Lees dit: vrouw en boeddhisme |
In het boeddhisme zijn er vele stromingen, die verschillende manieren tegen de heilige teksten aankijken. Maar alle gaan ze ervan uit dat het hoogste streven voor een boeddhist is om verlicht te worden, oftewel: op te gaan in het nirwana, het niets, het uitdoven van alle verlangens. Boeddhisten geloven in wedergeboorte. Als je goed leeft, word je in een hogere levensvorm geboren totdat je uiteindelijk in het nirwana opgaat. Maar als je slecht leeft, word je in een lagere levensvorm geboren (bijvoorbeeld als een dier) en raak je verder van het nirwana weg.
Dit is wat de verschillende heilige boeddhistische boeken over vrouwen schrijven:
- Siddharta, de stichter van het Boeddhisme en de eerste Boeddha (= Verlichte), zou gezegd hebben dat mannen en vrouwen gelijk zijn. De meeste heilige teksten zijn door mannen geschreven, maar sommige (de Therigatha) door vrouwen (in geen enkele andere wereldgodsdienst hebben vrouwen dat gedaan!).
- Zowel mannen als vrouwen kunnen (bedel)monnik worden, een fase die naar het nirwana kan voeren. Beide kunnen volgens de heilige tekst Samyutaa-nikaya 1.33 het nirwana bereiken. Sommige vrouwen, zoals Dhammadinna, zijn voorbeeld voor anderen (mannen én vrouwen). Dhammadinna onderwijst haar echtgenoot en andere mannen in de boeddhistische leer.

Boeddhistische vrouwelijke monnik of non, evenals haar mannelijke soortgenoten kaalgeschoren als teken van het afzien van een mooi uiterlijkheid
- Maar er staat op andere plekken ook geschreven dat vrouwen alleen het nirwana kunnen bereiken als ze van geslacht veranderen; dat wil zeggen: als vrouwen goed leven, kunnen ze in een volgend leven man worden en zo naar het nirwana gaan.
- Er staat in sommige teksten ook geschreven dat geboren worden als vrouw straf is voor zonden (zoals diefstal plegen) die je in een vorig leven begaan hebt.
- Vrouwen kunnen mannen ook afhouden van het nirwana doordat ze mannen kunnen betoveren met hun schoonheid en liefde: “Mannen, ik ken geen andere vorm die zo aanlokkelijk, zo bedwelmend, zo verblindend, zo afleidend, en zulk een hindernis is om de onevenaarbare vrede te verwerven als de vorm van een vrouw.”
Anuguttara-nikaya, 5.6.55
Op een vraag van zijn leerling Ananda waarom vrouwen geen belangrijke posities bekleden in de handel en de rechtspraak, antwoordt Boeddha:
“Vrouwen zijn ongecontroleerd, Ananda. Vrouwen zijn jaloers, Ananda. Vrouwen zijn hebzuchtig, Ananda. Vrouwen zijn zwak in wijsheid, Ananda.” Anguttara-nikaya, 4.8.80
|