| Debatkoning in Eurojeugdparlement |
 |
 |
 |
|
Waar een debat al niet goed voor kan zijn. De 16-jarige atheneumscholier Alain Dekker uit ‘s-Heerenbroek mag afreizen naar Rome of Stockholm om daar mee te debatteren in het Europees parlement voor de jeugd. “Ik vind het geweldig om te debatteren: op school probeer ik vaak met anderen de discussie aan te gaan en hen te overtuigen van mijn mening. Ook met de docenten ga ik in de slag, haha.” De 16-jarige scholier Alain Dekker houdt van de dialoog en besloot daarom mee te doen aan een provinciale jongeren debatwedstrijd in de raadszaal te Zwolle. Hij viel daarbij blijkbaar op, want na de wedstrijd werd hij uitgekozen om samen met nog 150 leeftijdsgenoten uit heel Nederland eind september een week lang te debatteren over Europese problemen. In de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer in Den Haag liet de jury haar oog wederom op Alain vallen: daarom mag hij Nederland vertegenwoordigen in het Europees Parlement voor de jeugd, het zgn. ‘Model European Parlament’. Of dat gaat gebeuren in Rome (eind november) of in Stockholm (in het voorjaar), is nog niet duidelijk. “Stiekem hoop ik toch op Rome, daar kan het in november nog best lekker weer zijn. Maar beide steden zijn natuurlijk geweldige snoepreisjes,” lacht Alain. Op school wordt Alain al de ‘debatkoning’ genoemd. Zelf doet hij wat bescheidener over zijn rol. Volgens de ‘s-Heerenbroeker moet een goede debater vooral beschikken over overtuigingskracht, zelfvertrouwen en een goede presentatie. “Je moet durven om, zoals in Den Haag, je standpunt te verdedigen tegenover 150 man en ze zelfs proberen te overtuigen van jouw gelijk. De kritiek die je krijgt moet je ook niet persoonlijk opvatten. En je goed voorbereiden. Ik lees de kranten en kijk naar het journaal om alle onderwerpen in ieder geval een mening te vormen.” De ervaringen in Den Haag en Zwolle hebben het debatdier in Alain echt wakker geschud. Hij is anders gaan kijken naar de debatten in de media en heeft zijn mening over de politiek bijgesteld. “Vroeger dacht ik altijd: ‘dat gemuggenzift tijdens kamerdebatten’, maar nu merk ik toch dat voor een juiste formulering van bepaalde wetsvoorstellen een goed en lang debat nodig is.” Toch is Alain ook kritisch. “Soms vallen politici en andere mensen in de media in debatten wel erg veel in de herhaling. Hiermee ontkrachten ze hun eigen standpunt alleen maar.” En het debat in de samenleving, of beter gezegd in zijn woonplaats ‘s-Heerenbroek: is dat er? “Niet genoeg,” zo constateert hij. “De mensen hier zijn toch vrij behouden met hun mening en veranderen deze niet snel. Ik houd meer van een open debat.” In Rome en Stockholm zullen jongeren uit alle 27 landen van de Europese Unie samenkomen om te debatteren. De voertaal wordt Engels maar dat is volgens Alain geen probleem. “Op het atheneum volg ik een tweetalige opleiding waarbij we veel in het Engels communiceren. Ik denk dat scholieren uit Roemenië het moeilijker krijgen dan ik. “Het is duidelijk: we hebben hier te maken met een jongen vol politieke begeestering. Zal Alain deze ervaringen gebruiken in zijn toekomstige carrière? “Ik weet nog niet precies wat ik wil gaan doen maar ik zou geen politicus willen worden, denk ik. Soms word je wel erg moe van het urenlang discussiëren over een klein puntje.” Hij hoop in ieder geval dat hij meer jongeren enthousiast heeft gemaakt om mee te doen aan debatwedstrijden. uit: “de Stentor” – woensdag 17 oktober 2007 |
Interviews en meer
© 2010 - cmo