Kijk ook onder aan de pagina

Login

Helpt hulp?

Afdrukken

Nederland heeft 12 ministers voor Ontwikkelingssamenwerking gehad. De eerste was Theo Bot (1965-1967), zie foto rechts Jan Pronk was het zelfs twee keer (1973-1977 en 1989-1998), de laatste was Maxime Verhagen (maart-oktober 2010). Vanaf oktober 2010 heeft Nederland geen minister voor Ontwikkelingssamenwerking meer, maar een staatssecretaris (onder de minister van Buitenlandse zaken). Vanaf november 2010 is Ben Knapen staatssecretaris van Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking.

Volgens de Europese norm en de norm van de Verenigde Naties (daterend uit 1970) zou elke land 0,7% van het BNP aan ontwikkelingssamenwerking 'moeten' besteden. Nederland is één van de weinige landen die dat percentage haalt, alleen Noorwegen, Zweden, Luxemburg en Denemarken zitten ook op of boven de internationale norm.

Nederland steunde jarenlang ontwikkelingslanden met 0,8% van het BNP, in 2006 haalde Nederland zelfs 0,82%. In oktober 2010 trad het kabinet Rutte aan. Het kabinet kondigde aan zich aan de Europese en de VN-norm van 0,7% van het BNP te willen houden.

In 2008 onderhield Nederland met 36 landen Nederland een structurele, bilaterale ontwikkelingsrelatie. De ontwikkelingshulp en dus ook het geld loopt in die landen via de overheid van het ontwikkelingsland. Die landen noemt de regering partnerlanden. In 2009 en 2010 telde Nederland zelfs 39 partnerlanden. De regering onder leiding van Rutte heeft aangekondigd het aantal partnerslanden te zullen terugbrengen.




Staatssecretaris Knapen moet vanwege gezondheidsredenen aftreden. Jij bent de nieuwe staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking. Je hebt 0,7% van het BNP beschikbaar. Daar kun je niet de hele wereld van redden, maar je concentreert je op enkele landen. Niet meer 39 partnerlanden zoals vroeger, maar veel minder. Tien maximaal. Welke voorwaarden stel je aan landen? Waaraan moeten ze voldoen wil hulp zinvol zijn? Zet een economische bril op!  Kijk met die bril ook eens naar de 'Chinese aanpak'. Is dat een aanpak om over te nemen of juist niet?
Bekijk de bronnen. Het is aan jou om te bepalen welke grafieken je wilt betrekken bij jouw lijstje met criteria. Grafieken alleen zeggen niet zoveel. Lees ook de teksten over de achtergronden bij de grafieken. En tot slot, leg je ook niet-economische criteria aan?. Kijk je bijvoorbeeld alleen naar het BNP van een land of kijk je ook naar goed bestuur en corruptiebestrijding? Kijk je ook naar de speciale aandacht voor onderwijs aan meisjes? Of vind je het belangrijk dat we grondstoffen krijgen in ruil voor onze ontwikkelingshulp?
Weeg alle factoren, economische en niet-economische, en stel je eigen lijstje met maximaal 10 partnerlanden op.