1981 grijpt Rawlings opnieuw de macht. Ditmaal blijft hij aanzienlijk langer aan als president. Ook voert hij een autoritair bewind. In die periode voert hij op aandringen van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds hervormingen door in de economie waardoor die zich weer herstelt. Dankzij de nieuwe voorspoed blijft hij populair.

In 1992 krijgt het land een nieuwe grondwet en worden er presidentsverkiezingen gehouden. Dan is Rawlings namens de partij National Democratic Congress één van de kandidaten en hij wordt herkozen. Ook tijdens de presidentsverkiezingen van 1996 wordt hij herkozen. In de tussenliggende periode speelt zijn regering een belangrijke rol in het beëindigen van gewapend geweld tussen etnische groepen en bij de oplossing van conflicten die tot dit geweld hebben geleid. In 2000 mag hij niet meer herkozen worden. De verkiezingen worden gewonnen door John Kufuor, een kandidaat van de partij die tot dusver in de oppositie heeft gezeten, de New Patriottic Party.

De vier etnische groepen die een opperhoofd hebben:

  • Dagomba
  • Nanumba
  • Gonja
  • Manprusi


De belangrijkste etnische groepen die géén opperhoofd hebben

  • De Konkomba
    Deze groep heeft nooit een opperhoofd gehad. Oorspronkelijk komt deze groep uit Togo. In het begin van de 20 e eeuw hebben de Konkomba zich in Ghana gevestigd. Het zijn nomadische boeren die in stamverband leven. Ze zijn de grootste etnische groep zonder opperhoofd.
  • De Nchumuru
  • De Nawuri

Konkom

Chronologie van het conflict

31 januari 1993
De krant Chronicle publiceert een artikel waarin staat dat eer een enorm bloedbad ophanden is. Dan ontstaat er grote onrust. In de stad Tambale gaan wagens met luidsprekers de weg op om mensen tot rust op te roepen.

Midden 1993
Een regeringsdelegatie bezoekt twee maal het gebied waar de diverse conflicten zich afspelen.

Juli 1993
Spanningen tussen de Konkomba en andere etnische groepen zijn al opgelopen omdat het gerucht gaat dat de Konkomba land gaan bezetten. Op deze dag sturen de Konkomba een petitie naar het Nationale Huis van Chiefs. Hierin eisen ze de status van opperhoofd voor hun belangrijkste leider.

National House of Chiefs

31 januari 1994
Begin van de Parelhoenoorlog tussen de Konkomba en de Namumba. De overlevering wil dat deze op 31 januari is uitgebroken toen Konkomba en Namumba ruzie kregen over de prijs van een parelhoen op de markt in Nakpayili bij Bimbilla.

Parelhoen, aanleiding tot etnische conflicten

 

10 februari 1994
De regering roept de noodtoestand uit in Tamale en andere gebieden. Ook wordt een gemeenschappelijke Militaire Taakgroep ingesteld.

April 1994
De regering stelt een Permanent Comité voor Vredesonderhandelingen in.

April 1994
Na bemiddeling van de regering besluiten de strijdende partijen om een eind te maken aan het conflict en aan het geweld.

9 juni 1994
De strijdende partijen sluiten een vredesverdrag met elkaar

8 augustus 1994
Het parlement heft de noodtoestand op.

Maart en mei 1995
Het conflict is dan wel bijgelegd, maar de oorzaken ervan zijn niet verholpen. Dat blijkt als het geweld tussen Konkomba en Nanumba weer oplaait.

Mei 1995
Eerste Kumasi-Workshop

Juni 1995
Tweede Kumasi-Workshop

November en december 1995
Een oud conflict tussen de Konkomba en de Dagomba wordt aangescherpt naarmate er meer spanningen ontstaan tussen moslims en niet-moslims in Ghana, De Dagomba zijn overwegend islamitisch en de Konkomba zijn aanhangers van een natuurgodsdienst. Dankzij bemiddelingspogingen en vredesgesprekken tussen de partijen neemt de spanning in december weer af.

