"Onderwijs voor meisjes is geldverspilling, want ze trouwen en dan zijn ze weg." Dit is een veel gehoorde opvatting in tal van landen. Van alle analfabeten -mensen van 15 jaar of ouder die niet kunnen lezen en schrijven- op de wereld is tweederde vrouw.
Van de vrouwen in de wereld is één op de drie analfabeet, van de mannen één op de vijf. Er zijn veel oorzaken voor dit verschil. De hoofdoorzaak is armoede. De ouders hebben niet genoeg geld om de bijkomende kosten van het onderwijs te betalen (Het staatsonderwijs is in de meeste landen gratis). Die bijkomende kosten zijn bijvoorbeeld de vrijwillige ouderbijdrage, schooluniformen, boeken en reiskosten. Arme gezinnen denken dat hun dochters beter thuis kunnen helpen in het huishouden. Veel meisjes brengen hun dag door met hout verzamelen, water halen en oppassen op de jongere kinderen. Vaak komt hier nog bij dat de ouders in hun omgeving zien dat meisjes die wel naar school geweest zijn geen goed betaald werk kunnen krijgen.
Een andere belangrijke oorzaak is de traditie. Veel ouders in arme landen denken dat hun zonen een opleiding moeten volgen omdat zij later kostwinner worden voor hun toekomstige gezin. Bovendien moeten de jongens later voor hun bejaarde ouders zorgen. Het werk dat meisjes doen, wordt vaak slechter betaald, terwijl ze soms meer uren maken en zwaarder werk doen. Men gaat er daarom van uit dat een vrouw nooit de kostwinner van het gezin kan zijn. In culturen waar het meisje na haar huwelijk bij de familie van haar man gaat wonen, voelen haar ouders er weinig voor geld te steken in haar opleiding.
Uit interviews met arme ouders blijkt dat ze wel willen dat hun dochters naar school gaan. Veel meisjes blijven echter thuis omdat de ouders vinden dat de opleiding niet geschikt is voor hun dochters.
Bovendien zijn ze bang dat hun dochters onderweg naar school of op school gevaar lopen. In de praktijk blijkt dat meisjes zich inderdaad soms bedreigd voelen door de jongens in hun klas of door de leraren. Het blijkt als er meisjesscholen met onderwijzeressen zijn er meer meisjes naar school gaan. Ook gaan er meer meisjes naar school als de school dichtbij huis is.
Gezondheidsdeskundige Hermione Lovel: "Op school valt zoveel meer te leren. Als alle meisjes onderwijs zouden volgen, zou zowel de kindersterfte als de bevolkingsgroei enorm dalen. Maar hoe krijg je meer meisjes naar school? Volgens Hermione Lovel moet het onderwijs in ontwikkelingslanden aantrekkelijker worden gemaakt. Ze pleit voor een open school, waar zowel kinderen als ouders praktische vaardigheden kunnen leren. En voorlichting gericht op het hele gezin; niet alleen moeders maar ook vaders en grootmoeders. ‘De school kan worden gebruikt als een soort dorps- of wijkcentrum, waar mensen bijvoorbeeld 's avonds bijeenkomen om te praten of om alfabetiseringscursussen te volgen. Er kunnen allerlei faciliteiten voor gezondheidszorg worden aangeboden. Als volwassenen de school op die manier leren kennen, zullen ze eerder geneigd zijn om hun kinderen daar ook lessen te laten volgen."
Onderwijs voor meisjes in Pakistan
Slechts 17% van de vrouwen in Pakistan kan lezen en schrijven. Voor mannen is dit 48%. De regering wil dat in 2002 alle kinderen naar school gaan en 70% van de bevolking kan lezen en schrijven. Jongens en meisjes volgen in Pakistan gescheiden onderwijs.
