De gezondheidszorg in Nederland is vaak in het nieuws. Misschien heb je er wel eens over gehoord of gelezen. Mensen moeten vaak lang wachten voordat ze kunnen worden geholpen. Er zijn wachtlijsten voor patiënten. Soms is er te weinig personeel. Toch heeft Nederland een prima gezondheidszorg. Als je ziek bent ga je eerst naar de huisarts en als die het nodig vindt ga je naar een specialist of naar het ziekenhuis. In Nederland is een ziekenhuis ook nooit erg ver weg. Als er haast bij is kun je altijd terecht op een EHBO-afdeling van een ziekenhuis.
Dat is in een land als Tanzania in Oost-Afrika heel wat moeilijker te regelen. In de eerste plaats is het land vele malen groter dan Nederland. Ongeveer zo groot als Duitsland en Frankrijk samen. Het heeft een heel erg uitgestrekt platteland, waar maar weinig mensen wonen. In Tanzania is de gezondheidszorg daarom wat anders georganiseerd.
In kleine dorpjes zijn er 'gezondheidsposten'. Je vindt er geen artsen maar mensen, die zijn opgeleid om de alledaagse kwalen te behandelen. Als het ingewikkelder wordt, dan moet je naar een 'kliniek'. In de wat grotere plaatsen kom je ziekenhuizen tegen. Die zijn er wel in een paar soorten en maten: districtsziekenhuizen, regionale ziekenhuizen en enkele specialistische ziekenhuizen. De laatste zijn de beste, maar er zijn er maar vier van op een bevolking van 30 miljoen mensen.
Tegenwoordig wonen de meeste Tanzanianen op minder dan 10 kilometer afstand van een gezondheidspost.
Zuster Kache
Veel ziektes zoals mazelen, dysenterie, cholera en tuberculose zijn gewoon in Tanzania. De ziektes worden vooral veroorzaakt door armoede: geen geld voor goede voeding, gebrekkige inentingen, tekort aan medicijnen en vervuild of besmet water.
Traditionele geneeskunst
De westerse geneeskunst in Tanzania is in de 19e eeuw door Europese missionarissen ingevoerd. Die geneeskunst heeft de traditionele medische zorg nooit verdreven. In Tanzania bestaan traditionele en westerse geneeskunst naast elkaar. Traditionele helers of genezers worden zeker op het platteland vaak bezocht door zieken. In het oosten van het land worden ze waganga genoemd.
Veel mensen in Tanzania geloven dat je ziek wordt als je je voorouders beledigt. De ziekte is de straf voor slecht gedrag. Wichelaars of medicijnmannen gebruiken vaak maskers om de mensen eraan te herinneren dat ze zich goed moeten gedragen. Dat ze zich aan de gemeenschapsregels moeten houden.
Genezers en wichelaars zijn bij de ouderen in de leer geweest en hebben van hen de traditionele kennis gekregen. Ze moeten die kennis inzetten om de gemeenschap te helpen, te beschermen en te genezen van ziekte.
Wichelen of waarzeggen is iets anders dan genezen. Vaak wordt het door dezelfde mensen gedaan. Wichelaars zijn de 'detectives' die je kunnen vertellen wat de ziekte heeft veroorzaakt. Als de wichelaar de zieke zelf niet kan genezen, stuurt hij hem door naar een traditionele genezer.
Genezers gebruiken naast geestelijke kracht ook medicijnen. Deze worden gemaakt van zaken die iedereen kan krijgen: kruiden, boomschors, wortels, bladeren. Sommige medicijnen moet je innemen, andere moet je op je lichaam smeren of om je hals dragen of in de buurt van het lichaam neerzetten.
Wij, in het westen, doen wichelen meestal af als 'glazen-bol-kijken'. Als iets dat je vooral niet te serieus moet nemen. In veel Afrikaanse landen onderhouden wichelaars de contacten tussen levenden en doden. Ze nemen een bijzondere plaats in de gemeenschap in.
