Kun je het antwoord op je hoofdvraag beschouwen als de titel van je onderzoek, dan vormen de deel- of subvragen de hoofdstukken van je werkstuk. Ook voor de deelvragen kun je uitgaan van het volgende rijtje vraagwoorden:
Wat?
Wie?
Waar?
Waarom?
Welke?
Wanneer?
Hoe?
Hoelang?
Hoeveel?
We gaan niet alles voorkauwen, maar geven hieronder slechts enkele voorbeelden rond het vraagwoord 'wat'. De deelvragen rond andere vraagwoorden kun je zelf wel bedenken.
Wat?
- Wat zijn de oorzaken van het feit dat er zoveel mensen met aids besmet worden?
- Wat zijn de gevolgen van het feit dat er zoveel mensen met aids besmet worden?
- Wat zijn mogelijke oplossingen voor het feit dat er zoveel mensen met aids besmet worden?
- Wat zijn de oorzaken van de verspreiding van ziektes als malaria?
- Wat zijn de gevolgen van de verspreiding van ziektes als malaria?
- Wat zijn mogelijke oplossingen voor de verspreiding van ziektes als malaria?
- Wat is de relatie tussen armoede en aids?
- Wat is de relatie tussen toegang tot veilig drinkwater en ziektes als diarree?