Twee graden verschil

Klimaatverandering komt voor een belangrijk deel door de uitstoot van schadelijke gassen in de lucht. We noemen deze gassen broeikasgassen omdat ze ervoor zorgen dat het heter wordt op aarde (zonnestralen worden door die gassen in de dampkring vastgehouden waardoor die dampkring nog meer opwarmt dan normaal).

Links de normale situatie: een deel van de zonnewarmte verdwijnt weer in het heelal
Rechts zoals het nu is: er wordt meer zonnewarmte vastgehouden waardoor de temperatuur op aarde stijgt

Wist je dat ....?

Elke Europeaan verantwoordelijk is voor elf ton broeikasgasuitstoot per jaar.
Personenwagens verantwoordelijk zijn voor tien procent van de CO₂ (kooldioxide)-uitstoot in de EU. Kooldioxide is één van de schadelijkste broeikasgassen.
Europa slechts zeven procent van de wereldbevolking herbergt, maar twintig procent van alle voedsel en energie in de wereld verbruikt.
De tien warmste jaren sinds mensen zijn begonnen met temperatuurmeting allemaal na 1990 vielen
Wetenschappers verwachten dat de temperaturen op aarde deze eeuw tot bijna zes graden kunnen stijgen als we geen maatregelen treffen.

De klimaatverandering stelt ons milieu zwaar op de proef. Ons klimaat is niet opgewassen tegen de gevolgen van het intensief gebruik van fossiele brandstoffen –steenkool, aardgas en olie– voor verwarming, vervoer en industrie. Bij verbranding produceren deze brandstoffen meer CO₂ (kooldioxide) dan de atmosfeer kan verdragen, waardoor het op aarde warmer wordt.

Om de aarde zoals wij haar kennen, te redden, mag de gemiddelde temperatuur in de hele wereld de komende jaren niet meer dan twee graden stijgen. Het getal twee is heel belangrijk. Als de gemiddelde temperatuur meer dan twee graden stijgt, is de opwarming van de aarde niet meer in de hand te houden.

Misschien denk je wel: twee graden meer is juist lekker, dan heb ik het ’s winters minder koud en word ik ’s zomers eerder bruin.

Een grotere temperatuurstijging dan twee graden betekent ook meer overstromingen in sommige delen van de wereld en meer droogte in andere delen van de wereld; meer extreem weer (zoals orkanen) en een hogere zeespiegel (waardoor de dijken verhoogd zullen moeten worden). Dat brengt enorme kosten met zich mee. Alleen daarom al is het nodig om de klimaatverandering tegen te gaan.

Meer overstromingen

Meer droogte

Klimaatverandering is een wereldwijd probleem en dus ook een probleem voor Europa. De Europese Unie heeft een voortrekkersrol als het gaat om het aanpakken van de oorzaken van klimaatverandering. Dat is soms lastig voor de burgers van Europa (bijvoorbeeld bij het terugdringen van het autoverkeer om CO₂-uitstoot te verminderen), maar zorgt wel voor gezondere en veiligere leefomstandigheden.

Het Europese klimaatbeleid is gebaseerd op wereldwijde afspraken die Kyoto (Japan) zijn gemaakt. Het Kyoto-verdrag heeft twee doelen: minder broeikasgassen uitstoten en aanpassing aan de klimaatverandering.

De afspraken van de EU gaan nog een stapje verder dan in Kyoto is afgesproken:
De volgende drie doelstellingen voor 2020 zijn door de EU-landen overeengekomen:

20% vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (dit kan oplopen tot 30% wanneer er een internationaal klimaatakkoord wordt gesloten).
20% minder energieverbruik.
20% van het totale energiegebruik moet afkomstig zijn uit hernieuwbare energie, zoals wind- en zonne-energie.

Wind- en zonne-energie

Bovendien moet in 2020 10% van de totale behoefte aan brandstoffen in de vervoerssector gedekt worden door biobrandstof. Het doel van deze afspraken is de gemiddelde, wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot minder dan 2°C: het niveau van vóór de opkomst van de industrie. Alleen dan kunnen we de gevolgen van klimaatverandering in de hand houden.