De universiteit in de hoofdstad van Tanzania, Dar es Salaam, heeft een onderzoeksinstituut opgericht om de traditionele geneeskunst te onderzoeken.
Successen
In de periode 1965 (toen Tanzania onafhankelijk is geworden) - 1988 ging de regering van Tanzania voortvarend te werk. Er kwam een netwerk van dispensaries (= gezondheidsposten zoals op de foto hiernaast), health centers (= klinieken) en hospitals (=ziekenhuizen). Negen van de tien Tanzanianen wonen minder dan 10 kilometer van een kliniek en 70% zelfs minder dan 5 kilometer.
De kindersterfte daalde in die periode van 138 naar 104 per duizend geboorten (nog steeds meer dan 10%!), het sterftecijfer daalde van 22 naar 13 per duizend (gemeten in een jaar tijd) en de levensverwachting steeg van 35 naar 53 (door de vele aidsslachtoffers is het gemiddelde daarna weer gedaald). Mooie cijfers als je bedenkt dat de bevolkingsgroei veel groter was dan de groei van het aantal artsen (in 1965 was er één arts voor 21.700 Tanzanianen, in 1984 was er één arts voor 26.200 Tanzanianen). Het succes stokte in 1989. Toen begonnen de problemen de overhand te krijgen.
Problemen
Sinds 1989 kampt de gezondheidszorg in Tanzania met grote problemen. Tanzania hoort tot de 25 armste landen van de wereld. Het land heeft maar weinig geld te besteden voor een goede gezondheidszorg (het land betaalt jaarlijks meer rente over de schulden die het heeft dan aan gezondheidszorg). Er is simpelweg te weinig geld voor het bouwen van ziekenhuizen en gezondheidsposten, het betalen van personeel, het opleiden en scholen van personeel en de aanschaf van apparatuur.
Minder dan de helft van de bevolking heeft toegang tot een arts of gezondheidswerker. Maar de rest moet het zonder doen. Veel patiënten kunnen simpelweg de eigen bijdrage niet betalen (tot dan toe was de gezondheidszorg gratis).
Er zijn te weinig artsen en verplegers. Een arts kan in de stad meer verdienen dan op het platteland. Daarbij heeft het leven in de stad hem of haar meer vertier (bars, bioscopen e.d.) te bieden. Veel artsen trekken daarom naar de stad en het tekort aan artsen op het platteland stijgt. Ook trekken veel artsen weg naar het buitenland waar de salarissen een stuk hoger zijn.
Tanzania moet de meeste medicijnen importeren vanuit het buitenland. De medicijnen zijn de laatste jaren flink duurder geworden. Dus ondanks het feit dat het land meer geld uitgeeft aan medicijnen, wordt de voorraad kleiner en kunnen veel mensen de medicijnen niet meer betalen.
Wat kost gezondheid?
Je ziet in Tanzania eigenlijk heel weinig kinderen met een gewoon verkoudheidje bij de dokter. Arme mensen willen alleen geld voor de dokter betalen als het echt nodig is.
In Dar es Salaam staat een ziekenhuis dat dubbele prijzen heeft: de rijken betalen veel meer, maar hoeven bijvoorbeeld niet op een wachtlijst voor de oogarts. Ze betalen dan € 22 en de armen betalen maar € 1.
Of de rijken krijgen een eigen kamer met airconditioning, lekker eten en de hele dag bezoek voor € 220. Een arm iemand betaalt voor dezelfde operatie € 55, maar die ligt met 40 mensen op één zaal.
De medische behandeling is dus voor iedereen gelijk. Met de opbrengsten van de rijken worden de kosten van de armen betaald.
Er is nog een voordeel. Rijke patiënten die veel betalen, willen ook vriendelijk en goed behandeld worden door de verpleging. De ziekenhuisleiding zegt tegen de verpleging dat ze ook in de omgang met patiënten geen verschil mogen maken tussen arm en rijk. Zo profiteren de arme patiënten in Dar es Salaam mee van hoe goed het ziekenhuis met zijn rijke patiënten omgaat.
