Tula en Karpata


In 1795 brak er onder leiding van Tula en Karpata een opstand uit onder de tot slaafgemaakten op Curaçao. Die opstand werd neergeslagen en de leiders werden berecht en ter dood gebracht.

monument curacaoEen monument ter nagedachtenis aan de start van de opstand

 


 

opdrachtJullie zoeken de antwoorden op de onderstaande onderzoeksvragen:

Daarna denken jullie over het volgende na:

In Nederland wonen nu mensen die rijk zijn omdat ze geld hebben geërfd van hun voorouders die aan de handel in slaafgemaakten hebben verdiend of die plantages of andere bedrijven hadden waar slaafgemaakten voor hen werkten. Moeten die rijke mensen excuses maken en schadevergoeding betalen aan afstammelingen van slaafgemaakten?

Of moet alleen de Nederlandse regering dat doen?

Over deze kwestie houden jullie een discussie.

 


 
werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Het kan zijn dat er wat tijd bijkomt als daar behoefte aan is.

Kijk naar de afbeelding en naar de video in Bron: Herinnering aan de opstand. Daar krijgen jullie 10 minuten voor. 

Daarna werk je in groepen. Dit groepswerk duurt 25 minuten. Neem samen met twee klasgenoten de andere bronnen door. Verdeel die onder elkaar om tijd te besparen. Schrijf voor jezelf de antwoorden op van de onderzoeksvragen in Opdracht.

De rest van de tijd is ingeruimd voor de discussie. Je juf of meester schrijft op het schoolbord de volgende stelling op:

‘Nederlandse burgers met voorouders die rijk zijn geworden met de handel in slaafgemaakten of die verdiend hebben aan het werk dat deze mensen voor hen deden, moeten net als de regering excuses maken en een vergoeding betalen aan nazaten van slaafgemaakten.’

Noteer met je groepsgenoten of je het eens bent met die stelling, er gedeeltelijk mee eens bent of helemaal oneens mee bent.
Schrijf erbij waarom je er zo over denkt.


 
Kijk naar de SchoolTV-video 'Tula':

En bekijk de afbeelding met het onderschrift:

monument2 curacaoIn 1998 is in Willemstad op Curaçao het Desenkadena-monument opgericht, ter nagedachtenis van de opstand van slaafgemaakten op dit eiland in 1795. Desenkadena betekent: ontketend. Het monument staat op de plek waar de leiders van de opstand Tula en Karpata werden terechtgesteld.

 


 
wereldmap slavernijEen overzicht van de handel in slaafgemaakten vanuit Afrika, 1500-1900

In de 17e en 18e eeuw werd Curaçao door zijn ligging een draaischijf in de handel door de West-Indische Compagnie WIC en door de Middelburgse Commercie Compagnie MCC. Tussen 1662 en 1713 was het eiland een belangrijke doorvoerhaven in de handel in slaafgemaakten. In die handel had de WIC het monopolie tussen 1662 en 1689. Ook werden van 1689 tot 1713 via dit eiland veel slaafgemaakten verkocht. Na 1713 nam Engeland een groot deel van die handel over, maar toch bleef Curaçao het eiland waar veel slaafgemaakten werden aan- en afgevoerd.

De slaafgemaakten werden in schepen uit Afrika aangevoerd, uit een strook die liep van Senegal tot Angola. Die schepen zaten overvol slaafgemaakten.
Dat maakte de reis voor hen al vreselijk. Ze hadden bovendien te maken met hitte, kregen weinig te eten en geen frisse lucht en raakten vervuild. Veel slaafgemaakten overleefden de overtocht niet.

slavenschip

Tekening van hoe de slaafgemaakte in de ruimen van een schip werden vervoerd

Hun eindbestemming was het Caribisch gebied of de reis ging via dit gebied naar Noord- Midden- en Zuid-Amerika. Voor veel slaafgemaakten begon de zeereis in Fort Elmina, toen deze handelspost nog Nederlands bezit was.

