Conflicten Wereldwijd > Afrika > Egypte

Egypte




Oppervlakte:
1.001.450 km2 (30 x Nederland)
Bevolking:
75 miljoen inwoners

De vlag bestaat uit drie banden die precies even breed zijn. Middenin de witte band staat het nationale embleem, een schild met een adelaar die naar de mast kijkt. Onder de adelaar is in het Arabisch de naam van het land op een uitgerold stuk papier gezet. In het Nederlands vertaald is dat ‘Arabische Republiek Egypte’.

1 – Waar draait het om?
2 – Welke partijen?
3 – Chronologie
4 – Conflictbemiddeling
5 – Rondom conflicten
6 – Vooruitzichten
7 – Meer informatie op Internet






Waar draait het om?

Egypte: een stille burgeroorlog?

Als Alexander de Grote in 333 voor Christus Egypte verovert, breekt er voor het land een periode van buitenlands bestuur aan die tot halverwege de 20 e eeuw voortduurt. Na Alexander de Grote maken de Perzen er de dienst uit, dan de Grieken, de Romeinen, de Arabieren, de Turken en ten slotte de Britten. In 639 na Christus doet de islam er zijn intrede. Sindsdien is Egypte altijd een islamitisch land geweest.

moskee in Caïro


Van bijzonder belang is het bestuur van Egypte door de Mamelukken van 1250 tot het einde van de 18e eeuw. De Mamelukken zijn in de 9e eeuw opgericht als lijfwacht van de kalief in Bagdad die een groot rijk dat de hele moslimwereld omvat, bestuurde. Daarna worden ze actief als bestuurders en militaire bevelvoerders. Ook in Egypte nemen ze het landsbestuur op zich. De Mamelukken vormen een aparte groep die zich afzondert van de rest van de samenleving. In landen waar ze de macht hebben, worden ze door de plaatselijke bevolking als vreemden beschouwd. Uit die periode stamt de achterdocht die veel Egyptische burgers nog steeds hebben jegens bestuurders van hun land.

In 1882 wordt Egypte een Britse kolonie. Als in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt en Groot-Brittannië het Ottomaanse rijk de oorlog verklaart, wordt Egypte een koninkrijk onder Brits protectoraat. In 1922 krijgt Egypte beperkte zelfstandigheid. Vanaf 1928 komt de Islamitische Broederbond op als belangrijke speler in de politieke arena. De andere spelers zijn het Britse bestuur, de koning en een groep notabelen, de Wafd. Het landsbestuur gaat mank aan corruptie en kuiperijen, vooral na het aantreden van koning Faroek in 1936.

Op 23 juli 1952 pleegt een groep officieren onder leiding van kolonel Gamal Abd el-Nasser een staatsgreep. Twee jaar later wordt hij president van Egypte. Sindsdien is er in Egypte een, vaak gewelddadig, binnenlands conflict gaande. Dat heeft twee grondoorzaken.

Op de eerste plaats heeft de regering steeds geweigerd om oppositiepartijen die in Egypte een samenleving op islamitische grondslag willen bouwen een rol te geven in het landsbestuur.

Op de tweede plaats hebben de groepen die van Egypte een islamitische staat willen maken nooit ondubbelzinnig duidelijk gemaakt of en wanneer ze het gebruik van geweld toelaatbaar vinden als middel om dit doel te bereiken. Dat is voor de regering mede aanleiding geweest om deze bewegingen buiten de wet te stellen en te onderdrukken. Soms is de regering zelfs gewapenderhand tegen hen opgetreden.

