Mandaat en geweldsinstructie
Hoewel wereld steeds ingewikkelder is geworden en de conflicten in de wereld ook, zijn de uitgangspunten van een VN-vredesmissie nog steeds hetzelfde:
- vooraf instemming van de grote mogendheden (de permanente leden van de VN);
- vooraf instemming van de lokale partijen;
- absolute neutraliteit;
- grote terughoudendheid bij het gebruik van geweld (alleen als militairen direct worden aangevallen).
De val van Sebrenica maakte pijnlijk duidelijk dat het in sommige situaties nodig kan zijn dat VN-vredeshandhavers agressiever kunnen optreden. De VN hebben later toegegeven dat de situatie verkeerd is ingeschat. Er werd gewerkt volgens de VN-principes voor vredeshandhaving, terwijl er op dat moment nog helemaal geen vrede was om te handhaven.
Uit het mandaat van een vredesmissie vloeit ook de geweldsinstructie voort. Zo'n geweldsinstructie geeft de mate van geweld aan die de VN mag gebruiken. De missie Joegoslavie viel onder hoofdstuk 6 van het handvest van de VN. Dat wil zeggen dat er alleen geweld gebruikt mag worden ter zelfverdediging. Tegenwoordig vallen veel missies onder hoofdstuk 7 van het handvest. Dit geeft de VN-militairen veel meer ruimte om actie te ondernemen. Tijdens de missie in Congo (UNMOC) bijvoorbeeld, ondernamen VN-eenheden vrijwel dagelijks actie. Ze ontwapenden milities die zich niet hielden aan eerdere vredesafspraken.
Een van de commandanten van de UNMOC missie in Congo was de Nederlandse generaal Cammaert. Hij benadrukt het belang van een goede leiding bij VN-vredesoperaties. Hij zegt in een interview: "Het mandaat van een missie is zo sterk als de wil van de commandant om hem uit te voeren. Een vis stinkt altijd het eerst bij de kop, als je geen goede commandant hebt, heb je daaronder problemen".
foto: Generaal-majoor Cammaert