Veel slaafgemaakten werden te werk gesteld op plantages en andere landbouwbedrijven, ze werden vaak slecht behandeld en gedwongen om lange werkdagen te maken. Anderen werden huisknecht of moesten een ambacht uitoefenen in een bedrijf. Die waren qua behandeling wat beter af.

 


 
willem11) Je ziet hiernaast een portret van Koning Willem I van de schilder Jan Baptist van der Hulst. In 1813 kwam er een einde aan het Franse bestuur in Nederland. Nederland werd een koninkrijk en Willem I werd het eerste staatshoofd ervan. Een jaar later schafte Willem I de handel in slaafgemaakten in Nederland en de Nederlandse koloniën af. In Engeland en Frankrijk was dat al eerder gebeurd. Maar het bezit van slaafgemaakten bleef toegestaan.

2) Daar kwam in de jaren daarna steeds meer verzet tegen. Iedereen heeft recht op vrijheid, vonden steeds meer tegenstanders van de slavernij. Op 1 juli 1863 werd het bezit van slaafgemaakten verboden en kregen al deze mensen in Suriname en de Nederlandse Antillen hun vrijheid. 

3) Maar ze moesten nog tien jaar (voor een laag salaris) blijven werken voor de slaveneigenaren en de eigenaren kregen veel geld van de regering om hun verlies te compenseren. Pas in 1873 waren de voormalige slaafgemaakten helemaal vrij om te gaan en staan waar ze wilden.

 


 
Kijk naar de SchoolTV-video 'Wat is Keti Koti?' over het vieren van de afschaffing van de slavernij door Nederland: 

 


 
rutteMoet de Nederlandse regering oprecht excuses maken voor de rol die Nederland heeft gespeeld bij de handel in mensen en de slavernij? En moet men ook schadevergoeding betalen aan afstammelingen van slaafgemaakten in Nederland? Moeten Nederlandse bedrijven en instituten dat ook doen als die in beide zaken uit het verleden een rol hebben gespeeld zoals bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank?

Over deze kwesties wordt vooral de laatste jaren stevig gediscussieerd, door politici, door mensen die streven naar respect voor mensenrechten en door mensen die slaafgemaakten onder hun voorouders hebben. Op 19 december 2022 heeft voormalige premier Rutte (op de foto hiernaast) namens de Nederlandse staat excuses gemaakt voor het slavernijverleden.

Maar hoe zit het dan met mensen die vermogend zijn omdat hun voorouders veel hebben verdiend aan handel in slaafgemaakten of bedrijven hadden waar deze mensen werkten?


 
In 1795 kwamen slaafgemaakten op Curaçao onder leiding van Tula en Karpata in opstand. Ze eisten hun vrijheid en dachten die ook te krijgen omdat de slavernij toen al afgeschaft was in alle koloniën van Frankrijk.

Toch duurde het nog bijna 70 jaar (of 80 jaar als de periode van tein jaar verplicht werken voor de slaveneigenaren meetelt) voordat ook Nederland de slavernij helemaal afzwoer en alle slaafgemaakten in Suriname en de Nederlandse Antillen hun vrijheid kregen.

Waarom waren er slaafgemaakten op Curaçao en in andere gebieden die in de 17 en 18e eeuw onder Nederlands koloniaal bestuur waren? Waar kwamen die vandaan en wat voor werk moesten ze doen? En hoe gaan we met dit hoofdstuk in onze geschiedenis om?

Dat laat u de leerlingen in deze les ontdekken.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u 1 uur uit, maar u kunt zo nodig wat meer tijd hieraan besteden. 

U laat eerst de SchoolTV-video en de afbeelding zien in Bron: Herinnering aan de opstand. Trek voor deze instapactiviteit 10 minuten uit.