De staat van de economie speelt een belangrijke rol in het conflict. Tijdens het bewind van Nasser en Sadat is de welvaart ongelijk verdeeld. Niet alleen is er een groot verschil tussen hoge en lage inkomens, ook staat tegenover een betrekkelijk kleine groep rijke mensen een grote groep die in armoede leeft. De regering heeft weinig aan deze ongelijkheid gedaan. Wel heeft Sadat tijdens zijn presidentschap van 1970-’81 geprobeerd om de groei van de economie te stimuleren. Ook houdt de regering de prijzen van producten voor dagelijks gebruik als voedsel laag door subsidies.

armoede in de straten

De ongelijkheid wordt in de jaren ’80 groter als de regering de economie hervormt onder druk van het Internationaal Monetair Fonds en andere instellingen die geld geven aan Egypte. De regering bezuinigt sterk op de staatsuitgaven. Ook vermindert de regering subsidies op goederen voor dagelijks gebruik of schaft die af. Daardoor worden sommige artikelen duurder. Ten slotte snijdt de regering in het ambtenarenkorps en privatiseert zij staatsbedrijven wardoor er banen verdwijnen.



Rellen na het verlagen van subsidies worden hardhandig onderdrukt

Ook de ondemocratische wijze waarop Egypte wordt bestuurd, verscherpt het conflict. Vanaf het aantreden van Nasser is er altijd sprake geweest van een autoritair geregeerde één-partijstaat waarin meestal nauwelijks sprake is van vrijheid van meningsuiting en vergadering. NGO’s die in Egypte actief zijn, krijgen in 1964 te maken met een wet die beperkingen stelt aan hun activiteiten. Zo moeten ze giften uit het buitenland melden aan de overheid. Ook is er weinig vrijheid van meningsuiting en vergadering. De regering behoudt zich het recht voor medewerkers van organisaties aan te houden en te berechten als ze vermoedt dat de organisaties zich niet aan de wet houden. Dan beschouwt de staat de organisatie als een bedreiging voor orde en veiligheid. Dat gebeurt vooral na de uitroeping van de noodtoestand in 1981 die nog steeds van kracht is en de invoering van een noodwet die nog steeds geldt. Volgens die wet is de vrijheid van meningsuiting en vergadering beperkt en kunnen mensen om ‘administratieve’ redenen worden opgepakt en vastgehouden.


Welke partijen zijn betrokken bij het conflict?

De Egyptische regering
Egypte is een seculiere staat. Dat wil zeggen dat de staat zich niet met godsdienstige aangelegenheden bemoeit en dat geestelijken niet (mede) het land regeren. Dat wil de regering zo houden. Ze komt daarmee in botsing met de andere partijen, oppositiegroepen die van Egypte een staat op islamitische grondslag willen maken. De regering beschouwt deze groepen als ‘terroristen’ die de binnenlandse veiligheid in gevaar brengen en tegen wie desnoods met geweld moet worden opgetreden.

 De Islamitische Broederbond
Dit is de voornaamste groep van ‘terroristen’. Sommige groepen binnenin deze bond vinden het gebruik van geweld toelaatbaar als middel om van Egypte een islamitische staat te maken. Ze zijn ook bereid om dat te doen. Maar de hoofdstroom van de beweging keurt het gebruik van geweld af en wil het doel op vreedzame wijze en langs de weg van geleidelijkheid bereiken.

     

Leden van de Islamitische Broederbond achter de tralies

Gama’a al Islamiyya en el-Jihad
Dit zijn de twee belangrijkste radicale facties die zich afscheiden van de Broederbond nadat in 1966 Sayyid al-Quib, de toenmalige leider van de Broederbond, wegens verraad en samenzwering tegen de regering is terechtgesteld. De twee groepen willen de wapens opnemen tegen de seculiere regering en doen dat ook als Sadat president is geworden. In 1981 wordt Sadat zelfs door leden van de Gama’a vermoord en doet de beweging een mislukte poging om het land in zijn macht te krijgen.



Gama’a al Islamiyya
     

De afscheiding loopt niet alleen langs de scheidslijn van het al of niet willen gebruiken van geweld maar ook tussen sociale groepen. De meeste aanhangers van de Broederbond zijn ambtenaren en mensen uit de hogere klasse, bij de radicale facties zijn dat vooral mensen uit de lagere middenklasse en studenten.

