WEBSITE Op de binnenflap van elk informatiepakket staan de inlognaam en het wachtwoord voor de bijbehorende website. Daar vindt u nog meer informatie, nuttige adressen en een opdracht voor in de klas.
INHOUDSOPGAVE Stevige taal 1 Vloeken en schelden 1 Schelden doet pijn? 2 Grof taalgebruik 2 In den beginne… 3 Het ontstaan van taal 3 Symbolen en pictogrammen 4 Pictogrammen en beeldtaal 4 Keurmerken en informatielabels 5 Gevaren, geboden en verboden 6 Lichaamstaal en gebaren 7 Houding en lichaamstaal 7 Gebaren 7 Wat zijn gebarentalen? 8 Gesproken taal 9 Letters en klanken 10 Geschreven taal 11 Het schrift 11 Ontstaan van het schrift in het kort 12 Talen Wereldwijd 13 Feiten en cijfers over taal 13 Verdwijnende talen 14 Grote talen 14 Taalfamilies 15 Taalverwerving 16 14.000 woorden 16 Tweetaligheid 16 Tweetalig onderwijs in Nederland 17 Vertalen 18 Vertaler 18 Ondertitelaar 19 Tolk 19 De functie van taal 20 Nieuwsberichten en verhalen overbrengen 20 Nieuwsmarkt 21 Lezen en schrijven 22 Analfabeten 22 Laaggeletterdheid 22 Dyslexie 22 Verhaal van een ex-analfabeet 23 Het aantal analfabeten daalt 24 Millenniumdoelen 24 Aantekeningen 25 Meer op internet 27
Tekst: Henk van Kaathoven | Fragment (‘Gesproken Taal’, blz. 10): Gesproken taal is veel ouder dan geschreven taal. Gesproken taal is op een natuurlijke wijze ontstaan. Men schat dat spreken ongeveer 100.000 jaar oud is, terwijl schrijven pas zo’n 5.000 jaar bestaat. Het schrift is ontwikkeld om gesproken taal vast te leggen.
Gesproken taal heeft heel wat verschillen met de geschreven taal. In gesproken taal komen haperingen en versprekingen voor. Ook kun je uit de manier van spreken veel afleiden. Bijvoorbeeld: iemand heeft een vraag, is boos, bang of blij. Als de sprekers elkaar zien, krijgen ze ook veel informatie uit de gebruikte lichaamstaal. Het zou makkelijk zijn als er evenveel letters zijn als klanken. Als er voor iedere klank één letter bestaat, weet je altijd zeker hoe je en een bepaald woord schrijft. En andersom: hoe je een geschreven woord moet uitspreken. In veel talen is dit echter niet het geval. In het Nederlands kun je het verschil tussen de geschreven ch en g niet horen. Idem voor ei en ij. Ook zijn er letters die verschillende klanken weergeven. De letter c wordt soms als een s uitgesproken en soms als een k : “circus” en “contact”. De letter a wordt soms kort uitgesproken en dan weer lang, afhankelijk van de rest van het woord: “kat”, “kater”. In het Engels is de koppeling tussen letters en klanken nog veel moeilijker. Dit komt omdat de spelling steeds het zelfde gebleven is, terwijl de uitspraak in die taal steeds is veranderd. In het Italiaans, Turks en Fins komen de letters wel precies overeen met de klanken. Hoe verschillend talen met letters en klanken omgaan wordt duidelijk als ze de geluiden van dieren omzetten. Het lijkt zo dat hanen in Nederland, Spanje, Frankrijk,en Engeland een andere taal spreken: Kukeleku, quiquiriqui, cocorico, cock-a-doodle-doo. woef woef (Nederland), wooff wooff (Engeland), vov vov (Zweden) wau wau! (Duitsland) ouah ouah! (Frankrijk), hau hau (Polen) arf arf (Italië) haf haf (Tsjechië) |