Vrouwen en armoede

In theorie hebben vrouwen en mannen in de meeste landen van de wereld gelijke rechten en plichten. In praktijk blijkt dit vaak heel anders te zijn met grote gevolgen. Voordat we daar dieper op ingaan, kijken we eerst naar wat jij al weet van de positie van vrouwen in de wereld. Dat doen we aan de hand van een kleine quiz:

  1. Vrouwen vormen 50½ % van de wereldbevolking
  2. Vrouwen doen ____ % van al het werk
  3. Vrouwen verdienen ____ % van het wereldinkomen
  4. Vrouwen hebben wereldwijd ____ % van alle bezittingen
  5. Van alle regeringsleiders op de wereld is ____ % vrouw
  6. Van alle armen op de wereld is ____ % vrouw
  7. Van alle analfabeten* op de wereld is ____ % vrouw
  8. Van alle vluchtelingen op de wereld is ____ % vrouw
  9. Van de 150 leden van de Tweede Kamer in Nederland zijn er ____ vrouw
  10. Vrouwen in Nederland verdienen gemiddeld ____ % minder dan mannen
* mensen van 15 jaar of ouder die niet kunnen lezen en schrijven


(c) Photoshare; deze Indiaanse vrouw in het Aripuana-reservaat in Brazilië profiteert van een armoedebestrijdingsprogramma dat gericht is op inkomenverwerving voor vrouwen

En dan nu de antwoorden:

  1. Vrouwen vormen 50½ % van de wereldbevolking
  2. Vrouwen doen 66 % van al het werk
  3. Vrouwen verdienen 10 % van het wereldinkomen
  4. Vrouwen hebben wereldwijd 1 % van alle bezittingen
  5. Van alle regeringsleiders op de wereld is 5 % vrouw
  6. Van alle armen op de wereld is 75 % vrouw
  7. Van alle analfabeten op de wereld is 66 % vrouw
  8. Van alle vluchtelingen op de wereld is 75 % vrouw
  9. Van de 150 leden van de Tweede Kamer in Nederland zijn er 59 vrouw
  10. Vrouwen in Nederland verdienen gemiddeld 24 % minder dan mannen

Je ziet dat er nog veel ongelijkheid is tussen vrouwen en mannen, tussen meisjes en jongens in de wereld. Vrouwen doen het meeste werk, maar verdienen veel minder. Van de grote wereldproblemen (armoede, analfabetisme, vluchtelingenproblematiek) hebben vrouwen veel meer te lijden dan mannen.


Armoede voor vrouwen in de Verenigde Staten
Travonne is een goed voorbeeld van een bijstandsmoeder zoals je vaak ziet in de Verenigde Staten van Amerika: ze is zwart, 20 jaar oud, een alleenstaande moeder met twee kinderen van verschillende vaders. Het ene kind is twee jaar, het andere zeven maanden. De vaders bekommeren zich niet om haar, noch om de kinderen.
Travonne heeft geen werk, ondanks haar diploma van de middelbare school. Ze krijgt 377 dollar per maand bijstand voor levensonderhoud, voedselbonnen ter waarde van 208 dollar en een gesubsidieerde woning voor 175 dollar (in totaal 760 dollar, ongeveer 650 euro).

Travonne ziet de toekomst met angst en beven tegemoet. Anders dan in Nederland krijgt een bijstandsmoeder in Amerika maar een uitkering van hoogstens vijf jaar. Daarna houdt het gewoon op. Dat betekent voor haar dat ze over enkele jaren op straat zal komen te staan. Want haar kansen op het vinden van een baan zijn nihil. De zeven maanden oude baby heeft eet- en groeistoornissen en moet om de haverklap naar de dokter. Crèches zijn er in de armenbuurt van Chicago niet. Maar zelfs als ze een baan zou vinden, zou dat haar probleem niet oplossen. Nu ze bijstand krijgt, heeft ze ook automatisch een ziektekostenverzekering voor haar zieke dochter. Als ze een baan vindt, vervalt de gratis medische hulp en van een baan met een minimuminkomen kun je in Amerika geen ziektekostenverzekering betalen die de kosten voor een ernstig ziek kind dekt.