Enkele cijfers
Nederland en Tanzania
Tanzania is een van de landen waaraan Nederland ontwikkelingshulp geeft. Gezondheidszorg is een van de sectoren die de hulp ontvangt.
De verschillende activiteiten om de gezondheidszorg te verbeteren worden uitgevoerd door het Tanzaniaanse ministerie van Gezondheidszorg en de districtgezondheidzorgteams. De Tanzaniaanse regering bepaalt de prioriteiten op het gebied van gezondheidzorg (op dit moment malaria-, tuberculose- en hiv/aidsbestrijding) en sluit contracten af met organisaties die gezondheidszorgdiensten aanbieden. De zogenaamde missieziekenhuizen in Tanzania leveren een aanzienlijk aandeel in het verstrekken van diensten.
In de strijd tegen aids steunt Nederland al jaren het TANESA-AIDS-programma in de regio Mwanza. Dit project begon aanvankelijk als een onderzoeksproject. Later werd het uitgebouwd tot een project waarbij alle mogelijke voorlichtingsprogramma’s werden ontwikkeld. De uitdaging is nu om datgene wat goed werkt op kleine schaal, te gaan uitwerken in een veel groter gebied. Ook hierbij speelt de samenwerking tussen de overheid en particuliere organisaties een belangrijke rol. Het ministerie van Water in Tanzania werkt aan een water- en sanitatiebeleid. Verschillende donoren en landen als Nederland, steunen dat. Verder financiert Nederland de uitvoering van het plattelandswaterprogramma in de regio Shinyanga.
Een ziekenhuis in het Ngorongoro-district
Het Wasso Hospital ligt in het noorden van Tanzania, tussen het Ngorongoro district en Lake Natron. Het gebied heeft een oppervlakte van 14.036 km2 en een bevolkingsdichtheid van 7 personen per km2. Het dichtstbijzijnde grote ziekenhuis ligt in Arusha op een afstand van 370 km.
Het ziekenhuis heeft ongeveer 100 bedden en is onderverdeeld in verschillende afdelingen voor: vrouwen, waaronder ook een kraamafdeling, mannen, kinderen, TBC-patiënten en er zijn VIP-rooms en een Intensive care. Verder is er een polikliniek, een kleine en grote operatiekamer, een röntgenafdeling en een laboratorium. De meest voorkomende ziektes zijn: malaria, luchtweginfecties, TBC en sexueel overdraagbare aandoeningen (zoals hiv en aids).
Vanuit het ziekenhuis worden er dagelijks kleine dorpjes per auto bezocht en twee keer per maand per vliegtuigje van de Flying Medical Service. Op deze bezoekjes worden baby's gevaccineerd en zwangere vrouwen en patiënten onderzocht en zonodig behandeld. In sommige gevallen wordt de patiënt meegenomen naar het ziekenhuis. Ongeveer 80% van de patiënten is Maasai.
In november 2002 is een fysiotherapieafdeling opgezet. Het werk bestaat voornamelijk uit het behandelen van patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis en het trainen van een verpleegkundige tot fysiotherapie-assistent. Veel voorkomende indicaties voor fysiotherapie zijn breuken, aandoeningen ten gevolge van infecties en brandwonden.
De Nederlandse fysiotherapeute Mathilde aan het werk.
Het is de bedoeling dat een lokaal opgeleide fysiotherapeut haar werk op den duur overneemt.
Foto's
Onderstaande foto's van het Kilindoni Hospital, Mafia-eiland in Tanzania geven een goed beeld van de gezondheidszorg.
Links: Ziekenhuiszalen
Rechts: Onderzoeksruimte
Links: Mannenzaal
Rechts: Vrouwenzaal
Links: Keuken van het ziekenhuis
Rechts: Toiletten
Links: Overdekt looppad tussen de gebouwen
Rechts: Een zaal die leegstaat omdat er niet genoeg geld is
Links: Een gezondheidswerker aan het werk
Rechts: Een 'privé-kamer'
Links: De operatiekamer
Rechts: Een jongen krijgt via een infuus een behandeling tegen malaria.