Hergebruik

Als je het woord ‘afval’ hoort, denk je aan dingen die je niet meer nodig hebt en waar je niets meer mee kunt doen. Dat kan van alles zijn: schillen van een appel, kapot speelgoed, lege potten, blikken en plastic flessen waar bijvoorbeeld allesreiniger in heeft gezeten, oude kranten, reclamefolders die je niet eens wil lezen en meteen weggooit, lege batterijen, een tv die het niet meer doet, noem maar op. Er komt steeds meer afval, lijkt het wel. Het kwijt raken van afval is een steeds groter probleem. Toen in 2008 afvalstortplaatsen rondom Napels in Italië vol waren, werd het huishoudelijk afval niet meer opgehaald en hoopte het afval zich in Napels op. Pas toen er nieuwe stortplaatsen werden aangewezen, kon het huisvuil weer worden opgehaald.

Een manier om de afvalberg tegen te gaan, is ervoor te zorgen dat er minder afval ontstaat. Dat kan door afval her te gebruiken of met een duur woord: te recyclen.
 
De Europese Unie heeft diverse maatregelen daartoe ondernomen. We zetten er enkele voor jullie op een rij.

Oud papier en glas wordt in Nederland al tientallen jaren gescheiden verzameld en hergebruikt. Nederland is zelfs wereldkampioen glas scheiden. Er is altijd wel een glasbak in de buurt en Nederlanders gooien trouw hun glas waar geen statiegeld op zit in de glasbak.


Hup, in de glasbak

Ook op andere terreinen is Nederland voorloper. De Europese Richtlijn Autowrakken is een Europese maatregel die gebaseerd is op Nederlandse wetten. Het Nederlandse systeem voor autorecycling  (recycling = hergebruik) uit 1996 was zo succesvol dat het Europees Parlement dat systeem heeft overgenomen en verplicht gesteld voor heel Europa.

Het werkt als volgt: kopers van nieuwe auto’s betalen 45 euro extra bij de aanschaf van een nieuwe auto. Die 45 euro komt in een grote pot waaruit de kosten van recycling van autowrakken worden betaald. Met dit systeem is het Nederland gelukt om het hergebruik van auto-onderdelen te verhogen van 75% naar 85% van het gewicht van de auto. De Europese Richtlijn Autowrakken gaat nog een stap verder: die wil naar een hergebruik van 95%.


Een auto wordt gedemonteerd

Ook het Nederlandse systeem van inzameling en recycling van afgedankte elektrische apparaten heeft model gestaan voor Europa. Het systeem werkt hetzelfde als voor autowrakken. De koper van een nieuw product betaalt wat extra; dat heet met een officieel woord ‘verwijderingsbijdrage’.

Sinds 2001 heeft de Europese Unie in navolging van Nederland producenten en winkeliers verplicht om afgedankte apparaten in te nemen. En daar zit nu net het probleem. Winkeliers hebben daar geen zin in en vertellen hun klanten simpelweg dat ze dat niet (hoeven te) doen. Of ze weten niet dat ze daartoe verplicht zijn. Zie bijvoorbeeld deze ingezonden brief in een krant:

“Met het oude apparaat onhandig in een tas gepropt, ga ik naar het centrum van Rotterdam. Eenmaal bij de kassa reken ik mijn net aangeschafte keukenapparaat af en leg ik het oude op de toonbank. Met een vriendelijk ’Alstublieft, die is voor u’, denk ik klaar te zijn voor die zaterdag. De caissière maakt echter een eind aan die illusie en zegt op z’n onmiskenbaar Rotterdams: “Ho ho mevrouw, wat gaan we doen? U bent hier niet bij een grenswisselkantoor.” De medewerkster weigert mijn oude machine te accepteren en na vijf minuten welles-nietes dat nergens toe leidt, komen we overeen dat de afdelingschef er dan maar bij geroepen moet worden. Ze pleegt een kort telefoontje en besluit mij verder te negeren.


De oude keukenmachine

Na tien minuten komt een frisgekapte ’twintig-nog-wat’-jongeman naar de kassa en hoort geduldig mijn verhaal aan. Dat ik volgens de wet mijn oude elektronische apparaat mag inleveren als ik een vergelijkbaar nieuw exemplaar koop. Ook al heb ik het oude apparaat niet bij dát warenhuis gekocht. Dat alle consumenten al sinds 1999 voor elektronische apparaten een zogeheten verwijderingsbijdrage betalen. Dat het milieupark zo ver fietsen is en ik het milieu niet nog meer wilde vervuilen door mijn oude keukenmachine bij het normale afval te gooien enzovoort, enzovoort. Heel even lijkt mijn relaas aan dovemansoren gericht maar de manager in spe moet ‘even overleggen’ en komt na een half uur terug. In zijn ene hand een boek ‘huisregels’ in zijn andere wat paperassen. “Goh”, zegt hij, zelf heel verbaasd kijkend, “Wie had dat gedacht? U heeft gelijk. Ze noemen het het oud-voor-nieuw-principe en dat betekent dat wij verplicht zijn uw keukenmachine op te slaan en te recyclen. Ik hoop alleen niet dat meer mensen uw voorbeeld gaan volgen want dan heb ik een probleem.”"

Voor professionele apparatuur (elektrische apparaten die gebruikt worden in bedrijven) is het beter geregeld. Producenten en  importeurs die producten als eerste op de Nederlandse markt afzetten, zijn verplicht bij het ministerie van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu) een plan van aanpak in te dienen. Daarin moet worden aangegeven hoe de onderneming de inzameling en recycling van afgedankte producten gaat organiseren en financieren.