Er zijn alleen maar vrouwelijke leerkrachten op de meisjesschool. In Pakistan hebben meisjes en vrouwen maar heel weinig vrijheid. Daarom is het vaak moeilijk vrouwen en meisjes naar school te krijgen. De meisjes krijgen een dagdeel les. De rest van de dag werken ze thuis of in de steenbakkerijen. De kosten om een meisje basisonderwijs te laten volgen zijn voor onze begrippen erg laag. Voor ongeveer 17 gulden krijgt een kind zes maanden les.
Gebrek aan geld is een van de redenen dat ouders besluiten alleen hun zonen naar school te laten gaan. Veel ouders zeggen: "Waarom zou ik investeren in het onderwijs voor mijn dochter? Zij trouwt toch rond haar dertiende. We kunnen het schoolgeld wel beter besteden." Ze vinden dat de meisjes zich in de jaren voor ze trouwen beter thuis kunnen meehelpen. Hierdoor is tevens hun maagdelijkheid en de eer van de familie beter beschermd. De laatste jaren verandert deze traditionele manier van denken. Steeds meer Pakistaanse ouders gaan inzien dat onderwijs voor hun dochters een goede investering is.
Afstandsonderwijs in Pakistan
Er is echter een tekort aan middelbare scholen voor meisjes. Wanneer een dorp geld heeft om slechts één school te bouwen, kiest men meestal voor een jongensschool. Vooral op het platteland hebben daarom de meeste vrouwen geen middelbaar onderwijs kunnen volgen. Ook hebben veel vrouwen geen basisonderwijs gevolgd. Omdat er maar weinig opgeleide vrouwen zijn, is er een tekort aan vrouwelijke leerkrachten voor de meisjesscholen. Om deze situatie te verbeteren is met een nieuwe vorm van onderwijs begonnen; het afstandsonderwijs. Via de Open Universiteit in Islamabad (de hoofdstad van Pakistan) volgen meisjes middelbaar onderwijs.
Eenmaal per week gaan de meisjes naar een studiecentrum. Hier wordt de lesstof van de Open Universiteit verder besproken en uitgelegd. Naast gewone vakken als taal en rekenen sluit de lesstof direct aan bij het dagelijks leven van meisjes en vrouwen. Hierdoor kunnen zij hun kennis meteen in de praktijk toepassen. Zo worden de leefomstandigheden voor het hele gezin verbeterd.
De meisjes en vrouwen volgen onder andere lessen over voedingsleer en over hygiëne. De vrouwen zijn immers verantwoordelijk voor het huishouden. Lubna Saiff, directrice van het afstandsonderwijsprogramma geeft het volgende voorbeeld:
"De Open Universiteit gaat bij de samenstelling van de vakken uit van de traditionele rol van de vrouw: de moeder die thuis voor haar gezin zorgt."
Riffat Haque is coördinatrice van het project voor middelbaar afstandsonderwijs:
"Het is goed om uit te gaan van de traditionele rol wanneer je met educatie voor vrouwen begint. Je kunt niet ineens met vernieuwingen komen. Pas als de omgeving positief staat ten opzichte van het onderwijs, kun je beginnen meisjes ook niet-traditionele vaardigheden bijbrengen."
Steeds meer families laten hun dochters naar school gaan.. Gemiddeld vierduizend jonge vrouwen volgen de lessen van de Open Universiteit.
Voorbeeld: Shamin Aktar
Hoog in de bergen van Kashmir vlak bij de grens met India, staat het lemen huis van Shanim Aktar (18) en haar familie.
Shamim volgt sinds een half jaar middelbaar onderwijs via de Allama Iqbal Open Universiteit in Islamabad. Ze heeft al lessen in naaien en voeding gevolgd en kan nu al zelf kleding voor haar familie maken. Ook leerde ze hoe ze vruchten kan inmaken of drogen. Op deze manier kan een groter deel van de oogst voor eigen gebruik bewaard worden.