Armoede voor vrouwen in de Derde Wereld
De dertig euro die een bijstandsmoeder met twee kinderen in Nederland gemiddeld per dag te besteden heeft, is voor Rosita uit Bolivia een onvoorstelbare rijkdom. Rosita verkoopt in het hartje van de stad La Paz etenswaren in een kraam. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat staat ze te verkopen. Daar gaat ze mee door tot twaalf uur ‘s nachts. Ze verdient een paar euro per dag.
Zij is niet de enige die het zo moeilijk heeft. De moeder van Rosita vertelt daarover: "In onze wijk helpen we elkaar zoveel mogelijk. Alle vrouwen om mij heen hebben dezelfde problemen als Rosita en ik. En als je ziet dat je met een beetje hulp de situatie van een ander kunt verlichten, nou dan geef je die hulp, want denk je, later helpen ze mij. Het is hier bijvoorbeeld heel gewoon dat je geen soep hebt om de kinderen middageten te geven. Of dat het al heel laat is en je niets hebt klaargemaakt in afwachting van het geld dat je man misschien mee naar huis brengt. In zo'n geval ga je eens bij je buurvrouw langs en zeg je: ‘Kom, waarmee kan ik je nou eens helpen.' De buurvrouw weet dan al hoe laat het is. Ze begrijpt onmiddellijk dat je geen eten voor de kinderen hebt en dan maakt zij een beetje meer middageten klaar." Zo helpen de vrouwen uit de wijk elkaar. "Zo kunnen wij overleven", aldus de moeder van Rosita.


Vrouwen en werk
"Vrouwen moeten harder werken dan de man. Dat willen ze zelf en de natuur bepaalt dat zo. Een vrouw geeft altijd te veel weg. Zij moet altijd maar geven, aan haar man, aan haar kinderen, aan de mensen in haar wijk. Als een buffel. Als een os die een zware kar door de modder trekt tot hij erbij neervalt. Geen mens kan haar tegenhouden.
Ze geeft het voedsel uit haar mond. Ze kan niet zuinig zijn, zoals een man. Ze denkt niet na. In de vroege ochtend kan zij niet rustig op bed blijven liggen zoals de man. Ze staat op, om drie uur, om vier uur. Ze haalt hout in het bos, ze maakt vuur in haar keuken en bakt chapati's
(soort brood) voor het ontbijt. Ze wast haar kinderen, ze dekt de tafel voor haar man.
Een vrouw kan niet stilzitten en rustig van gedachten wisselen zoals een man. Ze werkt op het land, haalt water uit de put, kookt het voedsel. Ze weet niet van ophouden. ‘s Avonds laat loopt zij nog steeds rond, ruimt op, vlecht een mand om op de markt te verkopen of slijpt haar messen. Als de man op bed ligt, is zij nog steeds bezig het vee te controleren en de deuren te sluiten. Dat is allemaal erg vervelend voor de man. Maar we zijn het gewend. We leggen ons erbij neer, we weten hoe een vrouw is. Je kunt haar niet veranderen."

Bovenstaande tekst is van Mister Palray, een taxichauffeur uit India. Hij heeft nogal medelijden met zichzelf, terwijl we meer medelijden met zijn vrouw zouden moeten hebben. Zij is degene die ‘s ochtends voor dag en dauw moet opstaan, de hele dag door hard moet werken en ‘s avonds pas laat naar bed kan gaan. Helaas is bovenstaand verhaal geen uitzonderlijk verhaal. Veel vrouwen verkeren in die positie.

In de strip hiernaast komt al naar voren dat het veelal de taak van vrouwen is om water en brandhout te halen, eten op tafel te zetten, de kinderen en het vee te verzorgen en het huis netjes te houden.


