Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden miljoenen mensen naar concentratiekampen gevoerd en vermoord of tewerkgesteld. Daar waren bijna zes miljoen joden onder. Van hen kwamen er ongeveer 102.000 uit Nederland. Toen de Joden werden weggevoerd, ging het verhaal dat ze voor de Duitsers moesten gaan werken. Maar langzaam werd duidelijk wat er werkelijk met ze zou gebeuren.
Dat er vooral vanaf 1942 joden in Nederland werden opgepakt en weggevoerd kwam niet uit de lucht vallen. Voor het zover was, werd het leven van de joden in Nederland steeds zwaarder.
Hoe kwam dat? Hoe merkten andere mensen dat de joden het steeds moeilijker kregen? En waarom wilde Hitler en zijn Nazi-regering alle joden laten oppakken en vermoorden?”
Dat zoeken jullie uit in de bronnen die in de les zitten.
Daarna maken jullie samen een serie krantenberichten getiteld ‘Jodenvervolging in een aantal stappen’.
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Bekijk in je eentje de bronnen in de les. Daar krijg je ½ uur de tijd voor.
Daarna maken we acht groepen. Elke groep schrijft een krantenbericht van hooguit 100 woorden. Doe alsof je zelf geen jood bent, maar wel mensen kent die wel jood zijn.Jullie krijgen voor het schrijven ½ uur de tijd.
We verdelen de acht artikelen met de titels:
- Geen toegang meer tot vermaak
- Je moest herkenbaar worden op straat
- Een regeringsbesluit in januari 1942
- Verzamelen bij Amsteltheater
- Tussenstop Westerbork
- Eindbestemming meestal de dood
- Jules Schelvis doet zijn verhaal
- Klaartje de Zwarte-Walvisch doet haar verhaal
Als jullie klaar bent, leveren jullie jullie artikel bij je juf of meeser.
De Joden leden het meest onder de Duitse bezetting in Tweede Wereldoorlog. De Nazi's waren antisemieten. Dat betekent dat ze tegen de Joden zijn. Hitler gaf de Joden de schuld van zo ongeveer alles wat slecht ging. Er kwamen steeds meer anti-joodse maatregelen. Joden werden gediscriminieerd en gepest. Ze mochten niet meer naar de dierentuin, de bioscoop, het zwembad, het cafe, of met de tram.
Slager in Amsterdam, 1941
In februari 1941 werden voor het eerst joden in Nederland opgepakt en weggevoerd naar een concentratiekamp. Dat gebeurde in Amsterdam. Als protest tegen deze deportatie legden dokwerkers en andere arbeiders in Amsterdam het werk neer. Dat was de Februaristaking.”
Ook het park en de markt wordt 'voor Joden verboden'. Joden worden gedwongen om bij elkaar te wonen in aparte wijken. Joodse kinderen moeten naar aparte, Joodse scholen. Vanaf mei 1942 moeten ze een jodenster op hun kleding dragen
In 1942 besluiten de Nazis in het geheim dat alle joden in Europa moeten worden vermoord. Ze bouwen concentratiekampen in Oost-Europa. Dan begint de deportatie, het wegvoeren van de Joden naar de concentratiekampen. Na de oorlog blijkt dat er in die kampen 6 miljoen Joden zijn vermoord. Meer dan 100.000 van hen waren Nederlander, mannen, vrouwen en kinderen.
In Amsterdam moeten Joden zich melden melden bij de Hollandse Schouwburg. Je moet er vaak dagen wachten, met honderden tegelijk, tot de treinen je wegvoeren naar kampen in het Oosten.
Een Joodse vrouw, Klaartje de Zwarte-Walvisch, moet zich daar ook melden en beschrijft in haar dagboek wat ze meemaakt en wat dat met haar doet:
Lange tijd is niet precies duidelijk wat er gebeurt met de joden die op transport worden gesteld. Het verhaal gaat dat ze zwaar werk moeten doen in kampen in het Oosten. Bijna niemand weet dat velen van hen gelijk bij aankomst vergast zullen worden.
De historicus Bart van den Boom heeft heel veel dagboeken bestudeerd uit de periode van de Tweede Wereldoorlog. Ook dagboeken van Joden. In geen enkel dagboek staat dat de joden bij aankomst in het kamp zullen worden gedood. Wel is er het besef dat het zware werk onder moeilijke omstandigheden ook wel eens je dood kan betekenen. Toch hadden veel Joden het idee dat ze het konden overleven. Als je kijkt naar de foto's van de transporten zie je dat de mensen allerlei spullen bij zich hebben. Zou je die ook meenenemen als je wist dat je bij aankomst onmiddellijk vergast gaat worden?
