Kijk ook onder aan de pagina

Login

Mislukking malariacampagne

Afdrukken

In de Oudheid was al bekend dat mensen malaria krijgen als ze vlakbij een moeras of andere plek met stilstaand water wonen. Veel later kwamen er pas geneesmiddelen tegen malaria. De bekendste werd kinine. Maar kinine was duur en werkte maar kort. En het had vervelende bijwerkingen. Je kon er ziek of doof van worden.

Slapen onder een muggennet is minder vervelend. Muggennetten beschermen tegen malariamuggen en daarmee ook tegen malaria.


Muggennet, ook wel muskietennet of klamboe

In de jaren '40 van de vorige eeuw werd ontdekt dat ook chloroquine helpt tegen malaria. Het is goedkoper dan kinine, werkt langer en je wordt er niet ziek van als je het inneemt. Ook ontdekte de Zwitserse scheikundige Paul Müller dat  DDT een krachtig bestrijdingsmiddel is. Het helpt beter tegen malariamuggen dan alle bestrijdingsmiddelen die toen bekend waren. Met uiterst kleine hoeveelheden van dit spul kun je alle malariamuggen doden in huis of op plekken waar malariamuggen leven. Bovendien bleef het spul maandenlang werkzaam, langer dan andere bestrijdingsmiddelen.

Bast van de kinaboom, grondstof voor kinine. Daarnaast de Kinaboom. Helemaal rechts: Chloroquine

De WHO heeft geprobeerd met chloroquine en DDT malaria snel de wereld uit te werken. In 1955 begon het aan een wereldwijde anti-malariacampagne. Talloze mensen gingen aan het werk om huizen met DDT te besproeien om de malariamug te bestrijden. Ook zorgde de WHO ervoor dat er voor de malariapatienten chloroquine beschikbaar was. De campagne zou tien jaar duren.

In 1962 organiseerde de WHO een campagne ter bestrijding van malaria door speciale postzegels te laten uitgeven. Hiervan een voorbeeld uit Vietnam (Eradication du Paludisme).

Aanvankelijk was de campagne succesvol. In India en Sri Lanka bijvoorbeeld werd de ziekte vrijwel uitgeroeid. Maar in zuidelijk Afrika bijvoorbeeld hield malaria stand. Bovendien ondervond de campagne enkele tegenslagen.

  • DDT raakte in opspraak. Niet alleen bestrijders van malaria gebruiken het, maar ook boeren. Zij besproeiden hun akkers overvloedig met DDT om hun oogst te beschermen tegen ongedierte. De DDT vervuilde de bodem en het grondwater en het kwam in de voedselketen terecht. Dieren werden er ziek van. De schrijfster Rachel Carson stelde al in 1962 dit overdadig gebruik van DDT aan de kaak in haar boek 'Dode Lente'. DDT raakte dermate in opspraak dat steeds meer landen een  verbod op het gebruik ervan instelden. Bestrijders van malaria mochten het blijven gebruiken. Maar er werd zo weinig DDT meer gemaakt dat ze er moeilijk of helemaal niet meer aan konden komen.
  • De werking van chloroquine liep terug. Steeds meer mensen met malaria werden niet beter met chloroquine. De malariaparasieten ontwikkelden een resistentie tegen het middel en gingen er niet meer aan dood. Daardoor moesten wetenschappers nieuwe geneesmiddelen zien te maken ter bestrijding van de malariaparasieten.
  • De WHO trok één miljard euro uit voor de hele campagne. Na verloop van tijd was dat geld op.
  • Sommige landen bleken niet in staat om malaria te bestrijden. Ze hadden er te weinig geld voor of ze beschikten over te weinig deskundigheid. Denk aan artsen, verpleegkundigen, ziekenhuizen en klinieken.

De WHO verlengde de campagne met vier jaar maar stopte In 1969. De malaria nam weer bezit van gebieden waar het na 1955 uit verdreven was. Waar de ziekte stand had gehouden, woekerde ze als vanouds voort. In de jaren '90 van de vorige eeuw kregen meer mensen malaria dan ooit tevoren.


In de rode en gele gebieden is malaria resistent geworden tegen chloroquine. Daar moeten dus andere middelen voor gebruikt worden.

Meer VN