December 1995
Derde Kumasi-Workshop

December 1995
De regering laat een verzoeningsceremonieel houden

Februari 1996
Vierde Kumasi-Workshop waaruit het Kumasi-akkoord voortkomt. De Konkomba krijgen het recht om opperhoofden af te vaardigen in het lokale en nationale bestuur.

Mei 1996
De regering laat een tweede verzoeningsceremonie houden.

1996
Wederopbouw en vredesproces. Geweld vindt slechts incidenteel en op kleine schaal plaats.

1997
Periode van voedselschaarste

28 maart 2002

Moord in Yendi in Noord-Oost-Ghana, op Yaa Naa, één van de belangrijkste leiders van de Dagomba en 27 van zijn volgelingen. Dan breekt er onrust uit in het Dagbon-gebied waar Yendi in ligt. De regering roept daar de noodtoestand uit en de rust keert terug. De moordpartij vloeit voort uit een geschil tussen twee Dagomba-stammen die dateert uit de jaren ’50. Voor Yaa Naa is nog geen opvolger gevonden.

Yaa Naa

Ruzie in het rechtbankgebouw waar de vermeende moordenaar van Yaa Naa in december 2003 terechtstaat

De twee stammen schreeuwen in het Dagombi elkaar verwensingen naar het hoofd

2002
de regering stelt een Nationale Verzoeningscomissie aan die de etnische groepen in het land met elkaar moet verzoenen.

Het aanstellen van de commissie is te vinden op de fotopagina van de National Reconcilliation Commission Ghana (http://www.nrcghana.org/inauguralpics.php)


Conflictbemiddeling

Binnenlands
De nationale regering is de belangrijkste bemiddelaar bij de conflicten in Ghana. Zo spant zij zich actief in om een einde te maken aan de Parelhoenoorlog tussen de Namumba en de Konkomba. Daartoe stelt de regering in april 1994 een Permanent Comité voor vredesonderhandelingen in. Het leger in het algemeen en de Militaire Taakgroep in het bijzonder leveren een grote bijdrage aan de beheersing van de conflicten. Bovendien helpt de Taakgroep plaatselijke NGO’s bij het verdelen van hulpgoederen onder de bevolking. Verder steunt de regering de landbouw door hulpgoederen te sturen. Ten slotte proberen ministers bij mogelijke donors in Europa financiële hulp los te krijgen. Dat levert niets op omdat de donors liever hulpgoederen via NGO’s verspreidden dan geld te geven. De vredesinspanningen worden bekroond met een verzoeningsceremonie onder leiding van president Rawlings in december1995 en in mei 1996.

verzoeningsbijeenkomst waarbij een vredesboom wordt geplant.

Ook binnenlandse NGO’s spelen een bemiddelende rol. Eerst houden ze zich bezig met hulpverlening aan slachtoffers van gevechten en aan mensen die op de vlucht zijn geslagen. Als er geen spoedig einde aan de conflicten in zicht blijkt te zijn, gaan ze zich ook bezighouden met bemiddeling tussen de strijdende partijen. Na het einde van de gewelddadigheden werken ze aan het helpen voorkomen van nieuwe conflicten en aan hulpverlening. Eerst werken ze naast elkaar heen en werken ze ook weinig samen met internationale NGO’s, maar tijdens de Parelhoenoorlog slaan ze de handen inéén en richten ze het Inter-NGO Consortium op. Enkele leden hiervan zijn Action Aid Ghana, Action on Disability and Development, Catholic Relief Services, Council of Churches, Business Advisory Development and Consultancy Centre, Gubkatimali en Penorudas, een islamitische NGO.

Ook internationale NGO’s sluiten zich bij het Consortium aan.
Het Consortium organiseert in 1995 twee Kumasi-Workshops waar leden van alle etnische groepen, chiefs, opinieleiders en medewerkers van NGO’s aan meedoen. Tijdens deze workshops stelt men vast hoeveel schade de oorlog heeft aangericht. Ook zeggen de deelnemers in te zien dat iedereen er voordeel aan heeft als wederzijdse vijandigheid plaatsmaakt voor gezamenlijk werken aan een duurzame vrede. Deze boodschap moeten de lokale bestuurders die aan de workshops meedoen, uitdragen aan hun achterban. Daarna vinden er nog twee Kumasi-Workshops plaats. Dan ligt het accept op het oplossen van geschillen en het opstellen van een vredesakkoord. Dat wordt het Kumasi-Akkoord.