Wat hen in werkelijkheid te wachten stond, zie je in dit filmpje:
Jules Schelvis werd tijdens de Tweede Wereldoorlog als 21-jarige in Amsterdam door de Duitse bezetter opgepakt. Behalve zijn zuster en moeder werd zijn hele familie door de nazi's omgebracht. Zelf ontsnapte hij als door een wonder aan de dood, maar zijn martelgang door zeven naziconcentratiekampen duurde twee jaar. Na zijn pensionering in 1982 besloot hij de hel die hij had meegemaakt te beschrijven. Hij schreef enkele boeken, waaronder Binnen de poorten en Vernietigingskamp Sobibor.
In het filmfragment komt Jules Schelvis aan het woord. Duidelijk blijkt dat de Joden die op transport werden gesteld niet precies wisten wat hen boven het hoofd hing.
Het Erfgoedproject Nationale WO2-collectie Beeld bestaat uit meer dan 200.000 foto's, ruim 8.000 affiches en een groot aantal kamptekeningen uit 31 verschillende instellingen, waaronder het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).
De Nationale WO2-collectie Beeld is ontsloten op trefwoord, plaatsnaam, persoonsnaam en onderwerp en te vinden op www.beeldbankwo2.nl. Voor de afbeeldingen (en de bijbehorende onderschriften) bij deze les hebben we vooral geput uit deze collectie. Er is vooral gezocht op termen als Joden, deportaties, transporten, treinen, stations aankomst en vertrek.
Een andere bron waaruit voor deze opdracht is geput is 'De oorlog', de TV-serie van de NPS over de Tweede Wereldoorlog.
Trek voor de les 1 uur uit. Ruim het eerste halve uur in om de leerlingen individueel de bronnen te laten doornemen.
Daarna laat u de leerlingen acht groepen vormen om samen een dossier met krantenartikelen te laten maken met als titel ‘Jodenvervolging in een aantal stappen’.
Iedere groep schrijft een artikel van maximaal 100 woorden voor dit dossier.
Daarbij is het de bedoeling dat de leerlingen zich inbeelden dat ze zelf geen jood zijn, maar wel mensen kennen die jood zijn.
Laat ze kiezen uit de volgende titels om er een artikel bij te schrijven:
- Geen toegang meer tot vermaak
- Je moest herkenbaar worden op straat
- Een regeringsbesluit in januari 1942
- Verzamelen bij Amsteltheater
- Tussenstop Westerbork
- Eindbestemming meestal de dood
- Jules Schelvis doet zijn verhaal
- Klaartje de Zwarte-Walvisch doet haar verhaal
Het is wel de bedoeling dat elke titel éénmaal gekozen wordt.
Als iedereen klaar is, bekijkt en beoordeelt u de artikelen. Daarna bundelt u ze in een boekje.
Uitwerking
De joden in Nederland kregen tijdens de Duitse bezetting te maken met toenemende discriminatie, stigmatisering en gedwongen segregatie. Voor niet-joden was dat steeds meer zichtbaar in het straatbeeld. Dat niet iedereen het eens was met hoe de joden werden behandeld, bleek toen in februari 1941 in Amsterdam enige honderden joden werden opgepakt en weggevoerd. Toen brak er in Amsterdam een proteststaking uit die geboekstaafd is als de ‘Februaristaking’.
Waarom er toen en vooral vanaf 1942 steeds meer joden werden weggevoerd en op transport werden gesteld, wist men nauwelijks. De Duitse regering van Hitler en de Nazi’s had duidelijk voor ogen wat er met ze moest gebeuren. Veruit de meeste van hen moesten worden vermoord een klein aantal te werk gesteld. Dat werd bij de weggevoerde joden zelf meestal pas duidelijk toen ze bij een concentratiekamp aankwamen. Slechts weinigen konden het navertellen waaronder Jules Schelvis en Klaartje Zwarte-Walvisch.
Kerndoelen
51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken jagers en boeren; Grieken en Romeinen;monniken en ridders; steden en staten; ontdekkersen hervormers; regenten en vorsten; pruiken enrevoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogenen holocaust; televisie en computer.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom de Nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog alle joden wilden vermoorden, ook de joden in Nederland.
- De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uitleggen hoe de Duitse bestuurders van Nederland het leven van joden steeds zwaarder maakten voordat het deporteren van joden begon.
- De leerlingen hebben gezien wat andere mensen merkten van dit anti-joodse beleid van de Duitse bestuurders.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom joden die werden opgepakt en gedeporteerd meestal niet precies wisten wat er met hen zou gebeuren.
De opdracht is goed gemaakt als er een in goed Nederlands geschreven krantenartikel is aangeleverd waaruit blijkt dat de leerling zich ingeleefd heeft in de situatie van een op transport gestelde Jood in de Tweede Wereldoorlog. Als er tijd voor is kunt u een aantal leerlingen hun artikelen laten voorlezen.