EU-feiten
Europese regelgeving voor E-nummers
Voedseltoevoegingen komen via de voeding in het lichaam. Mogelijk kunnen deze stoffen de gezondheid van de consument schaden. Om de consument te beschermen, worden de gevaarseigenschappen van de toevoegingen beoordeeld. Daarbij wordt bekeken of er geen gezondheidsschade optreedt.
De European Food Safety Authority (EFSA) coördineert de beoordelingsactiviteiten in Europa. Namens Nederland neemt bijvoorbeeld het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) daaraan deel, gesteund door het ministerie van VWS en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Toegelaten toevoegingen komen op een positieve lijst (lijst van toegelaten stoffen met E-nummers). De stoffen op deze lijst worden opgenomen in de Warenwet.
Europese regelgeving voor biologische producten.
In juni 2007 stemde de Europese Raad van landbouwministers in met een nieuwe verordening inzake biologische productie en etikettering van biologische producten. Deze nieuwe verordening bevat duidelijk omschreven doelstellingen, principes en algemene regels voor biologische productie.
Ook producten van buiten de Europese Unie, zoals koffie uit Zuid-Amerika of avocado’s uit Israël, moeten voldoen aan de Europese regels om binnen Europa als ‘biologisch’ verkocht te mogen worden. Behalve ‘biologisch’ kunnen ook termen als ‘organic’ of ‘ökologisch’ worden gebruikt.
Achtergrondinformatie E-nummers
Wat is een E-nummer?
E-nummers zijn hulpstoffen die door de EU zijn goedgekeurd. Als additieven onderzocht
zijn op hun onschadelijkheid en in alle EU-lnaden zijn toegelaten krijgen deze
hulpstoffen een E-nummer. Dit nummer bestaat steeds uit de hoofdletter E, gevolgd door
een getal van drie cijfers. In de etiketteringsregels is geregeld dat additieven met hun
groepsnaam en daarnaast hun nummer of individuele naam op het etiket moeten worden
vermeld.
Er zijn ook additieven die al wel in een of meer EU-landen zijn toegelaten, maar
waarvoor de toelatingsprocedure nog niet is afgerond. Deze hebben wel een nummer,
maar (nog) geen E. Enkele voorbeelden hiervan zijn: 314, 505 en 1400.
Wanneer krijgt een additief een E-nummer?
E-nummers zijn hulpstoffen die door de EU zijn goedgekeurd. Als additieven onderzocht
zijn op hun onschadelijkheid en in alle EU-lnaden zijn toegelaten krijgen deze
hulpstoffen een E-nummer. Dit nummer bestaat steeds uit de hoofdletter E, gevolgd door
een getal van drie cijfers. In de etiketteringsregels is geregeld dat additieven met hun
groepsnaam en daarnaast hun nummer of individuele naam op het etiket moeten worden
vermeld.
Er zijn ook additieven die al wel in een of meer EU-landen zijn toegelaten, maar
waarvoor de toelatingsprocedure nog niet is afgerond. Deze hebben wel een nummer,
maar (nog) geen E. Enkele voorbeelden hiervan zijn: 314, 505 en 1400.
Wat zijn kleurstoffen?
Kleurstoffen geven een product kleur of versterken de bestaande kleur. Het doel van een
kleurstof is het aantrekkelijk maken (behouden) van een product. Er zijn drie
verschillende soorten kleurstoffen: natuurlijke kleurstoffen (verkregen uit planten),
natuur-identieke kleurstoffen (chemisch gesynthetiseerde stoffen, identiek aan die uit de
natuur) en synthetische kleurstoffen (chemisch gesynthetiseerde kleurstoffen die niet in
de natuur voorkomen).
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E100-E180.
Wat zijn conserveermiddelen?