De Workshops maken deel uit van de Campagne voor Bewustwording van de Vrede die het Consortium voert. Een ander onderdeel van deze campagne is de Werkgroep voor Vrede en Verzoening. Die blijft werkzaam tot 1998.

Daarnaast proberen binnenlandse NGO’s afzonderlijk projecten uit vrede tot stand te brengen. Daarna helpen ze met de wederopbouw. Zo helpt Action Aid Ghana een school bouwen waarbij Konkomba en Dagomba samen aan de bouw meededen. Ook houden ze zich bezig met conflictpreventie. Ten slotte voeren enkele traditionele sociale groepen actie voor de vrede waaronder de Northern Youth and development Association en enkele andere jeugdorganisaties.

 Buitenlands
Het conflict speelt zich geheel binnen de landsgrenzen van Ghana af en bovendien in een deel van Ghana. Daarom schenken grote internationale organisaties er weinig aandacht aan. Wel zijn er internationale NGO’s betrokken, met name Lifeline Denmark, Oxfam, Rode Kruis en World Vision die zich bij het Inter-NGO Consortium hebben aangesloten. Bij vredesbemiddelingen krijgt het Consortium hulp van de Nairobi Peace Initiative, een NGO die in 1984 is gesticht en sindsdien in meerdere Afrikaanse landen geholpen heeft om conflicten bij te leggen. Deze NGO helpt het Consortium bij het organiseren van de eerste twee Kumasi-Workshops.


Rondom conflicten

Het bijzondere aan het conflict is Ghana is dat de regering de verzoenende factor is. In de meeste conflicten is de regering vaak onderdeel van het probleem, maar hier doet de regering alles wat in haar macht ligt om conflicten op te lossen, zowel via gesprekken als via militaire middelen (om partijen te scheiden, niet om mee te vechten).


Vooruitzichten

Na het einde van de Parelhoenoorlog is het rustig gebleven in Ghana. De regering meent dat alle geschilpunten zijn opgelost en dat zij geweld niet toe zal laten. Als het geweld weer oplaait, zal de regering dan ook ingrijpen en desnoods het leger daarbij inzetten. Het gevaar dat dit nog eens gebeurt, is evenwel niet helemaal geweken. Na het sluiten van het Kumasi-Akkoord is onenigheid ontstaan over de vraag hoeveel opperhoofden de Konkomba mogen aanwijzen. Etnische groepen die al een opperhoofd hebben, willen dat er drie Konkomba-opperhoofden komen. De Konkomba zelf willen er maar één. De Konkomba menen dat de andere groepen drie opperhoofden willen opdat ze die tegen elkaar kunnen uitspelen. Verder bestaan er nog steeds oude geschillen tussen groepen. Dat wordt in 2002 nog eens onderstreept als Yaa Naa, een vooraanstaande Dagomba-leidier in Yendi wordt vermoord. De moord heeft te maken met een oude vete tussen twee stammen binnen de Dagomba-groep. Een derde reden tot geweld is en blijft de vaak kwakkelende economie van Ghana. Ten slotte kunnen er in de etnische lappendeken dat het noorden is, gemakkelijk nieuwe geschillen ontstaan die tot gewapend geweld kunnen leiden.

Bijeenkomst van opperhoofden (paramount chiefs)


Meer informatie op Internet:

http://www.minbuza.nl/land-ghana: Landendossier Ghana
http://www.ghana.gov.gh/index.html: site van de Ghanese regering
http://www.bsos.umd.edu/cidcm: Center for International Development and Conflict Management / Minorities at Risk Programme
http://www.ug.edu.gh/: Universiteit van Ghana
http://www.ghanareview.co.uk/: Ghana Review International