Maak groepen van drie leerlingen. Elke groep neemt de andere bronnen door en gaat antwoord geven op de onderzoeksvragen in Opdracht. Trek hier 25 minuten voor uit.
Daarna vraagt u enkele leerlingen naar hun antwoorden op de onderzoeksvragen.

U sluit de les af met een discussie. Daar besteed u de rest van de tijd aan. U schrijft op het schoolbord deze stelling op:

"Nederlandse burgers met voorouders die rijk zijn geworden door de handel in slaafgemaakten of die verdiend hebben aan het werk dat deze mensen voor hen deden, moeten net als de regering excuses maken en een vergoeding betalen aan nazaten van slaafgemaakten."

Iedere groep geeft aan of die het eens is met de stelling, helemaal oneens of gedeeltelijk eens. Ook schrijft iedere groep erbij waarom de leden aan de groep zo over de stelling denken.

Als iedere groep dat gedaan heeft, leest u de ingeleverde reacties op. Hoe denkt de klas als geheel over de stelling? Bespreek dat met de klas.

Uitwerking
Nadat de Republiek der Nederlanden koloniën gesticht had in het Caribisch gebied en Amerika, raakte de Republiek betrokken bij de internationale handel in slaafgemaakten. Die werden vanuit Afrika naar het Caribisch gebied en naar Noord- en Zuid-Amerika gevoerd en daar verhandeld. Dat gebeurde onder meer op Curaçao, omdat dit eiland min of meer lag tussen de drie volgende gebieden: de Republiek der Nederlanden, de gebieden van de slaafgemaakten vandaan kwamen en de plaatsen waar de slaafgemaakten te werk gesteld werden. In de 16e en begin 17e eeuw was Curaçao zelfs het belangrijkste draaipunt van deze handel.

Niet alleen op Curaçao waren slaafgemaakten werkzaam, maar ook elders in het Caribisch gebied, zoals in Suriname en in gebieden in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika.

In 1795 kwamen slaafgemaakten op Curaçao in opstand. Die opstand kwam dus nadat in Frankrijk de Franse Revolutie was begonnen en er op Haïti, toen een Franse kolonie, een grote opstand van slaafgemaakten had plaatsgehad.
Die opstand leidde ertoe dat alle slaafgemaakten in Haïti vrij werden verklaard. Dat kon omdat in Frankrijk de slavernij al afgeschaft was. Toen Frankrijk Nederland in 1795 inlijfde, dachten Tula en Karpata dat een opstand van slaafgemaakten op Curaçao eveneens zou slagen. Ze dachten dat Nederland onder het Frans bestuur de slavernij ook wel zou afschaffen en dan zouden de slaafgemaakten op Curaçao en in andere Nederlandse koloniën eveneens hun vrijheid krijgen.

Dat bleek een misrekening te zijn. Het Nederlandse bestuur op Curaçao maakte met geweld een einde aan de opstand omdat dat de leiders ervan als oproerkraaiers beschouwde. Wel schafte Willem I in 1814, kort na de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in dat jaar, officieel de handel in slaafgemaakten af, maar het bezit van deze mensen bleef toegestaan.
Dus veranderde er niets voor de slaafgemaakten in de Nederlandse koloniën.

Pas op 1 juli 1863 werd in Nederland bij wet ook het bezit van slaafgemaakten verboden en kregen zij in de Nederlandse koloniën hun vrijheid.
1 Juli werd naderhand een feestdag in Suriname onder de naam Keti Koti, die vervolgens ook steeds meer in Nederland werd gevierd.

Sommigen zien niet 1863 maar 1873 als de datum waarop de slavernij volledig is afgeschaft. In die tien jaar waren de voormalige slaafgemaakten verplicht om voor hun voormalgie bazen te blijven werken (voor een lage betaling).

Kerndoelen
50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.

51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

53 De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die aan de hand van voorbeelden verbinden met de wereldgeschiedenis.

 


 

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als:

 

verwante lessen