Pagina 3 van 17
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. We delen de klas op in tien groepen. Elke groep leest één van de interviews. Probeer aan de hand van het interview voor zoveel mogelijk de volgende vragen te beantwoorden:
- Reden: Waarom hadden de Duitse militairen toen zoveel aantrekkingskracht op de vrouw die is geïnterviewd? Hoe is de relatie met een Duitser tot stand gekomen?
- Politiek: Hoe keek de vrouw die is geïnterviewd toen aan tegen de bezetting? Hoe ging ze om met het feit dat ze een relatie had met iemand die door de (meeste) Nederlanders als een vijand werd gezien?
- Afloop: Hoe is het met de vrouw die is geïnterviewd en de relatie had met de Duitser afgelopen? Werd ze hiervoor bestraft en zo ja, hoe?
- Indruk: Wat heeft volgens jullie de meeste indruk gemaakt op de vrouw die is geïnterviewd?
Schrijf je antwoorden zorgvuldig op want die heb je nodig voor het klassengesprek. Jullie bespreken met je leerkracht de stelling:
‘De meisjes en vrouwen die kort na de bevrijding zijn mishandeld omdat ze een relatie hebben gehad met een of meer Duitse soldaten, moeten een eigen monument krijgen.’
Begrippen die in de verhalen aan bod komen:
- BS: Binnenlandse Strijdkrachten. De BS was een op 5 september 1944 officieel opgezette bundeling van de tot dan toe weinig samenwerkende verzetsgroepen.
- OD: Ordedienst. De OD is in 1940 opgericht. Aanvankelijk was het doel om letterlijk een ordedienst op te richten die de openbare orde moest bewaren na het spoedig verwachte vertrek van de Duitsers. Toen dit niet reëel bleek, gingen de leden steeds meer actief verzet plegen, onder andere door middel van sabotage. De belangrijkste taak was echter het verzamelen van inlichtingen over de vijand, om die naar Engeland te kunnen sturen.
- POD: Politieke Opsporingsdienst. De POD is in februari 1945 opgericht met als doel het opsporen van en onderzoek doen naar ‘foute elementen' in de Nederlandse samenleving tijdens de Duitse bezetting.
- STPD: Stichting Toezicht Politieke Delinquenten. De STPD was een in september 1945 door de regering in het leven geroepen instelling belast met reclasseringsactiviteiten ten behoeve van vrijgelaten politieke delinquenten. Ook werd er gecontroleerd op de naleving van de voorwaarden opgelegd bij voorwaardelijke invrijheidsstellingen.