Conserveermiddelen gaan microbieel bederf (bacteriën, schimmels en/of gisten) tegen en
verlengen zo de houdbaarheid. Van deze stoffen mag maar een kleine hoeveelheid
gebruikt worden. De stofjes zorgen voor een conserverende werking zonder de smaak of
consistentie noemenswaardig te beïnvloeden. Suiker, alcohol en zout hebben ook een
conserverende werking maar vallen o.a. om bovengenoemde redenen niet binnen deze
categorie.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E200-E252
Wat zijn voedingszuren?
Voedingszuren komen van nature voor in voedingsmiddelen en het lichaam en hebben
een veelzijdige werking. Ze verhogen de zuurtegraad van een product, versterken de
werking van antioxidanten en conserveermiddelen en werken kleurbehoudend.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E260-E297 en E322-385
Wat zijn anti-oxidanten?
Antioxidanten beschermen producten tegen chemisch bederf door zuurstof. Zo beschermt
het vetten tegen het rans worden en voorkomt het verkleuring van bijvoorbeeld fruit.
Hierdoor vergroten ze de houdbaarheid.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E300-E321
Wat zijn geleermiddelen?
Geleermiddelen veranderen de consistentie van een product. Ze geven producten zoals
pudding en dressing een gelei-achtige structuur.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E400-E495
Wat zijn emulgatoren?
Emulgatoren maken het mogelijk twee niet-mengbare stoffen te mengen tot een stabiel
(relatief begrip) product. Melk (vet-eiwitbolletjes in water), boter (waterbolletjes in vet)
en sojabonen bevatten van nature emulgatoren.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E400-E495
Wat zijn stabilisatoren?
Stabilisatoren zorgen ervoor dat de menging van twee niet-mengbare stoffen gehandhaafd
blijft. Het kan van toepassing zijn in producten die slecht mengen en die nog een paar
bewerkingsstappen in het productieproces moeten ondergaan.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E400-E495
Wat zijn zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen?
Zuurteregelaars houden de zuurtegraad van een product binnen bepaalde grenzen. Antiklontermiddelen
voorkomen het klonteren van levensmiddelen in poedervorm.
Rijsmiddelen (bakpoeder) laten deeg tijdens de voorbewerking en het bakken rijzen.
E-nummers met (één van) deze functies vallen in de categorie E500-E585
Wat zijn smaakversterkers?
Smaakversterkers versterken de natuurlijke smaak van een product en worden
bijvoorbeeld in kant-en-klaar producten gebruikt. Zelf hebben ze meestal weinig of geen
smaak. Van de smaakversterkers is natriumglutamaat (ve-tsin of umami) de belangrijkste
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E620-650
Wat zijn glansmiddelen en anti-schuimmiddelen?
Glansmiddelen geven het product een glanzend laagje en worden gebruikt op
bijvoorbeeld snoep. Anti-schuimmiddelen voorkomen dat een product (bijvoorbeeld
frituurvet) gaat schuimen of verminderen de schuimvorming.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E900-E914
Wat zijn meelverbeteraars?
Meelverbeteraars worden aan meel of deeg toegevoegd om de bakeigenschappen te
verbeteren of het meel witter te maken.
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E920-E928
Wat zijn verpakkingsgassen?
Verpakkingsgassen verlengen de houdbaarheid van producten doordat het contact met
zuurstof voorkomen wordt (bijvoorbeeld voorgesneden verpakte groente). Op het etiket
staat meestal aangegeven "verpakt onder beschermende atmosfeer".
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E938-E948
Wat zijn zoetstoffen?
Zoetstoffen geven een product een zoete smaak zonder de hoeveelheid calorieën sterk te
verhogen (vooral gebruikt in 'light'-producten en kauwgum). Ze zijn dan ook bedoeld om
suikers in (ge)zoete producten geheel of gedeeltelijk te vervangen, waarbij dan toch de
zoete smaak van het product behouden blijft. Daarnaast heeft het gebruik van sommige
zoetstoffen een technologisch voordeel boven gewone suiker. Sommige zoetstoffen zijn
minder schadelijk voor het gebit.
