Leadership

Opdracht

Propaganda komt van het Latijnse woord propagare, dat uitbreiden of voortplanten betekent. De eerste die het woord propaganda gebruikt, is paus Gregorius XV (1554-1623) in een tekst over de verspreiding van het geloof. En eeuwenlang werd het woord propaganda alleen voor godsdienstige zaken gebruikt.

In de 19e eeuw ging propaganda wat anders betekenen: het beïnvloeden van grote groepen mensen door middel van woord, geschrift of beeld.


Misschien wel het beroemdste propaganda-affiche is gemaakt door de Engelsman Alfred Leete. Lord Kitchener wijst rechtstreeks naar de kijker. De tekst is: ‘Jouw land heeft jou nodig!’. Dat affiche was zo succesvol dat de Amerikanen het affiche hebben geïmiteerd en gebruikt in zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog (rechts).
De tekst luidt: ‘Ik heb je nodig voor het Amerikaanse leger. (Ga naar het) Dichtstbijzijnde werfbureau’.


Propaganda is niet hetzelfde als reclame. Reclame is het aanprijzen van een product dat je in de winkel kunt kopen. Een voorbeeld is de reclame voor een wasmiddel. Propaganda is het aanprijzen van bepaalde ideeën, het proberen aanhangers voor je opvatting te winnen. Een voorbeeld zijn de vele verkiezingsslogans uit 2012: ‘PvdA: Nederland sterker en socialer’ of ‘VVD: Niet doorschuiven, maar aanpakken’.

Een reclame-affiche (links) en twee verkiezingsaffiches (rechts)


In de Tweede Wereldoorlog kreeg het woord propaganda een negatieve klank. In nazi-Duitsland was Joseph Goebbels minister van Openbare Voorlichting en Propaganda. Zijn ministerie had als taak om door middel van grote campagnes het steeds slechter wordende oorlogsnieuws te verhullen. Propaganda werd bij dit ministerie eenzijdige, onvolledige, verhullende of zelfs leugenachtige informatie verspreiden.


Propaganda en reclame lijken wel op elkaar. Ook reclame gebruikt verhullende en vaak onware argumenten om een boodschap te verspreiden: “Produkt X wast het beste”. Het verschil is dat iedereen heel goed weet dat je reclameslogans niet moet geloven, terwijl propaganda niet altijd herkenbaar is.


In de Tweede Wereldoorlog zijn alle partijen bij hun berichtgeving vooral aangewezen op via affiches en pamfletten. De televisie bestond nog niet. De radio was het belangrijkste medium, maar in mei/juni 1943 moesten alle radio’s worden ingeleverd en viel dat propagandamiddel weg. Wat overbleef waren de affiches en pamfletten.


Opdracht
Voor de opdracht krijg je een set van twaalf oorlogsaffiches (ontleend aan www.geheugenvannederland.nl). Je zet deze affiches in een volgorde van de tijd waarin ze verschenen, de vroegste vooraan. Daarna bekijk je welke middelen de Duitse bezetters gebruikten bij hun propaganda. Daarvoor krijg je weer een set van tien affiches.
Als je die affiches bekeken hebt en weet welke propagandatechnieken er allemaal mogelijk zijn, gaan jullie een eigen ‘oorlogsaffiche’ ontwerpen.