De Zeeuwse luchtoorlog van dag tot dag - voor de docent: info

 
Op 10 mei 1040 vielen Duitse troepen Nederland binnen. Zo begon voor Nederland de Tweede Wereldoorlog. Na vijf dagen vechten, ook door de Nederlandse tegen de Duitse luchtmacht gaf Nederland zich over. Daarmee stopte het vechten in Nederland niet. in de lucht ging dat door, maar dan tussen de Duitse luchtmacht en die van de Geallieerde landen. En dan vooral boven Zuidwest-Nederland. Die luchtoorlog ging door tot rond het einde van de Duitse bezetting op 5 mei 1945.

Van die luchtoorlog zijn in Zeeland nog talloze sporen te vinden, vliegtuigen die tijdens de luchtoorlog zijn neergeschoten of een noodlanding hebben gemakt. Elk neergekomen vliegtuig vertelt nog steeds zijn eigen verhaal.

Leerlingen brengen onderzoeken vijftien van die sporen met hun verhaal en laten zo zien hoe en waarom juist boven Zuidwest-Nederland die luchtoorlog werd gevoerd.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt u een uur uit. Deze opdracht maken de leerlingen alleen of samen met een andere leerling.

  • U maakt vijftien kopieën van de kaart van Zuidwest-Nederland uit de Bosatlas.
  • Ga na wie alleen wil werken of samen met een andere leerling. Zorg ervoor dat het werk van de opdracht over vijftien leerlingen en koppels kan worden verdeeld.
  • U geeft iedere leerling en koppel een exemplaar van de landkaart van Zuidwest-Nederland.
  • Daarna lezen alle leerlingen Bron: Bloedige luchtoorlog en Bron: Neergestort.
  • Iedere leerling en koppel kiest in Bron: Neergestort een van de vijftien plekken uit waar een vliegtuig is neergekomen. Zorg ervoor dat alle plekken aan bod komen.
  • De leerlingen/koppels van leerlingen gaan met hun plek aan de slag.
  • Wie klaar is, levert zijn beschrijving van de plek en de bijbehorende landkaart bij u in.
  • U beoordeelt de beschrijvingen en de landkaarten.
  • U bundelt de beschrijvingen en de landkaarten op chronologische volgorde in een gedenkboekje over de luchtoorlog boven Zeeland.
  • Neem als inleiding van dit gedenkboekje de tekst van Bron 1 op in het boekje.

Bedenk met de leerligen een pakkende titel voor dit boekje.

Globale uitwerking
Tussen 10 en 15 mei vocht de Nederlandse luchtmacht boven Nederlands grondgebied tegen die van Duitsland. Daarna ging de luchtoorlog verder tussen de luchtmacht van Duitsland en die van de Geallieerde landen, met name de Verenigde Staten en Groot-Brittennië. Dat had er mede mee te maken dat Geallieerde bommenwerpers begeleid door jachtvliegtuigen tot boven Duits grondgebied probeerden door te dringen om daar hun aanvallen uit te voeren en vaak op de heen- en terugweg over Zuidwest-Nederland vlogen.

Kerndoelen
37 De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken;
- tijd van wereldoorlogen (1900-1950), en
De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen. De vensters van de canon van Nederland dienen als inspiratiebron voor de behandeling van de tijdvakken.

40 De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

41 De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden.


verwante lessen

Login Form