E-nummers met deze functie vallen in de categorieën E950-967 en 420-421
Wat is gemodificeerd zetmeel?
Gemodificeerd zetmeel worden door chemische, fysische of enzymatische behandeling
verkregen uit natuurlijk zetmeel (tarwe-, maïs-, aardappel-, rijst- of tapiocazetmeel) en
kunnen een functie hebben als verdikkingsmiddel, stabilisator, emulgator of bindmiddel
(gebruikt in bijvoorbeeld snoep, vla, sauzen en kant-en-klaar gerechten).
E-nummers met deze functie vallen in de categorie E900-E1520.
Wat zijn aroma's?
Aroma’s zijn geur- en smaakstoffen - die worden toegevoegd om een specifieke smaak
en/ of geur aan een product te geven of de natuurlijke smaak en geur te versterken.
Omdat geur en smaak zeer sterk aan elkaar verbonden zijn in complexe processen
beschouwt men geur- en smaakstoffen als één groep.
Omdat een smaak of geur zelden maar uit één enkele stof opgebouwd is zijn er vaak
mensgesl van stoffen nodig. Een mengsel van 300 stoffen is niet ongewoon. Vandaar dat
het aantal geur- en smaakstoffen erg groot is.
Geur- en smaakstoffen worden op de ingrediëntenlijst worden aangeduid met 'aroma' -
zijn volgens de Warenwet geen additieven maar ingrediënten en hebben daarom geen Enummer.
Wel zijn er nummers voor kunstmatige aroma's en voor oplosmiddelen waarin
aroma's kunnen worden opgelost.
Wat is een (levensmiddelen)additief?
Levensmiddelenadditieven zijn alle stoffen met of zonder voedingswaarde die op zichzelf
gewoonlijk niet als voedsel worden geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend
voedselingrediënt worden gebruikt, en die om technische redenen bij het vervaardigen,
verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van eet- of
drinkwaren opzettelijk daaraan worden toegevoegd, met als gevolg, of redelijkerwijs te
verwachten gevolg, dat de stoffen zelf, dan wel de derivaten ervan, direct of indirect een
bestanddeel van die eet- of drinkwaren worden.
Wat betekent ADI?
ADI staat voor aanvaardbare dagelijkse inname. De ADI geeft een hoeveelheid per
kilogram lichaamsgewicht aan, die aanvaardbaar is bij gemiddelde consumptie gedurende
het hele leven
Wat is een base?
Basen zijn stoffen met een pH-waarde (zuurtegraad) hoger dan 7.
Wat zijn zuren?
Zuren zijn stoffen met een pH-waarde (zuurtegraad) lager dan 7.
Wat is een smaakpotentiator?
Smaakpotentiators zijn hulpstoffen die het smaakeffect van smaakstoffen of
smaakversterkers enkele honderden malen versterken. Zelf geven ze geen smaak af.
Wat is een synergist?
Een synergist versterkt de werking van een andere (hulp)stof
We krijgen allerlei toevoegingen via de voeding binnen. Misschien zijn die toevoegingen wel schadelijk. Daarom mogen fabrikanten niet zomaar van alles in ons eten stoppen. Eerst moet worden gekeken of deze stoffen niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Daar bestaat in de EU een organisatie voor die dat allemaal regelt: de European Food Safety Authority (EFSA). Ook Nederland is daarin vertegenwoordigd.
Als deze EFSA een bepaalde stof na onderzoek veilig verklaart, dan komt deze toevoeging op een lijst en krijgt een E-nummer. Dit nummer bestaat steeds uit de hoofdletter E, gevolgd dooreen getal van drie cijfers. De stoffen op deze lijst worden opgenomen in de Warenwet.
Er zijn ook toevoegingen die al wel in een of meer EU-landen zijn toegelaten, maarwaarvoor de toelatingsprocedure nog niet is afgerond. Deze hebben wel een nummer, maar (nog) geen E. Enkele voorbeelden hiervan zijn: 314, 505 en 1400.