- De leerlingen denken na over groepskenmerken
- De leerlingen vragen zich af of groepskenmerken te maken hebben met vooroordelen
- De leerlingen denken over hoe groepskenmerken zich tot hen zelf verhouden
- De leerlingen denken na over hun eigen opvattingen over personen groepen: waar komen je opvattingen vandaan, kloppen ze met de werkelijkheid, hebben de andere groepsleden dezelfde ervaringen?
- De leerlingen denken na over eigen oordelen / vooroordelen
- De leerlingen weten dat voor de VN alle mensen gelijke rechten hebben. Mensen kunnen verschillen in uiterlijk en gewoonten, maar iedereen heeft het recht gelijk behandeld te worden. In de UVRM zijn die rechten vastgelegd.
|