Shamim woont alleen met haar moeder en broer. Haar vader stierf toen ze vijf was. Haar moeder kan niet lezen en schrijven, haar broer heeft alleen de basisschool doorlopen. Moeder en broer verzorgen de drie koeien die de familie heeft. Het huis, het erf en de moestuin zijn het werkterrein van Shamim. Een keer per week gaat ze naar het ‘studiecentrum'. Ze moet anderhalf uur over steile bergpaden lopen om daar te komen. De vrouwelijke studenten uit de omgeving komen dan samen in een eenvoudig lokaal van de plaatselijke dorpsschool. Daar nemen ze samen met een begeleider de lesstof en het huiswerk door. Shanim: "Zonder afstands-onderwijs had ik mijn opleiding niet voort kunnen zetten. Het is van hier acht uur reizen naar de dichtstbijzijnde middelbare school voor meisjes." Shanim wil niet alleen leren een betere moeder en huisvrouw te zijn of een eigen bedrijf te beginnen. Ondanks het vele huishoudelijke werk, maakt ze naast het bezoek aan het studiecentrum twee uur per dag vrij om te leren. Ze is erg gemotiveerd want ze wil later arts worden. De Open Universiteit biedt haar een eerste opstap om die droom te kunnen verwezenlijken.
"Ik wil wachten met trouwen en kinderen krijgen tot ik mijn opleiding heb afgerond", zegt Shanim terwijl ze haar klasgenoten in het studiecentrum aankijkt. Alle meisjes in het lokaal knikken instemmend. Niemand van de meisjes tussen de zestien en achttien jaar is van plan om gedwongen het huwelijk in te gaan. En als van hun ouders toch moeten trouwen, willen ze dat alleen als ze eerst hun opleiding mogen afmaken.
Zuid-Mali
Het is in Mali (nog) gewoon dat vrouwen weinig te vertellen hebben. Hun werk is vooral het zorgen voor het gezin: hout en water halen; groenten en kruiden kweken en kinderen grootbrengen. Geld verdienen en beslissingen nemen zijn mannenwerk. Nederland steunt sinds 1980 verschillende projecten die gelijkere rechten voor mannen en vrouwen nastreven. Deze projecten zijn een onderdeel van het ontwikkelingsprogramma van de Malinese katoenmaatschappij CDMT.
Sitou Goïta heeft bij het CDMT een lerarenopleiding gevolgd. Samen met haar collega geeft ze lees-, schrijf- en rekenlessen aan de vrouwen in haar dorp Siguesso. Vroeger waren er ook wel van deze alfabetisatie-cursussen, maar die waren alleen voor mannen. Sitou:
"Inmiddels hebben we hier in het gemeenschapshuis zestig van onze dorpsgenotes leren lezen en schrijven en rekenen. In groepen van twintig: meer kunnen er niet in het gebouw. Ook voor deze lessen was de vrouwengroep al actief. We hebben bijvoorbeeld samen grond waar we pinda's verbouwen. De vrouwen helpen elkaar op hun akkertjes met wieden. Ook fabriceren we zeep en mesten we schapen vet die we verkopen op het islamitische schapenfeest. En we helpen in oktober de mannen bij de katoenoogst. Zij betalen ons daarvoor. Het geld dat we met onze gezamenlijke activiteiten verdienen wordt gebruikt om onze pomp te repareren en te onderhouden. Ook een deel van het gemeenschapshuis en boeken en schriften zijn ervan betaald. Verder sparen we geld op een rekening bij Kafo Jiginew, een soort boerenleenbank."
De vrouwen in Seguesso vinden dat ze door de lessen meer zelfvertrouwen hebben gekregen. Ook de sfeer in het dorp is erop vooruitgegaan. Er is meer vertrouwen gekomen tussen de mensen en groepen in het dorp. Sitou: "We kunnen nu onze financiën bijhouden in een schrift. Daardoor kunnen alle leden van de groep zien wat er binnenkomt en wat er uitgaat. De bankrekening hebben we geopend om verspilling te voorkomen. Bovendien geeft die rekening vrouwen van de groep een mogelijkheid om een lening aan te gaan." De vrouwen hebben plannen om samen een moestuin te beginnen en een nieuwe waterpomp op zonne-energie te kopen.