Soedan, Iran en Saoedi-Arabië
De Egyptische regering onder Mubarak beschuldigt deze en andere landen ervan, radicale groepen te steunen die gewapende strijd tegen hem voeren. Enkele kranten die min of meer als staatsmedia gelden, verdenken daar ook Saoedi-Arabië van. Die zeggen dat radicale groepen die vanuit dat land opereren de radicale bewegingen in Egypte in hun gewapende strijd helpen. Voor deze beschuldigingen en verdachtmakingen zijn nooit onweerlegbare bewijzen op tafel gekomen, maar ze hebben ervoor gezorgd dat Egypte op gespannen voet is komen te staan met deze landen.

Veteranen van oorlogen in Afghanistan
Als troepen de Sovjet-Unie op 24 december 1979 Afghanistan binnenvallen en bezetten, nemen radicale islamitische strijders die mudjaheddin heten, de strijd tegen de bezetters op. Ze krijgen daarbij steun van strijders uit andere moslimlanden waaronder Egypte. De Amerikaanse inlichtingendienst CIA werft Egyptische studenten om de mudjaheddin te helpen. In 1989 trekken de Sovjet-troepen zich uit Afghanistan terug, maar het door de Sovjet-Unie geïnstalleerde bewind van Najibullah houdt stand. De mudjaheddin en hun buitenlandse medestrijders nemen dan de wapens op tegen dit bewind. In 1992 brengen ze die ten val. Hierna verlaten de buitenlandse strijders Afghanistan en keren ze terug naar hun land. Egyptische veteranen van de oorlog tegen de Sovjets en tegen het bewind van Najibullah sluiten zich aan bij radicale islamitische bewegingen om mee te vechten tegen de seculiere regering van Mubarak.


Chronologie van het conflict

23 juli 1952
De Vrije Officieren onder leiding van Gamal Abd el-Nasser brengen koning Faroek ten val en Egypte wordt een republiek;

1954
Nasser wordt president van Egypte en voert een autoritaire één-partijstaat in.

     

Nasser

1962
Nasser roept de Arabische Socialistische Republiek uit. Politieke bewegingen krijgen vertegenwoordigers in de Nationale Vergadering maar niet de Islamitische Broederbond.     

1962-1970
De regering pakt duizenden mensen op omdat die lid zouden zijn van de Islamitische Broederbond en zouden hebben samengezworen tegen de regering.

1966
Sayyid el-Quib, de leider van de Islamitische Broederbond, wordt terechtgesteld. Gama’a al-Islamiyya en el-Jihad splitsen zich van de Broederbond af.

1970
Nasser sterft en wordt opgevolgd door Anwar Sadat.

1970-1981

Sadat probeert de economie te laten groeien en verruimt de vrijheid van meningsuiting en vergadering. Hiermee wil hij linkse oppositiegroepen die gekant zijn tegen het economisch beleid van de regering de wind uit de zeilen nemen. Ook laat hij vermoedelijke leden van de Islamitische Broederbond vrij die tijdens het bewind van Nasser waren opgepakt en zoekt hij toenadering tot deze bond om radicale islamitische groepen de wind uit de zeilen te nemen. Maar als het verzet tegen zijn beleid groeit, wordt de politieke vrijheid weer minder en treedt de regering harder op tegen oppositiegroepen.     

6 oktober 1981
Aanhangers van el-Jihad vermoorden Sadat en proberen een staatsgreep te plegen. Zijn opvolger Hosni Mubarak roept de noodtoestand uit. Die is nog steeds van kracht.



De moord op Sadat; Sadat ligt rechtsboven, dodelijk getroffen
 

1981-1987
Net als Sadat zoekt Mubarak toenadering tot gematigde islamitische en linkse oppositiegroepen. Ook krijgt men weer meer vrijheid van meningsuiting en vergadering.

1987-1992
Radicale islamitische groepen plegen aanslagen op politici, medewerkers en instellingen van de overheid, De regering treedt harder op tegen oppositiegroepen. Vermeende aanhangers van die groepen worden opgepakt en soms ook gemarteld of vermoord. Ook wordt de politieke vrijheid weer beperkt. De regering zegt dit alles te doen om de binnenlandse veiligheid te beschermen.

