Wat is armoede?

Het lijkt zo simpel. Armoede is volgens het woordenboek 'de toestand waarin iemand verkeert die bijna niets heeft om van te leven'.
Arm of rijk zijn is belangrijk in een samenleving die draait om geld. Dat vind je onder meer terug in onze taal:
- Zo arm als Job/een kerkrat/de straat/de mieren
- Armoede is de moeder van alle kunsten
- Armoede is geen schande
- Armoede met ere kan niemand deren
- Arm in de stal is armoede overal
- Stille armoede
- Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje
- Zo rijk als Croesus
- Klein gewin brengt rijkdom in
- Hoe rijker hoe gieriger, hoe armer hoe plezieriger
- Er woont daar veel rijkdom
- In het geld zwemmen
- Bulken van het geld
- Het geld groeit mij niet op de rug
- Tot over de oren/aan de ellebogen in het geld zitten
- Met zijn geld geen raad weten
- Voor geld en goede woorden kan men overal terechtkomen
- Geld stinkt niet
- Geld moet rollen
Maar is het wel zo simpel?
Armoede is absoluut en relatief
We kunnen twee soorten armoede onderscheiden:
1. Absolute of volledige armoede
Absolute armoede is een zaak van leven en dood. Absolute armoede houdt in dat je te weinig geld, voedsel en kleding hebt om van te leven, maar eigenlijk te veel hebt om dood te gaan. Dit is leven op het bestaansminimum. Absolute armoede vind je vooral in ontwikkelingslanden.
2. Relatieve armoede
Van relatieve armoede is sprake bij een ongelijke verdeling van inkomens. Je bent niet absoluut arm, maar je hebt wel minder dan iemand anders. Je buurman heeft bijvoorbeeld twee auto's en jij alleen een fiets; je buurman gaat op vakantie naar Venezuela en jij moet thuisblijven omdat je voor een vakantie geen geld hebt.
Geld maakt niet gelukkig, is een spreekwoord. Dat zal wel zo zijn, maar het is wel gemakkelijk als je hebt.
Sommige mensen hebben veel geld. Omdat ze het van hun ouders geërfd hebben bijvoorbeeld, of omdat ze een goedlopend bedrijf hebben of een hoog salaris krijgen voor het werk dat ze doen. Anderen moeten het met veel minder doen.
De verschillen in inkomen kunnen groot zijn. Er zijn miljonairs die tienduizenden euro's per maand verdienen.
Maar iemand in de bijstand heeft niet meer dan zo'n vijfhonderd euro per maand te besteden.
Rijkdom en armoede kunnen ook per land verschillen. Een Nederlandse miljonair kan in Amerika tot de middenmoot van de rijke mensen behoren. Iemand die hier van een uitkering leeft, is in sommige delen van Afrika juist rijk.
Met een bijstandsuitkering kun je in Nederland een dak boven je hoofd betalen en drie keer per dag eten, maar elke dag biefstuk is er niet bij. En als je wasmachine kapot gaat, is er vaak geen geld voor een nieuwe.
Met diezelfde bijstandsuitkering zou je in Malawi in West-Afrika rijk zijn. Met vijfhonderd euro per maand kun je je daar een luxe huis veroorloven, gemakkelijk eten en kleren kopen en autorijden.
Het is simpelweg niet mogelijk om de inkomsten van mensen in verschillende landen zomaar met elkaar te vergelijken. In de ene situatie ben je rijk, in de andere niet.
De inkomsten zijn maar één kant van de medaille; de andere kant is wat je met je inkomen kunt doen, of met andere woorden: wat kun je met je geld wel of niet kopen?
De hoogte van het inkomen alleen zegt dus niet zoveel. Als je tien euro per dag verdient, en een brood kost 10 cent, dan valt dat nog wel mee. Maar als je tien euro verdient en een brood kost 1 euro, dan verdien je niet genoeg om een normaal leven te kunnen leiden, d.w.z. dat je waarschijnlijk niet genoeg hebt om de huur, gas, water, elektriciteit, eten en kleren te kunnen kopen. Armoede hangt dus samen met je inkomen én met de hoogte van de prijzen in het land waar je woont. Met een duur woord noemt men het laatste het prijspeil.
Klik hier als je meer wilt weten over hoe we armoede kunnen meten.
Klik hier als je meer wilt weten over de oorzaken van armoede.
|