Op de hoek van de Amstel en de Zwanenburgwal staat sinds 1988 het joodse verzetsmonument van de Belgische beeldhouwer Josef Glatt: een metershoge zwartgranieten zuil met daarop afgebeeld de stenen tafelen. Op de zijkant staat in het Nederlands en het Hebreeuws een tekst van de profeet Jeremia: ‘Waren mijn ogen een bron van tranen, dan zou ik dag en nacht wenen om de gevallen strijders van mijn dierbaar volk.’
Van de ongeveer 140.000 joden die rond 1940 in Nederland woonden, overleefden 30.000 van hen de Tweede Wereldoorlog. De meesten kwamen terecht in Westerbork en gingen vandaaruit naar concentratiekampen in Oost-Europa. De joden hebben zich van meet af aan verzet tegen de anti-joodse maatregelen van de Duitse bezetters.
Er is verzet gepleegd door circa duizend joodse verzetsstrijders, van wie 500 hun daden met de dood moesten bekopen.
De PP-Groep, vernoemd naar de fantasiebeesten Porgel en Porulan uit het clandestien verschenen nonsensrijm Blauwbilgorgel van Cees Buddingh, stond onder leiding van Bob van Amerongen en Jan Hemelrijk. Beiden hadden een joodse vader. De PP-Groep heeft een actieve rol gespeeld bij de hulp aan Amsterdamse joden.
Vijf getuigen uit die tijd vertellen over hun ervaringen met de PP-Groep tijdens de Tweede Wereldoorlog:
Opdracht:
De PP-Groep is altijd een nogal onbekende verzetsgroep gebleven. Hun inzet verdient meer aandacht. Stel je voor dat er in jouw gemeente een verzetsmuseum of een geschiedenismuseum is. En dat museum organiseert binnenkort een avond over de PP-Groep. Jullie wordt gevraagd een publiciteitsplan op te stellen om de PP-Groep meer bekendheid te geven. Dat is jullie opdracht. Succes.