1992-1997
Radicale groepen, nu gesteund door strijders die in Afghanistan hebben gevochten, voeren de strijd tegen de regering op. De radicale groepen plegen vaak bloedige aanslagen. Daarbij kiezen ze naast politici en andere overheidsmedewerkers ook leden van de Koptische kerk, intellectuelen en toeristen als doelwit. Troepen van de regering komen in geheel Egypte hiertegen op grote schaal in actie, vooral in het zuiden van het land.



17 november 1997

Leden van Gama’a al Islamiyya plegen een aanslag in Luxor waarbij 58 toeristen en vier Egyptenaren om het leven komen. Het toerisme naar Egypte stort gedurende enkele jaren in.

1998-2004
Leiders van Gama’a al Islamiyya beloven de regering geen geweld meer te gebruiken maar el-Jihad en facties binnen Gama’a blijven doorgaan met hun gewapende strijd. Het aantal gewapende incidenten neemt af. De regering lijkt het gewapende verzet onder controle te hebben gekregen.

 

Conflictbemiddeling

Binnenlands

In 1985 wordt de Egyptische Organisatie voor de Mensenrechten of EOHR opgericht. De EHOR doet verslag van verdwijningen, gevallen van martelingen, wreed optreden van de politie en het vasthouden van mensen zonder dat daar informatie over wordt verstrekt en het arresteren van familieleden van mensen die ervan worden verdacht lid te zijn van een radicale islamitische groep. Ook biedt de organisatie hulp aan slachtoffers van schendingen van mensenrechten.
 

In 1994 wordt het Centrum voor Mensenrechten en Rechterlijke Bijstand opgericht. Die houdt zich vooral bezig met rechtshulp aan mensen die slachtoffer zijn geworden van schendingen van mensenrechten. Het geeft ook cursussen over mensenrechten aan leerlingen op scholen en aan advocaten.


Ook andere instellingen zijn actief zoals het Ibn Khaldun Centrum. Die geeft het tijdschrift Civil Society uit en houdt zich bezig met het bevorderen van democratisch bewustzijn. Ook geeft het centrum geld aan voormalige strijders van radicale islamitische groepen waarmee die een eigen zaak kunnen opzetten. Zo hoopt het centrum meer vrede te kunnen brengen in Egypte.

Politieke partijen streven naar meer democratie en inspraak voor oppositiepartijen in het landsbestuur. Er wordt beweerd dat de Islamitische Broederschap geprobeerd heeft om het conflict onder controle te krijgen. Door bemiddeling zou de bond radicale islamitische groepen in de vroege jaren ’90 in enkele gebieden van Egypte een staakt-het-vuren hebben afgekondigd. Ook zouden na bemiddeling door de bond leden van groepen informeel met de regering hebben gepraat. Als dat werkelijk het geval is geweest, heeft dat geen resultaat gehad.

Buitenlands
De Egyptische Organisatie voor de Mensenrechten is één van de landelijke afdelingen van de Arabische Organisatie voor de Mensenrechten (AOHR) die in 1983 is opgericht. In 2000 geeft het AOHR trainingscursussen over mensenrechten aan politieagenten en aanklagers. Aan dit project werkt het Ontwikkelingsbureau van de VN, de UNDP, mee en de Nederlandse regering betaalt de kosten ervan. Ook daarbuiten houdt de VN zich bezig met de mensenrechten in Egypte, maar zonder rechtstreeks in het conflict te bemiddelen.

Amnesty International en Human Rights Watch sturen regelmatig waarnemers naar Egypte om na te gaan of en hoe de regering mensenrechten schendt. Ze schrijven daar rapporten over voor hun organisatie en maken daarbij melding van martelingen en acties die door regeringstroepen worden uitgevoerd als vergelding voor aanvallen door radicale islamitische groepen. De internationale NGO Search for Common Ground in the Middle East werkt samen met plaatselijke NGO’s en maatschappelijke organisaties om mensen technieken bij te brengen voor het vreedzaam oplossen van conflicten.

