Mijnen in Nederland - voor de docent: info

 
Na elke oorlog blijven er landmijnen en blindgangers achter. Blindgangers zijn bijvoorbeeld bommen die door een vliegtuig zijn afgeworpen, maar bij het neerkomen niet zijn ontploft. Landmijnen blijven gevaarlijk, omdat ze met opzet goed verborgen zijn, waardoor burgers er onverhoeds mee in aanraking kunnen komen, met alle akelige gevolgen van dien. Maar ook blindgangers zijn gevaarlijk.

Hoewel in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna 2 miljoen landmijnen zijn gelegd, bestaat de erfenis van deze oorlog bijna helemaal uit blindgangers. In andere landen waar oorlog is geweest, bestaat die erfenis juist uit veel landmijnen. Deze les laat zien hoe dit verschil is ontstaan.

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 1 uur uit. U laat de opdracht in de les doen in groepen van drie of vier leerlingen.

U laat ter inleiding van de les deze SchoolTV-video ‘Nederland in puin’ zien. Daarna deelt u de klas in groepen in.

Binnen iedere groep verdelen de leerlingen de leesbronnen onder elkaar en lezen die bronnen. Ruim voor het lezen 20 minuten in.

Daarna laat u de groepen een brochure of webpagina maken, met tips over wat je moet doen als je een voorwerp vindt dat misschien een blindganger of landmijn uit de Tweede Wereldoorlog is. De groepen doen namens de VN een oproep aan alle landen waar landmijnen liggen of gelegd worden, om al die landmijnen op te laten ruimen. Wat dat betreft mogen die landen een voorbeeld nemen aan Nederland, omdat hier al snel na de Tweede Wereldoorlog vrijwel alle landmijnen zijn geruimd. Voor het maken van de brochure of webpagina ruimt u de rest van de tijd in.

Tip
Als er in uw gemeente zwaar is gevochten tijdens de Tweede Wereldoorlog, is er in het digitale of papieren archief van de gemeente informatie hierover te vinden. Vooral als die informatie digitaal op te vragen is, kunt u er leerlingen naar laten zoeken. Met name de plekken waar gevechtshandelingen zijn geweest, bevatten nog heel wat blindgangers die na de oorlog zijn achtergebleven (tenzij ze inmiddels zijn geruimd, zoals in Groesbeek).

Uitwerking:
In de brochure moet in ieder geval staan dat:

  • je het verdachte voorwerp dat een landmijn of blindganger kan zijn, niet mag aanraken en zeker niet verplaatsen of meenemen naar huis;
  • je omstanders moet waarschuwen uit de buurt te blijven van de vindplaats;
  • de politie belt op telefoonnummer 0900-8844;
  • je bij de vindplaats blijft wachten, tot er iemand van de politie bij de plaats is aangekomen,
  • naderhand niet nog eens gaat rondneuzen op de vindplaats, terwijl de politie of de EOD bezig is op die vindplaats (vooral als de EOD ter plaatse bezig is, wordt het terrein rond de vindplaats afgezet door de politie).

Naar: ‘Explosief of verdacht pakketje gevonden?’ op https://www.defensie.nl/onderwerpen/taken-in-nederland/explosieven-ruimen/explosief-of-verdacht-pakketje

Deze les past bij:

Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

Kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen te plaatsen.

 

verwante lessen

Login Form