Handel in vervuiling

Wereldwijd is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en zo klimaatverandering te bestrijden. Elk land heeft toestemming gekregen om een bepaald maximum aan broeikasgassen uit te stoten. Die toestemming noemen we met een duur woord emissierechten (emissie = uitstoot).

Europa moet in zijn geheel met 8% terug, de Verenigde Staten met 7% en Japan met 6%. Voor de landen van de Europese Unie zijn ook afzonderlijke streefcijfers afgesproken. Nederland bijvoorbeeld moet met 6% terug, België met 7,5 % en Duitsland zelfs met 25%.


De EU heeft aangegeven dat ze de uitstoot meer wil terugbrengen dat ze verplicht is en ze wil de uitstoot zelfs vrijwillig terugbrengen met 20%!

Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, moeten drastische maatregelen genomen worden. We kunnen iedereen verbieden om auto te rijden. We kunnen een groot aantal fabrieken sluiten. We verbieden de boeren om nog koeien te houden…

Dat lukt natuurlijk niet. Als de politici dat zouden doen, breekt de hel los. Over welke maatregelen ze wel kunnen nemen, breken de ambtenaren lange tijd hun hoofd. En dan krijgt een van hen een idee. Wat als we ervoor zorgen dat de uitstoot in een ander land vermindert? Dat kan bijvoorbeeld door in het buitenland geld te geven om een oude kolengestookte energiecentrale (die veel kooldioxide uitstoot) te vervangen door een nieuwe, moderne centrale (die veel minder kooldioxide uitstoot).

Europa wil de helft van de verlaging (4%) behalen in eigen land en de helft (4%) in het buitenland. De VS willen hun portie van 7% zelfs helemaal in het buitenland behalen.

Er ontstaat zelfs een handel in het recht om broeikasgassen uit te stoten. Dat werkt ongeveer als volgt: elk land krijgt uitstoot- of emissierechten (emissie = uitstoot). Het mag door die rechten een afgesproken hoeveelheid broeikasgassen uitstoten. Veel westerse landen zitten met hun uitstoot ver boven de afgesproken hoeveelheid, andere landen zitten nog onder de afgesproken hoeveelheid. Landen met een teveel aan uitstoot van broeikasgassen kopen het recht op uitstoot van landen die onder de afgesproken hoeveelheid zitten. Dit heet emissiehandel.

Elk land moet jaarlijks melden hoeveel broeikasgassen het denkt te gaan uitstoten. Deze uitstoot wordt streng gecontroleerd. Op dit moment mag alleen de overheid het teveel aan broeikasgassen verkopen aan andere landen. Over het algemeen hebben deze landen zelf niet veel industrie. Zij krijgen geld voor het afstaan van (een deel van) hun uitstoot­rechten. Deze landen worden niet alleen in geld betaald. Sommige geïndustrialiseerde landen helpen minder-ontwikkelde landen met de bouw van energiezuinige en schone fabrieken.

De Europese Unie heeft voor alle EU-landen in 2005 richtlijnen opgesteld waar landen zich aan moeten houden als ze aan emissiehandel doen. Het gaat daarbij vooral om de uitstoot van kooldioxide (CO2). In de EU komt de helft van die uitstoot van de industrie en energiecentrales.


Energiecentrale

Maar zij zijn niet de enige boosdoeners die het CO2-niveau in de atmosfeer doen stijgen. De Europese Commissie heeft daarom voorgesteld de emissiehandel vanaf 2011 ook toe te passen op de snel groeiende uitstoot van de luchtvaartsector. Ook is het mogelijk dat er andere sectoren dan de energiewinning en industrie en meer soorten broeikasgassen onder de emissiehandel zullen vallen. In alle gevallen blijft gelden: de vervuiler betaalt.


Ook het luchtverkeer draagt bij aan de stijging van CO2

Toch is er ook veel kritiek op de emissiehandel. Milieuorganisaties vinden dat bedrijven die flink vervuilen niet gestimuleerd worden om hun vervuiling aan te pakken. Het is voor hen door de emissiehandel vaak goedkoper om extra elders rechten te kopen. Emissiehandel houdt volgens deze milieuorganisaties juist milieuvervuiling in stand!