Vrouwen- of mannenwerk?
Over de hele wereld brengt men een scheiding aan tussen ‘vrouwenwerk' en ‘mannenwerk'. Het soort vrouwenwerk is niet in elk land hetzelfde. In Rusland zijn de meeste artsen vrouwen, net als de tandartsen in België en in West-Afrika de winkeliers. Maar ook typische ‘mannenberoepen' kunnen verschillen. Zo zijn in Pakistan de meeste typisten mannen en in Nederland hebben we nauwelijks vrouwelijke treinmachinisten. Sommige beroepen worden wereldwijd als vrouwelijk of mannelijk gezien. Leerkrachten op de basisschool zijn bijna overal vrouwen, tegenwoordig ook steeds meer in Nederland. Piloten zijn bijna altijd mannen.

Een typisch mannenberoep heeft meestal meer aanzien dan een typisch vrouwenberoep. Voor vrouwen is het in de meeste landen heel moeilijk om in een typisch mannenberoep aan de slag te komen. Lukt dit wel, dan worden ze vaak minder betaald dan mannen die hetzelfde werk doen. Omgekeerd, als mannen gaan werken in een (voorheen) typisch vrouwenberoep, zie je dat zij veel vaker dan vrouwen op de topposities terecht komen. Op basisscholen in Nederland, waar veel meer vrouwen werken dan mannen, zijn de meeste directeuren een man. In de verpleging zie je hetzelfde. Vrouwen hebben minder kans op promotie dan mannen.
In zeer veel landen zijn er wetten voor gelijke beloning. Die wetten worden vaak niet nageleefd waardoor vrouwen toch vaak minder verdienen dan mannen. Ook verdienen vrouwen vaak minder omdat ze vaker niet voltijds, maar in deeltijd werken. Vaak is dat uit noodzaak, omdat ze naast een baan ook voor de kinderen moeten zorgen. Bijna overal ter wereld is het huishouden vrouwenwerk. Daar waar mannen meer gaan meehelpen, doen ze vooral de ‘leukere' klusjes zoals stofzuigen en boodschappen doen. Eten koken en het toilet poetsen blijven meestal taken voor de vrouw des huizes. Let wel, dit is een algemeen beeld. Dat hoeft natuurlijk niet voor iedere vrouw en iedere man op te gaan. Er zijn ook vrouwen die de kost verdienen en mannen die huisman zijn. Maar dat zijn uitzonderingen. In veel landen kunnen vrouwen niet een volledig betaalde baan buitenshuis nemen omdat er geen goede voorzieningen voor kinderopvang zijn. Men spreekt ook wel over een dubbele dagtaak:
1. een betaalde baan
2. verzorging van kinderen en huishouden

Een dag uit het leven van Freda
Freda Kwibiga, een Oegandese vrouw met vijf kinderen, werkt elke dag zo'n vijftien uur. Haar dagindeling ziet er als volgt uit:

04.45 uur: opstaan, wassen en eten
05.15 uur: naar de akkers lopen
05.30 uur: werken op het land
15.00 uur: hout verzamelen voor het vuur en naar huis
16.00 uur: fijnstampen en malen van het graan
17.30 uur: de was doen en water halen
18.30 uur: eten koken voor het gezin en eten
20.30 uur: afwas doen en de kinderen naar bed brengen
21.30 uur: naar bed

