Tijdens de Tweede Wereldoorlog zetten de Japanners gevangenenkampen op in Nederlands-Indië, Birma, Thailand en Japan. Uit die kampen zijn veel voorwerpen en tekeningen bewaard gebleven. Ook tekeningen gemaakt door kunstenaars die in deze kampen zaten. De voorwerpen en tekeningen vertellen over het leven in de kampen, zowel dat van volwassenen als van kinderen. 
Hoe was het om als kind in zo’n kamp te zitten? Was het alleen maar kommer en kwel? Of zaten er ook vrolijke kanten aan?

Opdracht:
Dat gaan jullie uitzoeken door het leven van kinderen in beeld te brengen. Dat doen jullie met een tentoonstelling over kinderen in Japanse kampen.
In kleine groepjes, met een of twee klasgenoten, maak je een paneel voor de tentoonstelling. Dat paneel behandelt een onderdeel uit het leven in een kamp, bijvoorbeeld ‘speelgoed’ of ‘onderwijs’. Op het paneel plaats je een of twee afbeeldingen van voorwerpen of tekeningen uit Japanse kampen die met dit onderdeel te maken hebben. Je schrijft er een kort verhaal bij om duidelijk te maken waarom je juist die afbeeldingen hebt uitgekozen.
Als je klaar bent, lever je het paneel en de bijbehorende tekst in bij je leerkracht. Hij of zij hangt de panelen en teksten op in de klas.