In 1997 houdt de NGO in Egypte een workshop voor onder andere journalisten, docenten en maatschappelijke werkers over het oplossen van conflicten en het jaar daarop een vervolg-workshop.

De Europese Unie heeft met enkele landen rond de Middellandse Zee een overeenkomst gesloten, de Gemeenschappelijke Strategie voor het Middellands Zeegebied. Die moet ervoor zorgen dat in landen als Egypte de mensenrechten beter worden gerespecteerd en dat mensen daar meer politieke vrijheden krijgen. Vanaf begin jaren ’90 overleggen ministers van Binnenlandse Zaken van enkele Arabische landen waaronder Egypte over hoe ze in hun eigen land de nationale veiligheid kunnen beschermen. Ook maken ze front tegen internationale organisaties die kritiek hebben op de situatie van de mensenrechten in die landen. In 1995 houden de EU, de Verenigde Staten, Israël en de meeste Arabische landen een Top van Vredestichters. Dan spreken ze af dat binnenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten van die landen meer gaan samenwerken bij het bestrijden van organisaties die terreurdaden plegen.


Rondom conflicten


Lokale, regionale en nationale NGO’s in Egypte zelf én buitenlandse NGO’s houden zich meer met het naleven van de mensenrechten dan met conflictbemiddeling bezig. Ook vakbonden en al of niet bij de wet toegestane politieke partijen zetten zich in voor de mensenrechten. Ze ondervinden daarbij veel tegenwerking van de regering.

In deze tijden waarop ‘oorlog tegen terrorisme’ de boventoon voert in de internationale politiek is er weinig aandacht voor het geweld van regeringszijde tegen de islamitische groepen die door iedereen alleen als ‘terreurgroepen’ worden gezien.


Vooruitzichten     

Tegen het einde van de jaren ’90 lijkt de regering de diverse gewapende groepen van radicale moslims onder de duim te hebben gekregen. Ook hebben die groepen steeds meer moeite om nieuwe leden te rekruteren. Maar de meeste waarnemers menen dat het harde optreden van de regering tegen groepen die van Egypte een staat op islamitische grondslag willen maken op den duur een averechts effect zal hebben.

Radicale islamitische activisten zullen des te krachtiger voor hun zaak opkomen en daarbij naar steeds drastischer middelen grijpen. Ook zal het de regering niet lukken toenadering tot radicale groepen tot stand te brengen door maatregelen te nemen die recht doen aan bepaalde islamitische principes, bijvoorbeeld door de rol van vrouwen in het openbare leven langs wettelijke weg te beperken. Steeds meer moslims zouden dit als halfslachtige cosmetische maatregelen zien en zich liever bij een radicale groep aansluiten dan zich achter de regering te scharen.

De situatie wordt nog ondoorzichtiger door de oorlog tegen het terrorisme die de Verenigde Staten voeren sinds de terreuraanslagen van 11 september 2001. De VS willen dat andere landen, ook Arabische, daaraan meedoen. Nog ingewikkelder wordt de situatie door de oorlog in en de daaropvolgende bezetting van Irak door de Coalition of the Willing onder leiding van de VS en de tweede intifadah die sinds september 2000 aan de gang is in Israël en de Palestijnse gebieden. Radicale moslims kiezen partij voor de Palestijnen en zijn gekant tegen de oorlog en bezetting van Irak en gaan daarbij tegen hun eigen regering in.

Ten slotte is de economie na de aanslagen van 11 september 2001 achteruitgegaan, onder andere door teruglopende inkomsten uit toerisme en tolheffingen bij schepen die door het Suezkanaal varen. Dit alles kan het nu sluimerende conflict tussen de seculiere regering, die de VS niet teveel voor de voeten wil lopen, en radicale moslimgroepen weer in volle hevigheid doen oplaaien.



Meer informatie op Internet:

http://www.minbuza.nl/land-egypte:
Landendossier  Egypte van Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.cia.gov/cia/publications/factbook/geos/eg.html:
Landendossier Egypte van de CIA.