Freda heeft het de afgelopen jaren steeds drukker gekregen. Haar man is naar de stad getrokken in de hoop daar werk te vinden; daardoor moet zij al het werk op het land doen. Door vervuiling van het water en het verdwijnen van bossen moet ze steeds verder lopen voor het vinden van veilig drinkwater en voldoende brandhout.
Hard werken vindt ze niet vervelend, als ze er zelf ook maar van zou profiteren. Maar nee, het geld dat Freda met haar werk verdient, gaat naar haar man. Zij is nu enig kostwinner, maar hij blijft het hoofd van de huishouding; hij heeft die positie overgeërfd van zijn ouders. Ook de grond waarop ze werkt is van hem.
Net als veel andere vrouwen vindt Freda dat mannen bevoorrecht worden door God. "Mannen zijn niet in staat om het zware werk van vrouwen te verrichten", zegt ze. "Mannen dragen geen verantwoordelijkheid. Het kan hen niet schelen of hun gezin te eten heeft. Als ze het thuis niet zint, gaan ze buiten de deur eten en besteden daar het geld dat ze verdiend hebben, terwijl vrouwen hun loon met de familie delen."
Freda's man handelt precies zo: "Mijn man onderhoudt ons niet. Hij geeft ons niet te eten en hij kleedt ons niet."

Vrouwenspaargroepen in Bangladesh
Veel vrouwen werken liever zelf dan dat ze afhankelijk zijn van hun man. Maar om een bedrijfje te kunnen stichten heb je geld nodig. Normaal ga je dan naar de bank voor een lening. Dat is voor een arme man al moeilijk. Maar vrouwen kunnen bijvoorbeeld in Bangladesh nog veel moeilijker een lening krijgen dan mannen. Vrouwen worden niet voor vol aangezien, maar als aanhangsel van hun man. Veel vrouwen willen daarin niet berusten. In het dorp Bahadrapur hebben vrouwen daarom een eigen vrouwenspaargroep opgericht. De vrouwenspaargroep begon met 24 deelneemsters; nu telt de groep 56 leden.
Twintig leden kochten samen een boot en visnetten. Anderen zetten handeltjes op en veel leden gingen vee fokken of kippen houden. Vooral de laatste twee activiteiten bleken een succes. Magedan bijvoorbeeld heeft een ziekelijke man en een minimaal inkomen. Met een lening van de Bengaalse hulporganisatie BRAC heeft ze nu al drie koeien grootgebracht en met winst verkocht. Haar lening is bijna afbetaald. Ze heeft goede vooruitzichten voor de toekomst.
Maar niet alleen financieel gaat het de vrouwen van Bahadrapur beter af. Shamsur Nahar: "Sinds wij vrouwen ook geld verdienen, is er heel wat veranderd in de familie. Mijn man en mijn schoonvader hebben nu meer respect voor mij en ik laat mij er in ieder geval niet meer buiten houden wanneer er beslissingen genomen moeten worden. Ook in het dorp praten wij nu mee. Dat hebben we als vrouwengroep geëist."

Zowel Shamsur als Jelil zijn er zeker van dat er in het dorp nog veel meer zal veranderen. BRAC zal hen daarbij helpen, maar, zo zegt Jelil: "Uiteindelijke zullen we het ook zonder hen kunnen. Kijk maar naar mij. Ik heb al geen lening meer nodig en als ik in de toekomst nog een keer geld wil lenen, dan doe ik dat gewoon uit ons eigen fonds."

Ook het kantoor in Gualundo is niet meer afhankelijk van BRAC-leningen. Het kantoor is onderdeel van de BRAC-bank geworden. Landlozen, vrouwen én mannen, kunnen nog steeds terecht voor een lening en adviezen. Maar de mensen zijn niet afhankelijk van BRAC's steun. De spaarders hebben voldoende bijeen gespaard, in tien jaar tijd zo'n € 25.000, om de bank langzamerhand over te nemen. De landlozen worden de eigenaren van hun eigen bank. Het bankkantoor is volledig kostendekkend en niet meer afhankelijk van steun van buiten. Het geld dat BRAC vroeger in het bijkantoor stak, kan nu gebruikt worden voor het opzetten van spaargroepen elders in Bangladesh.

Vrouwenspaargroepen blijken wereldwijd uiterst succesvol te zijn. Het percentage terugbetalingen van leningen ligt boven de 90%. Vrouwen betalen veel beter dan mannen op tijd hun leningen met rente terug.

Maar alle succesverhalen ten spijt zijn vrouwen voorlopig nog de grootste slachtoffers van armoede in de wereld.