ja_mageia

Introductie

In de VN-Arena voor geschiedenis kunnen we de onderwerpen samenvatten met twee woorden: eeuwige strijd. De strijd van vrouwen en zwarten voor gelijke rechten, de strijd van onderdrukten voor vrijheid en democratie, de strijd van arbeiders voor betere werkomstandigheden en meer rechten, de strijd van en tussen etnische groepen en de strijd tussen tegengestelde ideologieën (Koude Oorlog). In die strijd hebben de VN dikwijls een cruciale rol gespeeld.

Geschiedenis is géén VN-kunde. De onderwerpen die in de basis- en groepsopdrachten aan bod komen zijn ontleend aan de kerndoelen voor het vak en uit de algemene leerdoelen.

Er zijn geen aparte kerndoelen meer voor de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en economie in het voortgezet onderwijs. De vakken worden doorgaans nog wel gescheiden gegeven, maar de kerndoelen zijn geïntegreerd in de leergebied 'mens en maatschappij'.

Van toepassing zijn in de VN-Arena de kerndoelen:

36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:

- tijd van wereldoorlogen (1900 – 1950), en
- tijd van televisie en computer (1950 – heden).

De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen.

39. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.

44. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn.

46. De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.

47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.