Bron: gps en navigatie
Het Amerikaanse leger lanceert vanaf 1978 kunstmanen die je 24 uur per dag helpen de weg te vinden.
Deze kunstmanen zenden vanuit hun baan rond de aarde signalen uit. Als je van tenminste vier van die kunstmanen een signaal kunt ontvangen, kun je tot enkele meters nauwkeurig nagaan waar je bent.
Er zijn 24 van die kunstmanen in gebruik. Bovendien worden oude of kapotte kunstmanen vervangen door nieuwe. Daardoor kun je vanaf elke plek op aarde tenminste vier van die kunstmanen ontvangen. De kunstmanen en de apparaten waarmee je signalen van die kunstmanen kunt ontvangen heten samen het Global Positioning System (dat betekent: wereldwijd systeem voor plaatsbepaling) of kortweg GPS.
Eerst gebruikt alleen het Amerikaanse leger het GPS. Vanaf 1995 mogen ook burgers het gebruiken. Vanaf dat moment brengen bedrijven apparaten op de markt met een GPS-ontvanger en een geheugen waar je landkaarten in op kunt slaan: navigatiesystemen. De bekendste is misschien wel de TomTom.
Eerst zijn deze apparaten nog groot en duur. Ze zijn te gebruiken in vliegtuigen, vrachtwagens en auto's en op schepen.
Nu kun je ook apparaten kopen die klein genoeg zijn om in je zak te stoppen. Gps-ontvangers zitten vaak al in je mobieltje. En ze worden steeds goedkoper.
In 'Bron: video' wordt uitleg gegeven over navigatiesystemen.